franfotoblog

20 | 12 | 2020
54

Pui

Gemaakt in Noord Frankrijk. Om de luchtige kleuren en de strenge symmetrie. De samenhang in het geel van de tegels buiten met de luxaflex binnen. Of de tegenstelling van een moderne metalen zonwering en ouderwetse vitrage. Maar vooral om een onzichtbaar drama. 

Het drama van de leegloop in kleine dorpen en woongemeenschappen. En de toename van het autogebruik. Supermarché’s i.p.v. buurtwinkels. De ‘vooruitgang’ en de kaalslag. 

Tijdperken zijn te herkennen in het gebruik van een metaalsoort. Deze gevel hoort bij de tweede helft van de vijftiger jaren. In 1957 werd het verdrag voor de Kolen- en Staalgemeenschap gesloten. Over en weer werd metaal goedkoper. Het mooist kwam dat tot uiting bij de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. De oorspronkelijke bollen van het Atomium waren van aluminium. Het atoomtijdperk. Nu van roestvrij staal. 

De vooruitgangsgedachte, de ruimtevaart en een onbekende toekomst waarin toen van alles mogelijk leek. Dat optimisme zie ik ook in de toepassing van deze aqua kleuren. De onschuld van het blauw, het ‘moderne’ van de citroengele tint. 

Het zit ook in die handgreep. Een toverstaf op een goudkleurige entree. Ik kan het geluid waarmee zo’n deur sloot nog horen. Een droog zuchtje, niet het kordate, heldere geluid van een houten deur met ijzerbeslag. De metalen omlijsting leek alle trillingen te absorberen. Kleine sensaties als je in Frankrijk naar de bakker of de slager ging. Je betrad het domein van een ambachtsman en er kwam je een lekkere geur tegemoet. 

Allemaal verdwenen. Maar wat doe je met zo’n kale winkelruimte? Toen ik de sticker op de deur bekeek, werd het me duidelijk. Hier woont en werkt Harley Davidson nu in stilte.

13 | 12 | 2020
53

Poetry & Motion

De sierlijkheid van dit schaalmodel wordt groter door de tekst op het prijskaartje. Beiden vullen elkaar aan in dit tijdperk. Er is een gat geslagen tussen toen en nu. We kijken anders naar het verleden dan we gewend waren. 

Zonder dit commentaar had ik die zeven euro 95 nooit betaald. Bijschriften bij geëxposeerd werk lijken altijd het wezen, of het waarom van wát we zien te bepalen. Daar mag je niet van afwijken. We zijn gewend instructies te volgen. Als de kunstenaar het zo bedoeld heeft wie zijn wij dan, er iets anders over te denken? ‘Abstractie no. 4’, kan toch niets anders voorstellen? U leest toch ook dit stukje? 

In dit tekstje ontbreekt iedere neutraliteit.  Het is een persoonlijke mededeling, elk  weerwoord is overbodig. Het “weet-je-wel” had er ook nog bij gekund; we zitten ook in het complot. 

Net als John Lennon die op een expositie een ladder op moest klimmen om op het plafond het woordje “YES” te lezen. Zoals hij toen betoverd raakte door Yoko Ono, zo val ik voor de stelligheid van het modieuze taalgebruik op dit briefje. Ik hoor meteen twee hartsvriendinnen aan de rooibos achter het Concertgebouw. En tegelijk het besef dat in sommige kringen die jaren ’80 tot een ver verleden behoren. Terwijl ik net aan Donna Summer en The Village People gewend raak. 

10 | 12 | 2020
52

Boekcovers

Gisteren gevonden: twee boeken van Dr. Paul Julien met originele omslagen. Uit 1940 en 1949. Ontworpen door zijn broer Charles. Ik had ze nog nooit gezien; Julien’s boeken worden altijd aangeboden zonder die omslagen. Tijdloze oorschelppiercings! 

Zijn archief wordt beheerd door het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. 
Andrea Stultiens bestudeert zijn werk en heeft er tentoonstellingen mee gemaakt. 

Uit de introductietekst voor haar expositie in het Limburgs Museum: ”Als gepromoveerd scheikundige maakte dr. Paul Julien tussen 1926 en 1962 op eigen initiatief zeker 29 expedities naar verschillende delen van Afrika. Hij deed serologisch bloedonderzoek onder geïsoleerde bevolkingsgoepen, dat moest leiden tot kennis over de verspreiding van de mensheid over het Afrikaanse continent. Dit onderzoek had niet het gewenste resultaat, maar de documentatie van zijn reizen resulteerde in veel media-aandacht in Nederland, lezingen en vier boeken, waaronder drie bestsellers.

6 | 12 | 2020
51

Het verlangen

Ik denk bij deze foto altijd dat ‘Het Verlangen’ toch het beste tot z’n recht komt als er een zee of een hoop water te zien is. Hoewel het slot uit de film Casablanca, als Humphrey uiteindelijk Ingrid en haar man op het vliegtuig naar de vrijheid heeft gezet, ook hoog scoort. 

De broosheid van dit negatief maakt dit gevoel nog zwaarder. Bijna verteerd, we raken steeds verder weg van dit moment. Toch kunnen krassen, vuil en chemie de romantiek van het schip en de vuurtoren niet keren. 

Eindelijk terug in de thuishaven. Ver weg geweest, allemaal erg leerzaam, maar nu is het tijd voor de waarheid; het echte leven. Laat maar komen die zeemansverhalen. In ieder stadje een ander schatje… “Baby, I got to go” (uit Louie, Louie)… ”Junge, komm bald wieder” (Freddy)… 

Teveel Freudiaans, zo’n verticale vuurtoren en dat horizontale schip? Het verlangen komt van twee kanten. Vanaf het schip naar de vaste wal en omgekeerd. Maar na een paar dagen thuis begint het toch weer te kriebelen. Hier voel je je niet thuis, aan boord is het leven een stuk makkelijker. Alleen al dat weidse uitzicht of dat je in beweging bent en ergens naar toe gaat. Het leven een doel lijkt te hebben. 

Dit negatief komt uit een mapje waar “Classeur Film”  op staat. Negatieven zijn 4 x 6,4 cm; veel vakantiefoto’s. Vaak aan de kust. Van de 100 pergamijnen negatiefhouders zijn er 40 in gebruik. Een tweeling in matrozenpakjes, Oma in een ligstoel voor de omkleedhokjes en een sportief jong echtpaar in badkleding. Aan zijn galgjes te zien, twintiger jaren. 

Allemaal erg onschuldig, je zou ze willen waarschuwen voor de tijden die gaan komen. Het verlangen alles over te kunnen doen, maar deze keer zoals het had gemoeten.

Fotograaf onbekend