Zomers Buiten
Zo te zien een doodgewone foto van een uitzicht. Nou ja, gewoon.
Middelhoge schapenwolkjes à la Magritte. Een venster dat uitkijkt op een paradijselijk landschap. Je verlangt naar de verte. Zoals in de portretten met uitzicht van Jan van Eyck en Rogier van der Weyden. Zogenaamd niets aan de hand. De ramen staan wijd open om een zuchtje wind te verleiden de hete kamer te verkoelen. Het blijft snikheet. De zon is op z’n hoogste punt. Het is twaalf uur ‘s middags.
Alles wat je ziet is contrastrijk. Alleen maar hoge lichten en diepzwarte schaduwen. Vooral als je tegen het licht in kijkt. Als je dan het licht meet in de donkerste partijen, zullen de normaal aangelichte partijen er als overbelicht uitzien. En omgekeerd. De verschillen zijn te groot. Voor reflectieschermen staat de zon te hoog boven het dak.
Dan maar een koekje van eigen deeg. Extra lamplicht of inflitsen is de enige remedie. Wel opletten dat er geen valse schaduwen ontstaan. Niet helemaal gelukt. De bloemen heb ik daarna weer terug in de schaduw gezet en hebben als beloning een extra scheutje water gekregen.
Onze ogen zien wat we kennen, ook al klopt het niet.
A Hidden Life
Een raadsel, die tekst en dit beeld. Het vliegt voorbij; ik zet het even stil. Die karige titel, het blijft een cliffhanger. Achter dat woord ‘Hidden’ zitten veel betekenissen en bedoelingen. Alsof je aan een sprookje begint.
“Er was eens”. “Life” maakt het nog mysterieuzer. Wat is er dan levenslang onder dit dichte gewas verstopt? Het beeld is panoramisch, je kunt het niet in één keer overzien. Als je naar de tekst kijkt blijft er veel ruimte aan de randen over. De lichte bolling van dit landschap roept een globegevoel op. Als dit het begin is van een universeel verhaal, dan zal de onderste steen bovenkomen.
Deze afsnede werkt verstikkend. Een panorama van een berglandschap hoor je zo niet te verminken. Een bergtop verwijderen en kiezen voor een groen groen knollenland moet opzet zijn, vluchten is onmogelijk. Je ziet Gary Grant schuilen voor het sproeivliegtuigje.
Een toren en werkende mensen op het land doen denken aan de Middeleeuwen. Het echte leven; zwaar en nijver werk in het aangezicht des Heren. De gebroeders Limburg, schilderden het getijdenboek ‘Les Très Riches Heures du Duc de Berry’ tussen 1413 en 1416.
De enige afleiding in dit strenge landschap is dat torentje op de horizon. Puur functioneel, geen overdaad. Duits? Oostenrijks? Alleen voor zon- en feestdagen en het aangeven van de uren. Maar het ziet ook alles, houdt controle. God ziet U.
Dit beeld gaat over iets fundamenteels, de spanning tussen de buitenwereld en het benauwende leven in een kleine gemeenschap.
Het is het openingsbeeld van de film: ‘A Hidden Life’ van Terence Malik uit 2019.
Parijs 1954
Stond ik er maar weer. Op de coverfoto van Ihei Kimura’s boek over Parijs is de ochtend net begonnen, er hangt nog een lichte nevel. Hier valt een wereld te ontdekken. De eerste zonnestralen in je nek. Wat een introductie.
Parijs is de fotografiestad bij uitstek. Het laat meer dan andere steden een hoop aan de verbeelding over. Ik moet altijd even onder de Eifeltoren staan, maar heb nooit zin om naar boven te gaan. Zoals iedere oude dame houdt de stad haar imago intact, alsof ze nooit lijkt te veranderen. Totdat ik dit boek zag, Parijs als jongere vrouw.
In 1954 werkten er weinig straatfotografen in kleur. Te duur; dat kon totdantoe hoofdzakelijk in de reclame. Bovendien was de 10 ASA-waarde te laag voor snel reportagewerk. Kimura had van de firma Fujicolor 50 rollen film meegekregen, maar de verleiding om dus vooral kleurige onderwerpen te kiezen bedwong hij. Het ging hem meer om de inhoud.
Doisneau en Cartier Bresson hebben hem geholpen bij het uitzoeken van interressante locaties, maar je ziet dat hij daar uiteindelijk zijn eigen draai aan geeft. Wat vindt een Japanner in die tijd nou typisch Frans?
Hoe ze over straat lopen of op een terras zitten. Zonder opsmuk. Je ziet het aan zijn timing; hoe tikt een vrouw haar sigaret af terwijl er een Martini asbak voor haar op het terrastafeltje staat? Très chique, ze kijkt hem aan vanachter haar zonnebril en praat rustig verder met de man naast haar.
Of er loopt een kleine, gezette vrouw over straat in een rode jurk. Vast handgemaakt. Ze lijkt omgeven door vrouwelijke bodyguards. Haar hoofd is te oud voor haar korte lijf, maar ze kijkt hem aan met een zekere arrogantie; had je wat? Winogrand avant la lettre.
Parijs en haar inwoners komen trots als verarmde adel op Kimura’s foto’s over, in deze naoorlogse periode. Nergens grandeur, maar zoals het er toen echt uitzag. In kleur!
December 1978
Er zat spanning in deze mededelingen, iets vluchtigs. ‘Ontspannings Centrum’ kwam niet echt relaxed over, eerder bureaucratisch. Of uit een bestemmingsplan. “Niet elke” betekende dat er ook Surinamers waren die wel “junky” waren. De spanning van uitgeknipte letters uit kidnapbriefjes. Of neutrale Hollandse vitrage die de vuile was binnen wil houden. De krappe spatiëring en de betekenis van een gevallen ‘G’.
Ik reed er langs en die ontwapenende eerlijkheid trof me. Dat zag je niet vaak, ik dacht eerst aan locale solidariteit. Nu blijkt dat het een Surinaamse kraakactie is geweest. In het linkerraam hing eerst de tekst; “Wij willen ons eigen plekje”. Niet hard genoeg, teveel welzijnsterminologie. Misschien was dat toen de sfeer in Amsterdam. Relax man.
Het Engelse “Junky” is nu “junkie’. Het is kleiner geworden. “Junky” staat voor “worthy of being discarded and meaningless or unbelievable”. Zo kijkt de maatschappij er tegenaan. Hier is iemand met een precies taalgevoel bezig geweest.
Een “Junkie” heeft ook een onlesbare aandrang. Maar het gaat nu over meer. Er is obsessie bijgekomen. Iemand die fanatiek boodschappentasjes verzamelt valt er ook onder. Taalgebruik dat het extreme langzamerhand inkapselt.
Na de Onafhankelijksverklaring van 25 November 1975, begon voor vele Surinamers de emigratie naar Nederland, en werd het er hier een stuk swingender op. Maar niet iedereen kon zich zo snel aanpassen of werd getolereerd. Vandaar deze actie. Tegenwoordig heet dit pand weer gewoon de Ysbreker.
Toen al een toepasselijke naam, totdat je de datum op de gevel leest: 1702.