Glasplaatje
Ik koester deze opname omdat ze opeens tussen een aantal andere glasplaatjes naar boven kwam. Maar ook om de eenvoud, het complexe, de opluchting en de menselijkheid. Alles lijkt haastig in elkaar gezet, want die foto moést er komen. Ze stonden op een keerpunt, hier werd geschiedenis geschreven. Het kunnen passanten uit een bevrijdingsoptocht zijn of de fotograaf zelf en zijn assistente.
De boodschap is complex, er zijn tekstbordjes bij nodig. “De Moffen uit ons land - De Verduistering aan de kant”, zegt het bord van de duistere dame. “Nu pas het licht ontstoken - De vrede is aangebroken”, vult de witte schoonheid aan. Na Corona besef je een beetje wat een opluchting dit was. Dat tegengestelden elkaar de hand reiken, maakt de ernst wat minder, maar wel menselijker.
Doordat haar pruik niet past, twijfel ik over het geslacht van madam Blanc en kijk daardoor ook iets anders naar madame Noir. Het doet er niet toe, de rafels aan hun zomen duiden op haast om alles op tijd klaar te krijgen. Het is ze gelukt. Eigenlijk had de Duisternis niet moeten glimlachen. Maar zie op zo’n dag maar eens een neutraal gezicht te houden.
Hier werden vaker foto’s gemaakt. Gordijn, achtergrond en zuil zijn te groot, te theatraal. Dit is geen huiskamer. Het lijkt alsof ze net uit dat decor-tje zijn gestapt. Een soort poort, ze kunnen er zijn aangekomen of dadelijk weer vertrekken, op weg naar een mooiere toekomst. Er ligt in ieder geval een vliegend tapijtje op ze te wachten.
Wel 'n benauwend idee dat zo'n breekbaar glasplaatje het laatste is waardoor dit is blijven bestaan. Heb ik het nou wel goed opgeborgen?
Jo
Ik zie een gezicht en voel me ongemakkelijk. Er zit iets teveel wilskracht in. Hypnotiserend. Ik probeer alleen naar haar rechter- of linkerhelft te kijken. Maar beiden lijken me aan te staren, alsof ik er niet toe doe, ik iets stoms gedaan heb. Eigenlijk kijkt ze over me heen. Iets anders is belangrijker.
Het is Jo Boer. Kunstenares, avonturierster, maar vooral schrijfster. Als ik me omdraai voel ik nog haar ogen in m’n rug. Soms lijkt het of je als fotograaf geen moeite hoeft te doen om een indringend beeld te maken. De geportretteerde heeft genoeg uitstraling om direct over te komen en een permanente indruk achter te laten.
Zouden sommige gezichtsvormen niet voorgoed verdwenen kunnen zijn? Ik kreeg dat gevoel bij het bekijken van de foto’s van Breitner. Door de industriële revolutie waren er veel mensen uit de provincies naar de stad getrokken. Boerendochters werkten als meiden bij de elite. Juist deze types zocht Breitner wegens hun “eigendommelijk” karakter, zoals hij dat noemde. Ruwe koppen met schoonheid en werkelijkheid verbinden.
Hier wordt een indringende persoonlijkheid ook versterkt door de positie van de camera. Door een wat hoger standpunt lijkt het of Jo je ieder moment naar je strot kan vliegen. Zo kijk je als je net ruzie hebt gemaakt. Het wit onder haar ogen en de hoog opgetrokken schouders duiden op een naderende katachtige sprong.
De haardracht, de grijstinten, de filmsterrenfoto-onscherpte of het preegje van ‘studio Frans Hals’, alles doet vooroorlogs aan. Late twintiger jaren? Korte jongensachtige kapsels uit Berlijn, de Bauhaus bevrijding, de Nieuwe Zakelijkheid. Jo Boer werd geboren in 1907. Haar meest schrijnende roman gaat over haar jeugd: Kruis of Munt.