Parrathon
In het Photo Art Center ‘Hangar’ aan het Kasteleinplein in Brussel was een groot overzicht te zien van het werk van Martin Parr. Er mocht niet gefotografeerd worden. Ik zag mokken- en T shirts-makers bedremmeld afdruipen. ‘Parr’, marque déposée.
Het publiek was gemêleerd; oud en jong, deftig en alternatief. Hoe zou het zijn als je zijn werk voor het eerst ziet? Parr werkt in lagen. En een genadeloze timing. Zijn foto’s zien er niet complex uit en nodigen direct uit tot verder kijken. Maar onder die eerste humoristische blik zit een subtiel, venijnige kern. Die vaak met hebzucht te maken heeft, of overdaad, verveling en gemakzucht. Lelijke onbeschaamdheid met een mild uiterlijk.
Veel werk is bekend, maar goed om terug te zien. Door de lellen van afdrukken kan je de foto’s zelfs ‘in’. Daardoor valt de serie ‘Bored Couples’ opeens door de mand.Teveel mensen die hun hoofd op het moment surprême per ongeluk lijken af te wenden. Wat altijd kan gebeuren tijdens een opname. Om dat nou kenmerkend voor iemands relatie te vinden, vind ik overtrokken. De beste foto die dit wél laat zien, is van een keurig ouder echtbaar in een restaurant van de Billy Butlin zomerkampen. Hij staart over haar heen en zij kijkt omlaag en draait wat aan haar trouwring. In dat minieme detail zit alles.
De grootste verrassing stond in de winkel. De scheiding tussen commercie en integriteit werd hier keihard aan de kaak gesteld door een molen waar niet alleen prentbriefkaarten van steeds dezelfde foto van Parr te koop stonden, maar ook de bijpassende sokken hingen. Wil ik die wel hebben? Verklaart hij zichzelf hiermee tot idool? Is de fotograaf het slachtoffer geworden van zijn eigen obsessieve verzameldrang? Ik zou mijn Sadam horloge wel voor een Parrwatch in willen ruilen.
Atomiumselfie
Sommige fotohotspots zijn voor mij te overweldigend om zomaar vast te leggen. Ik wil afstand houden. Hou ze het liefst buiten beeld. De geur van een parfum werkt betoverender als je de draagster nauwelijks ziet. Andere fotografen hebben daar geen moeite mee en benadrukken de status van zo’n plek. Misschien is het bij mij ook een lichte huiver voor vaststaande legendes.
In de buitenlucht komt het maken van selfies voor bij beroemde, òf hoge gebouwen en locaties. De Eiffeltoren, de Sagrada Familia of de Heineken Brouwerij. Niemand mag voor verrassingen komen te staan, dus iedereen weet waar dit is. Onderliggende boodschap: “Ik heb iets bereikt, ik was hier”. Zo wordt een legendarische plek voortdurend benadrukt en groter. De aanwezigheid is belangrijker dan de plek of het monument zelf. Alleen het uiterlijk en het imago worden gebruikt. Het bewijs wordt groter dan de band of de emotie.
Dit fotootje drukt het belang van het Atomium wat naar achteren. Het gaat meer over de aantrekkingskracht. Die geldt net zo goed voor mij, al probeer ik mijn aanwezigheid te verstoppen achter dit echtpaar. Zonder dat monument had ik deze foto niet gemaakt.
Deze fontijn lijkt er in 1958 speciaal voor neergezet, al is het er wel een eind vandaan. De schaal van het monument is op deze afstand teruggebracht tot een wat menselijker maat. Het is een plek waar ook veel auto’s worden vereeuwigd, vooral de wat sportievere modellen. Scheef in beeld en de koplampen aan, net zoals in de reclames. Jammer dat er nooit iemand in mag zitten.
Als het maar lijkt op een droom van een ruimteschip dat op aarde terecht is gekomen.
Voor en tegen
Toen ik de reclame op links zag, was de eerste gedachte dat het over de blikrichting van de linkeracteur ging. Oudere man geïnteresseerd in vrouwenborst. En dat hij over een goddelijke lichtstraal beschikte, die dwars door iedere kleding het naadje van de kous kon blootleggen. Zeer suggestief. Als je meer wilde weten moest je maar naar Frascati.
Het bleek allemaal wishful thinking, projectie zelfs. Die ‘straal’ was het overblijfsel van een strook papier die hier ooit overheen geplakt was, en later weer verwijderd. Toen herinnerde ik me ook zo’n strook over een Carré affiche, en de vraag of de tekst er op samenhing met de “Voor Joden Verboden” aanduiding uit deTweede Wereldoorlog.
Voor de fotografie, of meer nog het tijdsbeeld, is deze affichecensuur bijna een goudmijntje. In een enkel beeld wordt een onzichtbaar gevoel zichtbaar. Een mening over vaccinatie, het uiten ervan en het voorkomen dat die zich verder verspreidt. Maar je moet wel weten wat er te zien was, waar die balk in zijn ogen voor stond.
Gauw nog even een rondje door de buurt, die Carré-affiche was al een week geleden. Achter het Rijksmuseum was het een puinhoop, de trambaan werd vernieuwd. Weinig loopruimte, hier had de afficheplakker geen zin in gehad, daar hing deze beauty nog. Is het toeval dat beide voorstellingen namen hebben die je makkelijk in verband kunt brengen met een minderheid in de maatschappij? Of is het een poëtische strookplakker?