franfotoblog

30 | 11 | 2022

Under Cover

Iedereen kijkt of ziet iets anders, ook al is het onderwerp hetzelfde. Je kijken wordt bepaald door ervaring, voorkeur, karakter of afkomst. Een belangrijke tentoonstelling voor mij was: “Hée…Zie je dat?”, van Ed van der Elsken in september 1966. De bezoeker moest zich net zo verwonderen over het geziene als de fotograaf.

Maar hoe gaf hij door wat hij gezien had? Hoe maakte hij dat wij even net zo wilden kijken als hij? Wat voor onderwerpen vindt iedereen interressant? Hoe veraf ging hij staan of hoe dichtbij? Moest je wat je belangrijk vond in het midden zetten? Of kon je het ergens verstoppen in je foto? Wanneer was het alledaagse bijzonder?

Ik keek uit m’n rechterzijraam en zag dit. Een soort maankarretje dat schuin geparkeerd stond met een wegwerkersjasje over de rugleuning. De bestuurder had schijnbaar overal maling aan en was in de haast verdwenen. Wie doet me wat? Die onverschilligheid werd geaccentueerd door dat lege semi-overheidsjasje. Zoals een dokter fout mag parkeren als hij het bordje “op visite” maar achter z’n voorruit zet. De ‘nood breekt wet’ regel.

Hoe breng je zoiets toch terloops in beeld? Met scherpte en onscherpte kan je al een hoop sturen. Maar ik wilde hier een objectief beeld waarbij mijn keuze niet voorop stond. Een ander, lager, standpunt zou alles meer gelijk schakelen doordat er minder ruimte tussen de voertuigen zou zitten. Dat jasje valt van zichzelf al genoeg op.

Het verhaal vertelde zichzelf dan wel. Hoe een jongen, die kramen heen en weer reed van de opslag naar de markt, even bij z’n jarige broer op bezoek ging met een fles jenever, dat snapt iedereen.