franfotoblog

18 | 3 | 2021
77

Parijs 1954

Stond ik er maar weer. Op de coverfoto van Ihei Kimura’s boek over Parijs is de ochtend net begonnen, er hangt nog een lichte nevel. Hier valt een wereld te ontdekken. De eerste zonnestralen in je nek. Wat een introductie. 

Parijs is de fotografiestad bij uitstek. Het laat meer dan andere steden een hoop aan de verbeelding over. Ik moet altijd even onder de Eifeltoren staan, maar heb nooit zin om naar boven te gaan. Zoals iedere oude dame houdt de stad haar imago intact, alsof ze nooit lijkt te veranderen. Totdat ik dit boek zag, Parijs als jongere vrouw. 

In 1954 werkten er weinig straatfotografen in kleur. Te duur; dat kon totdantoe hoofdzakelijk in de reclame. Bovendien was de 10 ASA-waarde te laag voor snel reportagewerk. Kimura had van de firma Fujicolor 50 rollen film meegekregen, maar de verleiding om dus vooral kleurige onderwerpen te kiezen bedwong hij. Het ging hem meer om de inhoud. 

Doisneau en Cartier Bresson hebben hem geholpen bij het uitzoeken van interressante locaties, maar je ziet dat hij daar uiteindelijk zijn eigen draai aan geeft. Wat vindt een Japanner in die tijd nou typisch Frans? 

Hoe ze over straat lopen of op een terras zitten. Zonder opsmuk. Je ziet het aan zijn timing; hoe tikt een vrouw haar sigaret af terwijl er een Martini asbak voor haar op het terrastafeltje staat? Très chique, ze kijkt hem aan vanachter haar zonnebril en praat rustig verder met de man naast haar.
Of er loopt een kleine, gezette vrouw over straat in een rode jurk. Vast handgemaakt. Ze lijkt omgeven door vrouwelijke bodyguards. Haar hoofd is te oud voor haar korte lijf, maar ze kijkt hem aan met een zekere arrogantie; had je wat? Winogrand avant la lettre. 

Parijs en haar inwoners komen trots als verarmde adel op Kimura’s foto’s over, in deze naoorlogse periode. Nergens grandeur, maar zoals het er toen echt uitzag. In kleur!

14 | 3 | 2021
76

December 1978

Er zat spanning in deze mededelingen, iets vluchtigs. ‘Ontspannings Centrum’ kwam niet echt relaxed over, eerder bureaucratisch. Of uit een bestemmingsplan. “Niet elke” betekende dat er ook Surinamers waren die wel “junky” waren. De spanning van uitgeknipte letters uit kidnapbriefjes. Of neutrale Hollandse vitrage die de vuile was binnen wil houden. De krappe spatiëring en de betekenis van een gevallen ‘G’. 

Ik reed er langs en die ontwapenende eerlijkheid trof me. Dat zag je niet vaak, ik dacht eerst aan locale solidariteit. Nu blijkt dat het een Surinaamse kraakactie is geweest. In het linkerraam hing eerst de tekst; “Wij willen ons eigen plekje”. Niet hard genoeg, teveel welzijnsterminologie. Misschien was dat toen de sfeer in Amsterdam. Relax man. 

Het Engelse “Junky” is nu “junkie’. Het is kleiner geworden. “Junky” staat voor “worthy of being discarded and meaningless or unbelievable”. Zo kijkt de maatschappij er tegenaan. Hier is iemand met een precies taalgevoel bezig geweest. 

Een “Junkie” heeft ook een onlesbare aandrang. Maar het gaat nu over meer. Er is  obsessie bijgekomen. Iemand die fanatiek boodschappentasjes verzamelt valt er ook onder. Taalgebruik dat het extreme langzamerhand inkapselt. 

Na de Onafhankelijksverklaring van 25 November 1975, begon voor vele Surinamers de emigratie naar Nederland, en werd het er hier een stuk swingender op. Maar niet iedereen kon zich zo snel aanpassen of werd getolereerd. Vandaar deze actie. Tegenwoordig heet dit pand weer gewoon de Ysbreker.
Toen al een toepasselijke naam, totdat je de datum op de gevel leest: 1702.

10 | 3 | 2021
75

Dit is Geluk

Zet twee foto’s naast elkaar en je gaat vergelijken. Opeens zijn ze ‘voor’ en ‘na’. Ook de plaatsing heeft invloed. Links is altijd vroeger, rechts staat voor nu. Als je ze omkeert wordt het ‘een herinnering’. 

Deze twee foto’s komen uit hetzelfde mapje, maar is het dezelfde vrouw? Toch passen ze bij elkaar. Omdat ze tegenstellingen combineren. Sepia naast zwart/wit, kartelrand of een rechte afsnede. Jong en ouder in een open of gesloten omgeving. Een eeuwenoud ambacht als gezelschap of een transistorradio. Ergens voor poseren of zomaar. Kunstmatig of realistisch. 

Een jonge vrouw naast een melker. Vruchtbaarheid in overvloed. Ze draagt geen werkkleding. Haar lichaamstaal is passief, ze heeft haar armen niet nodig. In die wei moest iets historisch worden vastgelegd. Maar wat? Beetje ongemakkelijk, zo had ze ook naast een hunebed of bij het Dolfinarium kunnen staan. Het moest een herinnering worden. Iets voor later, want alles zou anders worden. 

Maar ze lijkt er niet gelukkiger op geworden, eerder ernstig. Veel meegemaakt, en tot rust gekomen in een versteende omgeving op een betegeld terras. Gelukkig nooit meer met je schoenen in de modder. Nergens direct zonlicht, toch een parasol als bescherming, sigaretje en asbak binnen handbereik. Gezellig, en nooit meer alleen, de draagbare radio brengt de hele wereld in een seconde bij je thuis. 

6 | 3 | 2021
74

Los

Als dit snoeppapiertje rood was geweest, had ik het laten liggen.

Die azuurblauwe schittering kon ik niet weerstaan. Ik heb een zwak voor die zeekleur. M'n sterrenbeeld is nu eenmaal Waterman. Er lag een neergestorte Boeing tussen de herfstbladeren, op het pad naast het Okurahotel. Het kon hier niet langer blijven liggen, moest mee naar huis, om beter bestudeerd te worden. 

Eerst de ontdekking, dan de vervorming, gevolgd door allerlei associaties; het iets willen zien dat er niet is. Een haaienvin als staart, de buik van een Orca en de kop van een kikker. 

Toch kwam ik niet los van die opstijgende Boeing. Fotografie maakt het met wat kunst- en vliegwerk duidelijk: ook zonder vleugels is fantasie grenzeloos.