franfotoblog

15 | 4 | 2021
85

Zwart over zwart

Ik weet wanneer ik m’n meerdere moet erkennen. Ik kan best een aardig intro bedenken, maar niet zo pakkend als die covertekst met zo’n foto. Klasse. 

Het boek heet “Decolonising the Camera - Photography in Racial Time” van fotocurator Mark Sealy. Eerst de hinkstapsprong in het juist uitspreken van de Engelse titel. Dan de betekenis. En daarna het besef dat het een actueel thema is. En tenslotte m’n vraagtekens bij de coverfoto die daarvoor gebruikt is. 

Toch maar even de winkel ingelopen om het te bekijken. De afbeeldingen in het boek gaan over hoe zwarte mensen meestal werden afgebeeld. Een manier van denken die altijd ongemakkelijk aanvoelde. Er staat een foto in van 12 Congolezen, eind negentiende eeuw, die bij The African Oil Nuts Company werkten. Ieder heeft een letter op hun borst staan: “Happy New Year”. 

Duidelijk. Maar de coverfoto dan? Is deze foto ook zo’n voorbeeld? Een gespierde torso houdt een klapcamera tussen z’n benen. Zwarte mannen: macho, macho. De foto werd gemaakt door Rotimi Fani-Kayode (’55-’89) een Nigeriaanse fotograaf die zich o.a. bezighield met de emancipatie van de zwarte homocultuur. Z’n werk heeft connecties met dat van Diana Blok en Marlo Broekmans uit dezelfde tijd. Jezelf ontdekken door foto’s te maken was toen een trend. Veel mystieke symboliek. 

Knullige klapcameraatjes hoorden daar niet bij. Ik zie het eerder als een boodschap om zo’n machogevoel belachelijk te maken. Fani-Kayode had ook een moderner, indrukwekkender toestel kunnen gebruiken. De viriliteit blijft natuurlijk, maar dat hoort bij mannelijke sexualiteit. Ik denk dat, net als Erwin Olaf toen, daar ook het fijne van wilde weten. Of hij akkoord was gegaan met het gebruik van deze foto is iets anders, omdat hij bij de publicatie al dertig jaar dood was. 

Ik denk eerder dat bij de uitgever het shockeffect voorop stond. Dat daarvoor een zwart lichaam gebruikt kon worden deed schijnbaar niet terzake. Behoorlijk ‘colonized’, eigenlijk.

Fotograaf Rotimi Fani-Kayode
10 | 4 | 2021
84

Steve van Zandt

Hotel American. Steve van Zandt. Gitarist, acteur, activist. Ik had er zin in, hij niet. 

Het imago van een popster nodigt uit om door te prikken. Zeker als het intelligent gebruikt wordt. Deze man werkt onder drie aliassen. Zijn uiterlijk hoeft hij daar niet voor aan te passen. Sultan? Voodoo-adept? De bandana verbergt littekens van een auto ongeluk volgens Wikipedia. Of gewoon kaal? Die indringende blik is geleend van gangsters uit New Yersey. Later ook gebruikt in zijn rol bij The Sopranos. 

Maar wil je dat als fotograaf herhalen? Om aan elkaar te wennen ga ik er maar op in. Hij zit. Ik ga staan. Meer overwicht. Zijn blik wordt intenser. Die ogen liggen nu op de loer. De linkermondhoek in standje ‘ontevreden’. Tough guy. 

Maar dan vraag ik ‘m wat. Iets over Southside Johnny. Zo'n vraag waar hij wel op moet antwoorden. Kan hij zich nog herinneren of Johnny en Lee Dorsey samen die dialoog op “How come you treat me so bad” hebben ingesproken, of apart? Hij heeft dat nummer geproduceerd en geschreven. Om even na te denken vergeet hij z’n mimiek en kijkt opzij. Hebbes. 

Na z'n antwoord vindt hij het nu wel genoeg, of doorziet mijn trucje. Opeens zegt iemand achter me: “Smokey Robinson is in the Hotel!”. Alsof het zo is afgesproken, staat hij meteen op en is de kamer uit. Goeie act. Bij de balie beneden weten ze van niks.

8 | 4 | 2021
83

Comme ci, comme ça

Gevonden in een archiefje van een tekenleraar. Tijdperk: 50-er jaren tot midden zestiger jaren, aan de verschillende haarstijlen te zien. Begint met een baard en later lang haar. Het type leraar dat een verademing was op school. Iemand waarmee te praten viel, iemand die je nieuwsgierig maakte. 

Hij deed vast de decors en aankleding voor de jaarlijkse toneelavond. Ik heb ook zo’n inspirerende leraar Nederlands gekend, mijnheer Sef Passage. Die behandelde in z’n lessen de achtergrond van klassieke stukken. Als hij tekstbehandeling deed zag je het stuk al voor je. 

De fotograaf heeft niet geprobeerd om op dezelfde hoogte als de acteurs te komen. Zo zag je het vanuit de zaal, zo bleef het mysterie intact. Iedereen mag zich opeens anders gedragen. Deze scène speelt zich af in Parijs. Wat luchtige schetsen geven een impressie. Een zonnescherm boven een terras, de huurkazerne met vensterluiken en natuurlijk, de Eiffeltoren. 

Parijs was toen een magneet waar alles artistiek was en iedereen er vrij op los leefde. Volgens de mise-en-scène op deze foto kon je urenlang op een terrasje zitten. Clochards herkende je meteen aan de wijnfles uit hun jaszak. Die zaten en sliepen altijd op de grond. Overal artistieke meisjes met een paardestaart of keurige dames met joyeuze hoedjes, iedereen deed mee. 

En dan kon het gebeuren dat er zomaar een beroemd schrijver of schilder het terras passeerde. Die herkende je meteen aan z’n baard, de excentrieke handschoenen en het krantje dat hij las ‘en petit promenade’. Un boulevardier, een levenskunstenaar. 

Speelde de tekenleraar een cameo rol? Hé, dat jasje! Hangt nu bij mij in de kast.

28 | 3 | 2021
82

Magie

Ik heb dit schilderij bij het voeteneind van m'n bed hangen. Het moet me rustig maken, maar het blijft me bezighouden. Hangt het er voor m’n gemoed of als voorbeeld van een gelikt genre? Gaat het over troost of doem? De eeuwigheid? Kitsch of Kunst? 

Soms wil ik het pad op, dat linksonder begint. Misschien raak ik verdwaald in een fantasiebos, zoals de televisieschilder Bob Ross ze altijd maakte. In een half uur kon hij, schijnbaar moeiteloos, een compleet landschap oproepen. Dat ging met allerlei trucjes. Hoe handige techniek opeens emotie kan worden, is iedere keer weer een wonder. Hij verzekerde je ervan dat je het zelf ook zo zou kunnen. Kloddertjes verf (titanium white) op een breed paletmes worden opeens een paar schuimkopjes. 

Net als bij Ross blijft mijn schilderij schetsmatig. Wij maken het af. Een paar strohalmen in de voorgrond staan voor struikgewas; in de blaadjes aan de bomen zie je het tamponeren terug. Die schuimkopjes komen op ons af en rollen niet naar de oever. En waar komt al dat licht op die boom op links eigenlijk vandaan? Het is alsof Hans Klok je een van zijn trucs uitlegt en je toch weer te slim af is. Het blijven illusies. 

De vader van inspecteur Wallander schilderde zijn hele leven lang hetzelfde landschap. In twee variaties, met of zonder korhoen: ”In the old days, his father’s paintings had always seemed to him something to be ashamed of, to be taking advantage of people’s bad taste. It now seemed to him there might be another way of looking at it. Perhaps his father painted pictures that gave people a feeling of balance and normality they were looking everywhere for, but only found in those unchanging landscapes”.

Henning Mankell, The Man Who Smiled (2005)