Niets
Soms verlang ik naar het absolute niks in beeld. Geen betekenissen, geen duidingen, geen verwijzingen naar, en geen constructies; echt hélemaal niets.
Oude mannen die hetzelfde willen blijven zeggen, maar in steeds minder woorden?
Was het maar zo makkelijk, want je weet meteen dat dit ‘Industriegebied’ is. Zo’n gebied zonder enige uitstraling. Lijkt het. Maar ligt dat ook niet aan de fotograaf? Waarom is er gewacht tot dat rode autootje uit beeld was? Ik heb het met Hans Aarsman wel eens gehad over de vraag of je een saaie straat ook saai moet fotograferen. Want als het echt saai is, kijkt er geen hond.
Het gaat in de fotografie om duidelijkheid, ook als je iets meer wilt zeggen dan het direct zichtbare. Wat je ziet op zo’n foto, kan ook een symbolische betekenis hebben. Een weg die je ergens anders kan brengen, het gras dat naar ‘Natuur’ verwijst of anonieme gebouwen die voor ‘Handel’ staan.
En zelfs als je zulke verwijzingen niet gebruikt, of zonder enige betekenis fotografeert, is er nog een term voor: abstracte fotografie. Als ik naar de foto’s van Laslo Moholy Nagy kijk die hij tussen 1937 en 1946 maakte, ben ik af en toe wel blij dat hij met deze onbegrijpelijke beelden eigenlijk ook films aan het testen was op hun kleureigenschappen.
En bestaat er een parallel met de schilderkunst, als je denkt aan het witte/zwarte vierkant van Malevich of de pissportraits van Andy Warhol? Hebben die een antwoord?
Ik ben er voorlopig nog niet uit.