franfotoblog

24 | 4 | 2022
186

Doorzicht

Je bekijkt een foto en slaat een bladzijde om. Het licht kruipt onder de bekeken fotopagina en schijnt door de nieuwe heen. Als alles in harmonie is, versmelten beiden tot een nieuw beeld. Dat is me bij Moriyama nu al twee keer overkomen. Toeval? 

Een beetje. Net zo toevallig als er hier twee dieren door portretten heen schemeren, een luipaard en de schim van zijn beroemde foto van een zwerfhond. Of het toeval dat de afgedrukte beelden niet teveel van tint verschillen, maar er één domineert en toch doorzichtbaar is. Zulke mooie versmeltingen kom ik niet vaak tegen. 

De suggestie van een ‘diepere’ laag en de grillige onverklaarbare patronen die schijnbaar niet de opzet zijn, maken dit soort assemblages aantrekkelijk. Ik vind het toeval het belangrijkste. En het helpt ook als de geportretteerden een beetje wegkijken. Schijnbaar onbewust dat er een dubbelbeeld van ze geprojecteerd wordt. 

Het luipaard staat op zijn achterpoten en bekijkt een etalage van Cartier, het in extase verkerende gezicht van een smachtende jonge vrouw er doorheen krijgt nu een extra betekenis. Die kop van de zwerfhond is moeilijk te zien onder het portret dat Koos Breukel van Moriyama maakte. 

Boven de neus van Moriyama zie je het witte hondenoor, uit de haren van M. steekt een flapje: het andere oor van de hond. Denk een driehoek naar beneden en onderaan zit de punt van de neus. Over Moriyama's lippen loopt haaks de bek van de zwerfhond. Je kunt je nu voorstellen waar ongeveer de ogen moeten zitten. Boven Moriyama's linkerneusvleugel als diapositief en op dezelfde lijn, positief net naast dat grijze vlak. 

Bekijk anders pagina 128 van ‘Among Photographers’ van Koos Breukel (Veenman 2007), of zie:  https://www.artsy.net/artwork/daido-moriyama-stray-dog-misawa-2

20 | 4 | 2022
185

Ontroering

Toen ik de hoes voor Paganini’s Eerste vioolconcert van Paul Huf zag, mocht die meteen mee. Ik heb er al twee staan, maar ieder ander verdwaald exemplaar geef ik een mooi thuis. Daar wachtte me een extraatje: de binnenhoes. 

Deze lijkt sinds de aankoop nog nauwelijks aangeraakt. De originele, inmiddels vergeelde pergamijnen, binnen-enveloppe was al bijna verteerd. Die vind je wel vaker in hoezen uit de vijftiger jaren, deze is speciaal omdat de originele verzegeling niet verwijderd is, alleen doorbroken. 

Om een dubbele aankoop en onnodige slijtage (krassen, stof en vingerafdrukken) te voorkomen werd de binnenhoes in die tijd afgesloten met plakkertjes waar op stond dat deze plaat alleen was om te ruilen met een niet verbroken verzegeling: “Bijenkorf Garantie - deze plaat is gecontroleerd door verkoopster no…  Ruilen is alleen mogelijk indien dit zegel ongeschonden blijft”. 

De aankoopdatum is niet meer te achterhalen, maar moet na september 1956 zijn geweest. Op de achterkant van de hoes zit nog steeds een Bijenkorfstickertje met de prijs er op: f 16,90. Er moest een nieuw publiek worden bereikt dat wilde investeren in geluidsapparatuur en grammofoonplaten. Daarom een populaire prijs voor een speciale serie van 52 LP’s: de Philips Favourites Series. Allemaal klassiek, allemaal Huf covers. Normaal betaalde je toen zo rond de f 25,- voor een langspeelplaat. 

Wat je hoort bij het openen van deze binnenhoes is magisch. Het papier mag dan bijna verteerd zijn, iedere beweging wordt beloond met een helder, knisperend geluid. Wat je hoort aan de binnenkant van een plastic capuchon tijdens een zomerse zachte regenbui. Of het openen van een boterhammenzakje. Wat zou er nou weer in en op zitten?

17 | 4 | 2022
184

Iemand anders

You made me forget myself,
I thought I was someone else
Someone good 

Perfect Day – Lou Reed

13 | 4 | 2022
183

Anders om

Ik weet echt niet waar dit over gaat. De enige reële aanwijzingen in “Premium Notebook” zijn een paar jaartallen in Romeinse cijfers tussen Japanse tekens. Ik zal op mijn intuïtie af moeten gaan. Maakt niet uit, het gaat me om de vorm. 

Bij Japanse boeken of tijdschriften moet je met het binnenwerk achterin beginnen. De voor ons logische volgorde om van links naar rechts iets op te bouwen, zoals bij het lezen en schrijven, de opkomst op een bühne of het filmdoek, vervalt hier. Ik leg de gedistingeerde oude man op de palm van m’n linkerhand, houd de achterkant met Japanse tekens voor me en blader van links naar rechts. 

Op links de titelpagina met hetzelfde logo van ‘Premium Books’, dat ook op de achterkant te zien is. Het boekje is gevuld met Japanse tekens die je van boven naar onderen leest, 52 kleine foto’s en een paar advertenties. Die foto’s lijken op filmstills. Vanaf 1951 tot 2011. Gaat dit over een filmregisseur? Alles in zwart/wit, de enige kleur zit op de achterkant. Dat rood-witte doet ook aan de Japanse vlag denken. 

Waarom vind ik Japanse vormgeving zo aantrekkelijk? Is het hoe anderen hun cultuur vormgeven? Dat begon voor mij bij de Egyptische hiëroglyphen. Ook daar zie je een strengheid in tekens die eenvoudig lijkt, maar zeer complex is. 

Ik kijk naar de kracht waarmee die grillige tekens achterop zijn neergezet. Zelfs stukjes van die kalligrafie vormen nog prachtige vlakverdelingen. Dat zit ook in de beheersing waarmee Japanse kalligrafen in één trefzekere beweging zo’n teken kunnen neerzetten. Gisteren hoorde ik Ilja Leonard Pfeiffer iets vertellen over een gezegde dat hij bij zijn Haikido training had leren kennen: “Eén ontmoeting, één leven”. Je krijgt maar één kans tijdens een gevecht, maak er optimaal gebruik van. Japanse vormgeving heeft dat ook.