Verdriet
Ik weet niet meer hoe ik hier aan kom. Wel dat ik meteen gegrepen was. Hoe je met een stuk hout na zoveel eeuwen, nog zo levendig en geloofwaardig kunt zijn. Zo levensecht, bijna een foto uit de Middeleeuwen.
Ik moet altijd eerst naar het scheefgezakte oog van die man kijken. Hij kijkt haar aan en toch weer niet. Er zit iets vragends in die blik. Ik zie wel een gelijkenis met oudcollega Jan Voster. Jan speelde basgitaar in een Bussums bandje Da Capo (1971-1974) en publiceerde een boek met foto’s van Ierse landschappen: ‘Caiseal na gCorr’ (2003). Als fotodocent was hij streng en soms kwaadaardig, maar af en toe zag ik ook wel eens een blik van mededogen. Of een grimmig glimlachje, net als hier. Linkermondhoek naar beneden. Hij begreep je. Die linkerhand op haar schouder versterkt dat. Toe nou maar.
De man weet dat hij op dit moment voorzichtig moet zijn.
Wie zij is weet ik niet, maar ik denk dat het een van de twee Maria’s is die bij de kruisafname aanwezig waren: Moeder Maria of Maria Magdalena. Het is een rouwende jonge vrouw, wat voor Magdalena pleit. Maar de aanblik van dit gezicht is tijdloos, zo lopen ze nu nog rond.
Er is geen kruis te zien, hier gaat het over verdriet. Versterkt door die sluier die het intiemer maakt en haar blik op oneindig. De huidtint is bleek, misschien in de loop der eeuwen verbleekt. Maar het blosje op haar wangen is precies van de juiste intensiteit.
Direct gaat ze iets zeggen, ik voel het; op dit moment doet het er voor haar allemaal niet toe.