Devotie
Als je geluk hebt kom je in tweederonde winkels in houten bakken vol met glassplinters, nog wel eens een oud lijstje tegen met de oorspronkelijke inhoud. Overblijfselen van interieurs waar de schone schijn tot vroomheid jarenlang heeft standgehouden. Ik herinner me die duistere hoekjes uit de vijftiger jaren.
Want indruk maakte het wel, al die zogenaamde rechtschapenheid, al die goede voornemens. Het mooist waren de schilderijtjes in zwart wit. Strenger kon het niet, er was schijnbaar toch echt nog wel wat meer op deze aarde van belang dan kleur of plezier. De zwakte bij zoveel eeuwigheid, vond ik altijd dat alles zo menselijk was, zo voor de hand liggend. Het ging het schijnbaar niet over details.
Een dik opengeslagen boek op een standaard voor eeuwig brandend kaarslicht maande je aan om dagelijks iets uit de bijbel te lezen. Hetzelfde motief dat je nu in lijstjes met een vergulde, opengeslagen Koran tegenkomt. Gisteren vond ik weer zo’n ouderwets voorbeeld. Een detail uit Han van Meegeren’s “Emmausgangers” uit 1937.
Het volledige schilderij hing bij mijn opa boven de eettafel. Tijdens het ontbijt keek ik zo schuin omhoog op tegen anderen, die ook zaten te eten. Drie mannen en een vrouw. Waarom mocht zij niet aan tafel mee eten? Zou het door mijn oom Piet Pijn, de schilder in onze familie, naar Van Meegeren zijn gekopieerd? Ik snapte niet dat ze zulke rare, dikke en grofgestikte kleren droegen. Of al strijkijzers hadden, als je naar dat tafelkleed keek. Was dat niet te huiselijk, te Hollands? En waarom dan geen vorken of messen? Die borden en wijnglazen zagen er toch prachtig uit, daar had best nog wel een couvertje vanaf gekund. En het raarste, waarom had iedereen dezelfde lodderogen?
Later begreep ik dat ik al die tijd naar een van de grootste vervalsingen uit de schilderkunst heb gekeken. Mijn opa was een keurige katholieke accountant. Dat hij onder het mom van veel devotie, een kopie van een vervalsing waardeerde, wil er bij mij niet in. Waarschijnlijk vond hij het gewoon een mooi schilderij.