Rood
What you see is what you get. Een elektrische gitaar in een etalage. Maar dan. Ik wil dit in een foto. Zoveel eenvoud roept meteen vragen op. There is more than meets the eye.
Een rode gitaar, een grauwe omgeving. Hartstocht achter glas. Die Geloso versterkers ernaast en de Vox speakerzuilen erachter hebben er misschien nooit iets mee te maken gehad, maar passen er wel bij. Bij welke muzikant in deze buurt is de hartstocht gedoofd?
Je kijkt op én door de ruit, er komen voorwerpen en weerspiegelingen samen alsof ze bij elkaar horen. Wat hebben de wolken, een prent of een lampenkap met Rock ‘n Roll te maken? Vertrouwde verhoudingen vervallen. Er groeien takken uit het dak en er rijdt een auto achter die speakerkast vandaan. Ik kijk tegen iets aan dat achter me ligt.
Perfect licht op het linker huizenblok, het blok rechts in de schaduw. Daardoor krijgt de kast binnen een neutrale ondergrond. Zitten al genoeg knoppen die de aandacht willen.
Door de balkons waan ik me in Parijs. Is het toeval dat in de opening tussen die twee huizenblokken precies zo’n Vox zuil past? En heb ik die per ongeluk laten lijnen met de achterkant van dat busje dat achter me staat? Een camera, één oog; koning.
Stilte
Ik heb deze indrukwekkende foto maar even van de NOS (?) betrokken. Theatraler kan niet. Als beeld, historisch feit, ceremonie of belevenis, je hebt het gevoel dat je dit nooit kunt vergeten. Met niets te vergelijken, te bijzonder. Ik had deze foto zelf willen maken. Zeker met zo’n camera.
Het moet zeker voor buitenstaanders eigenaardig zijn dat de zes hoofdrolspelers, bedienend personeel uitgezonderd, zoveel ruimte nodig hebben. Waarom een spreekgestoelte, die koning had het toch ook direct aan die vijf anderen kunnen vertellen? Preken voor een lege parochie; nationaal kan je dit toch niet noemen.
Desolate stilte. Wat moet je fotograferen als er niets te zien is? Je zoekt als fotograaf naar verwijzingen of onderwerpen die iedereen zal herkennen. In deze Coronatijd een ziekenhuisbed tussen een woud van kabels (ingewikkelde techniek), een gezicht met mondkapje (het menselijk aspect) of dit beeld van deze dodenherdenking (mag je niet bij zijn). Een vertaalslag in bedrieglijke eenvoud over vérstrekkende betekenissen.
Een paar mensen in een onmetelijke ruimte, zo stel je je het einde der tijden voor. De laatste overlevenden. De bebouwde omgeving is een plat decor. Hier wonen geen mensen meer.Tijden die op ons neerkijken. Hoe Rembrandt hier rondliep of dat er geschoten werd vanuit dat bruine gebouw links naast het Paleis. Doet er allemaal niet meer toe. Zó ziet het er nu uit. Al die doden herdacht, door maar zes mensen. Lijkt het.
We zien weinig, maar weten alles.
Fotograaf onbekendLearnin' the Blues
Waarom koester ik dit wrak? Omdat niemand anders dat doet? Of Sinatra niet kapot te krijgen is? Je tegelijk op én in een hoes kan kijken? Het vierkant en de cirkel?
Beschadigingen zijn aantrekkelijk. Er is geleefd. Een platenhoes is een smaakmaker, een industrieel product. Beschadigingen horen daar niet bij. Blijft de inhoud meer dan zestig jaar overeind, dan doet die glamour er niet meer toe. Maar het blijft interessant om te zien hoe men toen dacht over het verpakken van dromen.
Deze hoes van ontwerper Nicolas Volpe werd bekroond op de allereerste ‘Grammy Award for best Recording Package’ in 1958. Sinatra’s “Come Fly with Me”, uit datzelfde jaar, deed ook mee. Alsof ze deze ceremonie voor hem hadden uitgevonden.
Sinatra als clown. In het duister, weg van de spotlights. Geen Domme August of Pierrot, maar een Amerikaanse versie. Volpe gebruikt wel de klassieke make up zoals de streep over de ogen en de rode dopneus. Ruiten staan voor harlekijnkleding of het circus.
Hoezen die somberheid uitstralen zijn er nauwelijks. En, typisch Sinatra, er zit een venijnig, satanisch addertje onder het gras. Je ziet dat in het weerhaakje bij zijn linkeroor. Zo’n helmkapsel doet denken aan The Joker uit Batman of de make up van Gene Simmons van de hardrockband KISS.
Ik zie er ook zelfmedelijden in. Na de scheiding van Ava Gardner was Sinatra een gedeelte van zichzelf kwijt. Dan kijk je naar buiten. Er zit veel melancholie in titels als “Willow Weep for Me”, “Guess I’ll hang my tears out to dry” of “Gone with the Wind”.
De scheuren doen de rest.