Eddy Posthuma de Boer
1931 - 2021
Ik heb maar twee keer met Eddy gesproken. Over het fotograferen bij jazzconcerten. Bij het uitkomen van de heruitgave van “JAZZ” van Ed van der Elsken mocht ik een stuk schrijven voor Vrij Nederland. Jaren later over zijn foto’s van Gerry Mulligan op de omslag van een cd die in het Concertgebouw was opgenomen.
Van der Elsken had hem in 1958 in Blokker gefotografeerd toen Benny Goodman voorbij kwam. Eddy zit gedraaid op de achterbank van zijn Fiat 500 Cabriolet. Rechterarm losjes over de dakrand, onder de ruitenwisser een nietsontziend bord: ‘Pers’ / ‘Press’. Opzij! Eddy glimlacht omdat The King of Swing er nu eindelijk is, hij al had wat hij wilde hebben. Of dat hij het trucje van Van der Elsken wel doorhad.
Misschien wilde Van der Elsken ook laten zien dat Eddy niet eindeloos doorging als hij eenmaal wat had. Hij was een fotograaf die snel kon werken en zich voor de rest bescheiden opstelde. Daardoor vond ik het vroeger lastig om zijn werk te waarderen. Ik vond hem niet vernieuwend zoals Van der Elsken of Johan van der Keuken, als het over die generatie gaat. Maar hoe ouder ik werd, hoe minder behoefte aan het kijken naar het beeld van de foto. Ik vind het nu interessanter om te raden hoe een fotograaf dacht. Iedere fotograaf, niet alleen de hoogvliegers.
Je kan dat ook lezen in zijn teksten; aan alles merk je het plezier om zich in woord en beeld te uiten. Bij het maken van een portret, zag je aan de ruimte om iemand heen wie Eddy zelf was. Net genoeg om niet te imponeren en genoeg informatie om zo van iemand geen trofee te maken. Iedereen glimlacht, ik ook.