franfotoblog

27 | 3 | 2022
178

Enfin le Printemps

Aanmaak: 17 april 2017 om 19:57  |  Bewerking: 19 april 2017 om 11:47

24 | 3 | 2022
177

Het kleine kastje

Ieder eufemisme om maar meer boeken te hebben is natuurlijk geldig. Helaas doen sommige boeken in een kast zich dikker voor dan ze in werkelijkheid zijn. En hebben de kleintjes het voor het nakijken. Daar heb ik een aparte hoek voor. 

Ze kunnen een handzaam formaat hebben, een aanvulling zijn op, een klein onderwerp behandelen, een beperkte oplage hebben of echt ontworpen om klein over te komen. Waarom heeft ‘JAZZ' van Ed van der Elsken dat kleine formaat? Had de uitgever geen hoge verwachtingen van de oplage (maar waarom dan ook nog een Duitse editie?), of vond van der Elsken de concertfotografie maar een klein onderdeel van zijn oeuvre? 

Het lijkt ook wel of deze boeken harder hun best moeten doen om geloofwaardig over te komen. In de vormgeving is iedere onzekerheid sneller zichtbaar en is de volgorde per pagina aan een strakker regime onderhevig. Bij grote boeken blijft er toch altijd een zekere schroom bij het bekijken, waarvan sommige ontwerpers graag gebruik maken. 

Ik koester de uitgaves van Willem van Zoetendaal of die van Erik Kessels. Het gevoel dat hun boekjes alleen voor kleine kring bestemd zijn, buiten ze intelligent uit. Paul Kooiker’s blote dames zijn er alleen voor mij. Ik ben erg verguld van Saul Leiter’s ‘Profile’ (Thames and Hudson), waar het kleine formaat het gevoel van intimiteit zoals in al zijn foto’s, perfect versterkt. Een handzaam boekje over Cartier Bresson van dezelfde uitgever, geeft niet alleen een beknopt en gevarieerd beeld van hem, maar is ook prachtig vormgegeven. Duane Michals: “A Visit with Margritte” en “Hommage to Cavafy”, “Records” van Ed Rusha en “Le Voyage Mexican” van Bernard Plossu (Contrejour) dienden zich onmiddellijk aan als klassiekers, die ik niet kon laten liggen. En ik kijk altijd met plezier naar de reeks kleine uitgaven van het Maria Austria Instituut, vormgegeven door Henrik Barends die nog steeds boeit. Wordt vervolgd.

19 | 3 | 2022
176

Beat the Beatles

Er klopte iets niet met de hoesfoto van ‘The Beatles Beat’ Alles zag er strak en verzorgd uit. Dat zag je aan de belettering en hoe precies The Beatles zich hadden opgesteld voor de oorspronkelijke foto. Dat moet even passen en meten zijn geweest, wie zit bij wie op schoot. En toch… 

De hoes is voor Beatlevormgeving bijzonder. Nergens vind je zo’n grote rol voor letters. Het lijkt wel of de groep zich voor zo’n wand heeft opgesteld waar sportmensen direct na een wedstrijd commentaar staan te geven. Motto: “You say Goodbye, I say Hello”? 

De foto komt uit de begintijd, Ringo wijst naar z’n ringen, toen een belangrijk selling point. Dat dicht op elkaar leunen moest het idee ‘popgroep’ ondersteunen. Eén samenballing van energie, een hechte unit. Je kunt er zelfs de aanzet tot het getal '4' in zien. Ze werden ook wel ‘The Foursome' genoemd.

Op het eerste gezicht lijkt het of George Harrison beide handen laat zien, tot je in de uiterste rechterbenedenhoek nog een verdonkeremaand handje tegenkomt. Te laag om van Lennon te zijn. Harrison heeft de rechterhand van Lennon even te leen gekregen. 

Ik heb meer moeite met de ogen en wenkbrauwen van de middelste twee, Paul en George. Bij beiden zit hun rechterwenkbrauw altijd iets hoger dan de linker. Die zitten hier spiegelverkeerd. Was dit omdat The Beatles toen nog niet zo bekend waren? Deze Odeon uitgave is uit 1964. Toen ik de hoesfoto spiegelde en het origineel zag, viel me ook nog iets anders op; de dynamiek in de plaatsing op de hoes was weg. Studio Robert Pütz vond het ontwerp belangrijker dan de waarheid. 

16 | 3 | 2022
175

Heinrich Kühn 2

Witte wolken, witte zomerhoeden en witte japons. Hoe zomers wil je het hebben? Liggend in een duinpannetje misschien, of uitrustend na een vermoeiende bergwandeling. Je hebt nog een hele zomer voor je. Maar ik ervaar meer dan dat. 

Ik hoor Jack Bruce zingen in zijn ‘Theme for an imaginary Western’:

“When the wagons leave the city
For the forest and further on
Painted wagons of the morning
Dusty roads where they have gone”
 

Of, nog beter, Ian Dury in zijn “Hit Me with Your Rhythm Stick”: 

“In the Dock of Tiger Bay
On the road to Mandalay
From Bombay to Santa Fe
Over the hills and Faraway”
 

Overal ter wereld wil hij aangeraakt worden door dat kloppende gevoel dat muziek teweeg brengt. Dat ‘Over the hills and Faraway’ laat hij als een echte crooner in zijn zang prachtig wegsterven. Je ziet het voor je. Die haal je nooit meer in, je blijft alleen achter, de karavaan trekt verder. Het gras zal altijd groener zijn aan de andere kant van de heuvels. 

Wat een geluk dat de eerste vrouw op de foto, die uit de aarde omhoog lijkt te komen, er bij is. Zo is het een stoet in beweging. Als de achterste vrouw alleen was geweest had ze me voorgoed achtergelaten. Nu is ze in gezelschap, ze moeten verder.
In ‘Les choses de la vie’(1970) van Claude Sautet draait het eigenlijk maar om één gegeven; waar moet je aan denken als je verongelukt bent? Hoe kan het leven doorgaan, terwijl jij hier langzaam maar zeker op je eentje doodgaat?