Blijde verwachting
De uitgever had me in een briefing duidelijk gemaakt dat het nieuwe boek van Jaap Scholten ging over een jongen die z’n broer kwijt was geraakt. Ik zag een splitsing in de tijd. Voor en na dat moment. Of ik een coverfoto wilde maken.
Eerst de onschuld, dan het besef van dit niet weten, en uiteindelijk de overgave. Dat moest je ervaren als je dat boek voor het eerst zag. Ik wilde zoveel mogelijk wit in die foto. Mijn neef Zeno zou poseren, een paar vriendjes moesten zich achter in beeld ophouden. Op naar de Haarlemmer Hout. Behalve een reflector in hard zonlicht, heb ik ook nog ingeflitst, om het droomachtige te benadrukken. Je kunt niet meer zien waar het licht vandaan komt. Slaapwandelt deze blindeman of zit er een plexiglas scherm tussen hem en de werkelijkheid? Op de tast of geeft hij zich over?
In de doka een zwarte rand toegevoegd, alsof er een oude camera met lichtlek is gebruikt. De donkere linkerbovenhoek suggereert vignettering (zonnekap te klein voor de gebruikte lens). Om de scheiding tussen de realiteit (Zeno) en de droom (achtergrond) te vergroten heb ik de lens in m’n vergroter tijdens het belichten even beasemd, terwijl ik Zeno bedekt hield. De suggestie van een ver grijs verleden. De foto is nooit gebruikt. De vrouw van de schrijver vond het niks, volgens de uitgeverij.
In hun Nieuwjaarswens vertelden Zeno en Mies dat ze in blijde verwachting zijn.
Play Misty for Me
Mist overvalt me meestal. Je vergeet het weer snel, het is meer weer voor tussendoor. Het vervagen van je blik helpt ook niet bij het onthouden van iets specifieks. Een natte fata morgana, alles verschijnt en verdwijnt.
De benauwdheid van een geïsoleerd gevoel ervaar je wel, maar is niet beangstigend. Zoals een vliegtuig eerst door de wolken moet om daarna in het mooiste landschap te zijn dat ik ooit zag. De eeuwigheid gezien door een klein plexiglas venster.
Het spannendste in de mist is het wegvallen van de diepte in de omgeving. Je ziet geen verschil meer tussen voor en achter, dichtbij of ver weg. Maar m’n herinnering zegt dat die verschillen daar altijd zijn. Niet alleen in het aanraakbare, maar ook in de verschillen in licht. Hoe verder je kijkt, hoe ijler een horizon op je overkomt. In mist is alles gelijkgeschakeld, alles is even onbelangrijk. Alleen maar tinten grijs. [ klik op foto's ]
Tot dat de zon verschijnt en de eerste kleur van het spectrum zich laat zien. Het blauwe licht. Je kunt je nog even vasthouden aan iets dat zich dichtbij bevindt, voordat er steeds meer kleurige details worden ingevuld. Je wacht het af in stilte, de wereld ligt nog onder een klamme deken.