Han Singels 1942 - 2025
"Geen woning, geen kroning", Han Singels, brug over de Kloveniersburgwal, 30/4/1980.
"Geen woning, geen kroning", Han Singels, brug over de Kloveniersburgwal, 30/4/1980.
Jean-Pierre Leloir 1931 - 2010
Na 49 hoezen/fonofoto’s in mijn blogs eindelijk wat gerechtigheid. Deze LP is er vanwege de foto op de hoes en niet meteen voor de muziek. Het is meer een samenraapsel rondom een voordracht van Juliette Greco.
Het Spaanse label ‘Jazz Images’ heeft aan het oeuvre van de fotografen William Claxton, Francis Wolff en Jean Pierre Leloir, ieder een eigen serie besteed. Het zijn zulke elpees die je meteen uit de bakken haalt en mee naar huis neemt. Ik kocht deze in 2017 en het cellofaan zit er nog steeds strak omheen. Miles en Juliette voor eeuwig vacuüm verpakt.
Jean-Pierre Leloir was dé jazzfotograaf voor Parijs en omstreken in de vijftiger en zestiger jaren. Weinig studiowerk, alles bij voorkeur live. Vaak aankomsten-op-het-vliegveld fotografie. Later werd hij ook de huisfotograaf voor Erato (klassieke muziek). De favoriete fotograaf van Jacques Brel. Opvallend weinig fotografie van Franse popmusici uit de latere zestiger jaren. Maar blijft in de markt voor zwarte muziek en fotografeert veel soulmuziek. Volgens het zoekprogramma Discogs was hij vanaf 1954 bij 2148 hoezen betrokken (terwijl ik dit schrijf staat de teller al op 2149), onder 33 verschillende credits.
Op deze hoes twee foto’s van 30 november 1957, Miles en Juliette in een kleedkamer. De minst explicite is als cover gekozen. Op de andere lijkt madame Greco hem iets te adviseren met geheven wijsvinger en kijkt Davis wat nadenkend naar de grond. Hier komt zij wat minder dominant over. Aan zijn wenkbrauwen en vinger langs zijn onderlip (eigenlijk om sigaret vast te houden), zie je z’n nieuwsgierigheid naar deze vrouw.
Kleedkamerfoto’s hebben een hoog waarheidsgehalte, het wastafeltje op plashoogte zie je ook op foto’s van The Beatles in hun begintijd. Nergens de kunstmatige sfeer van een fotostudio. Artiesten zijn gespannen voor het optreden, of relaxed met collega’s, fans, vrienden, andere beroemdheden of critici erna. Dit is hun terrein, als fotograaf voelt het als een privilege dat je er ook even bijhoort.
Dit waterpistool was vijf jaar geleden de beste aandachtstrekker voor het beeldmerk van mijn blog. Ik ben er nog steeds blij mee. Mooie vorm, hint naar gevaar.
Vanaf m’n jeugd was er altijd wel een variant van te vinden, van klapperpistooltjes naar Pistolen Paultje en Len Deighton’s pocketboekcovers tot The Sex Pistols. Hoe ik van mannen met geweren naar mannen met gitaren ben over gegaan. Ongetwijfeld allemaal verhuld potentiepotentieel. Met water schieten; altijd een beetje plagerig, maar nooit te veronachtzamen.
Toen ik dat wist was de vraag hoe dit te gebruiken. Wilde ik de eerste indruk van zo’n blog wat in het vage laten? Dat zou het dreigende kunnen verhogen en ruimte geven voor een wat vrijere strekking. Een spookverschijning, een infraroodgevoel, of een beeld zoals bij een securitycheck op Schiphol. Of moest ik juist gebruik maken van het doorzichtige plastic materiaal? Uiteindelijk vond ik helderheid toch het belangrijkste. Alle onderdelen zichtbaar, geen geheimen.
Wat drama in de achtergrond zou zorgen voor een serieuze ondertoon. Het firmament, de eeuwigheid. Op een bewolkte dag was het even afwachten tot de zon ergens door zou breken voor een lichte plek in al die grijzigheid. Het pistool is tegen het raam gedrukt voor enige houvast. Daardoor kon ik m’n vinger niet om de trekker haken en werd de suggestie van een snelrondraaiend wapen versterkt. Net uit de holster, zo’n beetje losjes, voor de show. ‘A gunslingerer’, zoals Bo Diddley over zichzelf zong.
Door het tegenlicht werd m’n hand een silhouet, dat stond voor anonimiteit. Dit had iedereen kunnen overkomen. Dat deed me ook denken aan Saul Bass, aan zijn ontwerpen voor de openingstitels van films zoals ‘The Man with the Golden Arm’, ‘Exodus’ of ‘Anatomy of a Murder’.
Daarna heeft m’n vaste vormgeefster, Henne Korff de Gidts het bewerkt en de titel geplaatst. Op naar de 1000 !
Soms weet ik niet waarom ik zo nodig een foto moet maken, is het alsof de plek, tijd of gelegenheid zich op dat moment nog niet wil prijsgeven en me dwingt om zo’n beeld maar mee naar huis te nemen om verder te bestuderen. Wel even opletten of alles er goed op staat.
Wat was hier nou zo speciaal? Buiten de raadselachtige mededeling, de primaire kleuren, de zelfstandigheid van ieder apart onderdeel, de benauwdheid die uitnodigde tot verder en dieper die doorgang in te kijken, de opeenstapeling van niet gerelateerde voorwerpen, zo’n misplaatste plant, of de onpersoonlijke industriële indruk, die vreemde verzameling en het achter-de-coulissengevoel; alles was te vangen in één woord: tijdelijk.
Een container in een overdekte ruimte (opslag), een boodschappenmandje (terug naar AH), die rode kast die later nog tegen een muur gemonteerd zal worden, een opgevouwen klapstoel en een tafeltje dat tevergeefs lijkt te wachten op werk, een emmer verf die nog een keer gebruikt moet worden, een ongeopende zak met rijst voor een feest dat nog moet gaan komen, pallets die even opzij gelegd zijn, maar later nog eens van pas zullen komen of feestverlichting die moet wachten op het donker.
De mededeling: “Fiets Buiten!” zou alles kunnen verklaren, maar is te kort om goed te begrijpen. Alsof er naast een schilderij een kaartje hangt waar “Abstractie no.7” op staat. “Ga Buiten Fietsen” is duidelijker, of “Zet Fiets Niet Binnen!” had ook gekund. De gebiedende wijs lijkt op een laatste waarschuwing aan een onbekende fietser, of een vergeetachtige eigenaar met zelfkennis. Waarschijnlijk te weinig ruimte. Ik ben er nog niet uit, maar heb er wel vrede mee.