Atomiumselfie
Sommige fotohotspots zijn voor mij te overweldigend om zomaar vast te leggen. Ik wil afstand houden. Hou ze het liefst buiten beeld. De geur van een parfum werkt betoverender als je de draagster nauwelijks ziet. Andere fotografen hebben daar geen moeite mee en benadrukken de status van zo’n plek. Misschien is het bij mij ook een lichte huiver voor vaststaande legendes.
In de buitenlucht komt het maken van selfies voor bij beroemde, òf hoge gebouwen en locaties. De Eiffeltoren, de Sagrada Familia of de Heineken Brouwerij. Niemand mag voor verrassingen komen te staan, dus iedereen weet waar dit is. Onderliggende boodschap: “Ik heb iets bereikt, ik was hier”. Zo wordt een legendarische plek voortdurend benadrukt en groter. De aanwezigheid is belangrijker dan de plek of het monument zelf. Alleen het uiterlijk en het imago worden gebruikt. Het bewijs wordt groter dan de band of de emotie.
Dit fotootje drukt het belang van het Atomium wat naar achteren. Het gaat meer over de aantrekkingskracht. Die geldt net zo goed voor mij, al probeer ik mijn aanwezigheid te verstoppen achter dit echtpaar. Zonder dat monument had ik deze foto niet gemaakt.
Deze fontijn lijkt er in 1958 speciaal voor neergezet, al is het er wel een eind vandaan. De schaal van het monument is op deze afstand teruggebracht tot een wat menselijker maat. Het is een plek waar ook veel auto’s worden vereeuwigd, vooral de wat sportievere modellen. Scheef in beeld en de koplampen aan, net zoals in de reclames. Jammer dat er nooit iemand in mag zitten.
Als het maar lijkt op een droom van een ruimteschip dat op aarde terecht is gekomen.
Voor en tegen
Toen ik de reclame op links zag, was de eerste gedachte dat het over de blikrichting van de linkeracteur ging. Oudere man geïnteresseerd in vrouwenborst. En dat hij over een goddelijke lichtstraal beschikte, die dwars door iedere kleding het naadje van de kous kon blootleggen. Zeer suggestief. Als je meer wilde weten moest je maar naar Frascati.
Het bleek allemaal wishful thinking, projectie zelfs. Die ‘straal’ was het overblijfsel van een strook papier die hier ooit overheen geplakt was, en later weer verwijderd. Toen herinnerde ik me ook zo’n strook over een Carré affiche, en de vraag of de tekst er op samenhing met de “Voor Joden Verboden” aanduiding uit deTweede Wereldoorlog.
Voor de fotografie, of meer nog het tijdsbeeld, is deze affichecensuur bijna een goudmijntje. In een enkel beeld wordt een onzichtbaar gevoel zichtbaar. Een mening over vaccinatie, het uiten ervan en het voorkomen dat die zich verder verspreidt. Maar je moet wel weten wat er te zien was, waar die balk in zijn ogen voor stond.
Gauw nog even een rondje door de buurt, die Carré-affiche was al een week geleden. Achter het Rijksmuseum was het een puinhoop, de trambaan werd vernieuwd. Weinig loopruimte, hier had de afficheplakker geen zin in gehad, daar hing deze beauty nog. Is het toeval dat beide voorstellingen namen hebben die je makkelijk in verband kunt brengen met een minderheid in de maatschappij? Of is het een poëtische strookplakker?
Olympia Keeper
Als ik de achterkant van dit boek niet als eerste had gezien, was ik vast verder gegaan met het zoeken in die berg tweedehands boeken. Dit zie je niet vaak. Vooroorlogse aandacht voor pubers, met een licht-erotische uitstraling. Oh-la-la.
In zwart-wit en een gebroken rug. Deze keeper heeft heel wat doorstaan om me tachtig jaar later nog te bereiken. Hij hield zijn doel schoon in de tijd dat keepers hun eigen kleding droegen en een pet op hadden, om regen en zon te weren en de concentratie te verhogen. En zich te onderscheiden, ik kan me geen midvoor met pet voorstellen.
De foto is gemaakt door Karel Egermeier. Henri de Montherlant heeft er wat stukjes bij geschreven onder de titel: “Paysage des Olympiques”. Passend in de geest van de Körperkultur uit die tijd. En dan de wat luchtiger, Franse, kant natuurlijk. Er hangt nog een zekere onschuld aan dit boek. Het was de laatste keer.
Achterin staat: “ACHEVÉ D’IMPRIMER SUR LES PRESSES DE E. AULARD, IMPRIMEUR A PARIS, LE XXI MAI MCMXL.” De censuur had er op de 8e mei nog naar gekeken en het goedgekeurd. Frankrijk capituleerde drie weken later.
Egermeier (1903 - 1991, “un photographe tchèque spécialisé dans la photographie masculine”, volgens Wikipedia), trok in het begin van de twintiger jaren naar Parijs. Zijn eerste foto’s stonden op de Scoutskalender van 1936.
Gezonde jongens in de buitenlucht, schaars geklede meisjes in sportieve competitie. “Ce qui est vraiment beau, est toujours fort” staat er onder een foto van een meisje in de starthouding op de sintelbaan. Van de 80 foto’s zijn er 60 van jongens.
Smerig
Gevonden op de Albert Cuypstraat op een regenachtige dag. Ik herinner me de glans toen ik me voorover boog om deze polaroid op te rapen. Net als bij schelpen zijn ze nat altijd op z’n mooist. Ik viel ook op de kleur van zijn coltrui, polarood.
Door het vocht was de beschermlaag week geworden, bekrast en besmeurd. In die tijd zag je veel 'bewerkte' polaroids. Erwin Olaf hield er in 1995 voor zijn serie, over kinderen met het syndroom van Down, een aanstekertje onder. Maar Les Krims deed dat al twintig jaar eerder. Hij gebruikte daarvoor het gummetje van een potlood. Door het wrijven over een Polaroid, kon je de emulsie in elkaar laten overvloeien. Het effect deed aan Dali’s zachte horloges denken.
Iemand mailde me ooit dat ze negatieven in de tuin had begraven. Ik denk dat ze de beelden iets extra’s wou meegeven. Een geschiedenis, een leven. Daar deden deze paspoortfoto’s me ook aan denken. Er is over hem heen gelopen. Hij is vast dood.
Soms probeer ik in de uitdrukking op z’n gezicht iets terug te vinden van een reactie op dit over je heen lopen. Op de foto linksboven kijkt hij wat angstig in de lens en lijkt hij de naderende voetafdruk te willen ontwijken. Rechtsboven is dat al weer verdwenen en is de uitdrukking lichtelijk nonchalant. Maar dat beviel niet en hij draaide z’n schouders wat rechter in beeld en keek het naderende gevaar recht in het gezicht. Op de laatste foto alleen nog een zachte glimlach. Hij wist dat ik hem niet zou laten liggen.