franfotoblog

27 | 10 | 2021
135

De Pers

4e F.T.G. BEURS GEOPEND
Wethouder W. Steinmetz heeft Maandagmorgen in het R.A.I. gebouw te Amsterdam de vierde Federatieve Textiel Grossiersbeurs geopend.
Na de openingsplechtigheid maakten de autoriteiten een rondgang langs de stands. Links Wethouder Steinmetz, naast hem de heer Voorzanger, Voorzitter van de beurscommissie, die met aandacht het werk van een Javaanse wefster volgen, die bij de ingang van de tentoonstelling tezamen met vertegenwoordigers uit andere landen haar kunstzinnige zrbeid demonstreert.
17 januari 1955   FOTO  ANP  JZR  HMR
1055/              B:   PM

23 | 10 | 2021
134

Eau de Juillet

Ik kreeg m’n gedachten maar niet op een rij, toen ik door de verlaten vertrekken van een groot leeg huis op het Franse platteland dwaalde. Het zat tussen nergens aankomen en niemand die iets ziet. De schijn van aanwezigheid en de realiteit van verlatenheid. Alles onder handbereik en toch onaanraakbaar.

De desolaatheid van verlaten huizen waar ieder moment weer het leven kan worden opgepakt, heb ik nergens zo sterk gevoeld als op het Franse platteland. Een Hollander die al jaren in Frankrijk woont, vertelde me dat het eigenlijk allemaal erfeniskwesties waren. De oorspronkelijke bewoners waren het huis uitgedragen en de nabestaanden konden het maar niet eens worden over de erfenis of boedelverdeling. Tot er een beslissing valt, blijft alles zoals het was. Dat wordt door iedereen gerespecteerd.

Een aardige Amsterdamse gewoonte is dat alles wat op straat gezet wordt, als eigendom van een eerlijke vinder kan worden beschouwd. Het zelfreinigende vermogen van een wereldstad, houd ik mezelf gemakshalve maar voor. In die badkamer was er keus te over. Daar moesten die Fransen maar aan wennen.  De verfranste Hollander vond het gewoon diefstal. Als herinnering aan deze netelige kwestie heb ik het flesje van Yves Rocher voor vernietiging behoed en mee naar huis genomen, waar het nu een rustige oude dag geniet.

20 | 10 | 2021
133

Intimi en Vreemden

Ik ben wel blij met de titel van dit stukje. Gehoord op de radio. Dat je een uiteindelijke keuze voor een titel hebt uitgesteld en op z’n beloop hebt gelaten, betekent nog niet dat je het vergeten bent. Ik blijf dan alert op alles wat voorbij komt en eventueel bruikbaar is. Dit was zo’n moment, de cirkel was rond. 

Het eerste wat ik dacht toen ik de affiche voor de nieuwste film van Alex van Warmerdam zag, was dat ik zo’n situatie tussen twee mannen ergens anders van kende. Natuurlijk uit allerlei films, maar deze keer ook van een flmstill. Ik zag het gezicht van Michel Piccoli voor me, vooral die bril. Het bleek een scène uit ‘l’Attentat’ te zijn uit 1972, van Yves Boisset, met Michel Piccoli en Gian Maria Volonté. 

Ik kan me niet voorstellen dat Van Warmerdam op de hoogte was van een zekere gelijkenis, en het meer mijn rare associatie is dat ik deze twee beelden aan elkaar koppel. Ze hebben hetzelfde uitgangspunt. De suggestie van een ernstig gesprek, of misschien beter: een onderhoud. Dat klinkt wat gebiedener, wat dreigender. Zoals de Capo het altijd goed met je voorheeft, en jij weet dat dit niet zo is. Maar je moet wel. 

Op de affiche lijkt de linker figuur juist iets te zeggen en de rechter man zijn oren niet kan geloven, er staan rimpels tussen zijn wenkbrauwen en hij trekt z’n mond iets omhoog. Dit zou de verbeelding van een gerucht of roddel kunnen zijn. Iets intiems. 

Maar die bril doet hier zijn werk, de spreker wil anoniem blijven en wordt daardoor gevaarlijk. Een man met duistere bedoelingen. Op de foto is dit moment al gepasseerd, Piccoli lijkt af te wachten wat het effect van zijn woorden zijn. Nu buigt de tweede man het hoofd. Wordt hij beschuldigd, wil hij iets niet aanvaarden of overweegt hij iets? 

We zullen naar de film moeten om het raadsel op te lossen.

13 | 10 | 2021
132

Kop en schotel

Als kind had je niet zo veel in te brengen als het over belangrijke dingen ging. Dat gold ook voor de eerste Heilige Communie. Het was iets dat ik over me heen liet komen; ik begreep er niets van. Het voelde meer aan als een plicht ten opzichte van je ouders, dan dat ik er zelf iets aan had. Een echte rite de passage. 

Ik kreeg wel een nieuw pakje aan, grijs, op de foto’s te zien. En ik mocht plaatjes uitdelen waar mijn naam op stond boven een stukje met stichtende woorden. De herinneringsoorkonde van die dag heb ik nog op zolder hangen. Voorbedrukt en later met mijn naam en datum ingevuld. Van die dag kan ik me niets meer herinneren. 

Later werd het me duidelijk dat ze er beneden de rivieren anders over dachten. 

Als je naar deze kop en schotel kijkt, moet het er daar grootser zijn gevierd. Soms kom je ook cassettes tegen waar nog de vormen in terug te zien zijn van een vork en een lepel, het eerste communiebestek. Messen ontbreken, een kind van die leeftijd kreeg alles keurig voorgesneden op z’n bordje. 

Het gouden randje op kop en schotel doet bij alle afgebeelde symboliek van korenaren en druiventrossen wat werelds aan. Je had schijnbaar een overwinning op iets behaald, en van zo’n hoog niveau dat je hier alleen op zon- en feestdagen thee uit mocht drinken. Of misschien helemaal nooit niet, als je het zou breken was alles voor niets geweest. 

Precies op de plek waar je je onderlip plaatste stond nog eens een vergulde vermelding van deze grootse gebeurtenis: ”Herinnering aan 'mijn' H. Communie”. Alsof je jezelf daar voortdurend aan wilde herinneren, al die anderen er part noch deel aan hadden.