franfotoblog

7 | 9 | 2022
223

Méditerranée

Openingstitels voor Alfred Hitchcock’s “To Catch a Thief”. De eerste klap is een daalder waard. Om je meteen in een mediterrane stemming te brengen opent deze film uit 1955 met een etalage van een reisbureau. Het is niet de bedoeling dat we hier langer dan 8 seconden naar kijken. Daar komen de titels al. 

Terwijl het Amerikaanse verkeer in de extra blauwe spiegeling komt en gaat, verschijnen langzaam de namen van Gary Grant en Grace Kelly door het glas. Omdat ik beelden van de Eiffeltoren verzamel, bleef m’n aandacht hier toch even hangen. Parijs staat los van de Méditerranée, maar voor Amerikanen was het waarschijnlijk toen één pot nat. Hitchcock ging er vanuit dat je dit even tot je nam en je daarna nog half bewust zou kijken naar de rest van het geëtaleerde materiaal. Een eigenaardige verzameling. 

Er hangen vier karige affiches, er staat een schaalmodel van een cruiseschip, een flesje champagne, twee lege glaasjes en er liggen wat plastic druiven. We gaan schijnbaar op reis naar champagneland. Omdat ‘Hitch’ zich minder betrokken voelde bij het filmen dan bij het bedenken en schrijven van zijn films, ging hij losjes om met zulke details.  Gebrekkige achtergrondprojecties of houterig acteren nam hij ook op de koop toe. 

Maar hier zijn Gary en Grace in topvorm en kun je nog steeds de gloed voelen die in die tijd van de Franse zuidkust uitging. Dat werd toen als paradijselijk ervaren. Is dat wel te vangen met wat minimale affiches, een plastic boot en een schaalmodel van een toren? 

Als ik hier naar kijk, ruik ik bijna de droge dennen, de lucht is wat zilt, er hangt een Ambre Solaire geur en er bromt een reclamevliegtuigje in de lucht. Op vakantie! Ik zie Gary de picknickmand openmaken na een wilde rit met Grace door de heuvels rondom Cannes. Méditerranée zo blauw, zo blauw. Allemaal verbeelding, maar het werkt.

4 | 9 | 2022
222

Grijs

Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is - K. Schippers (1936 - 2021)

31 | 8 | 2022
221

Tina

Na het zien van haar biopic “What Has Love Got To Do With It?”, herinnerde ik me waarom ik altijd met enige terughoudendheid naar deze fantastische vakvrouw heb gekeken. Die sprankelende glimlach! 

Het meest ontwapenende wapen dat je hebt als je vreemden ontmoet. Wat haar lach onweerstaanbaar maakt is de schijn dat die alleen voor jou is, je op dat moment het allerbelangrijkst bent in Tina Turners’ leven. Je voelt je speciaal. Heerlijk! 

In de film laat de hoofdrolspeelster die lach met opzet te vaak terugkeren om nog als aangenaam te ervaren. Ze lacht veel weg. Ontkent eigenlijk de realiteit. Natuurlijk is het  belangrijk een gezin bij elkaar te houden, ook al ben je getrouwd met een achterdochtige en zeer gewelddadige man. Door overal door je angst maar mee in te stemmen, zal op het moment wel een oplossing zijn geweest, maar schoof de problemen ook vooruit, erkende ze later. Misschien dat deze bekentenissen andere vrouwen helpen. 

Na haar moeizame scheiding van Ike Turner in 1978, kon ze alleen nog wat schnabbels met andere sterren doen en werd ze een nostalgische act. Dat zou zes jaar duren. 

In februari 1984 was ze even in Amsterdam. Ze zat in de lift; over vier maanden zou haar album “Private Dancer” uitkomen. Haar grote comeback. De interviews die ze hier deed waren een begin. In een achterafzaaltje met vijf journalisten rond een klein tafeltje. Er zaten verslaggevers van een jeugdkrant en een ziekenomroep tussen. 

Ik kreeg twintig seconden. Haar helemaal voor mezelf. Ik ben toen in de haast (5 foto’s) niet verder gekomen dan een wat verlegen gebaar van het opschikken van haar haar en die fantastische lach. Alles scheef en een uitdrukkingsloze houding en ze was weer weg. Haar lege stoeltje was alles dat er over was. Assepoester moest om middernacht weer thuis zijn.

28 | 8 | 2022
220

Fonofotografie 22

James Van Der Zee  1886 - 1983 

‘James Van Der Zee is one of the handful of classic American photographers. His documentation of Harlem and the dominant black figures of the 20th century is enequalied. He is truly a master and we are proud to have his contributions to this project.’ - Lou Rawls