Het Verlangen
Het wezenlijke van een trompe-l’oeil is het gezichtsbedrog. De aanname van het oog dat wat we zien reëel is, en de hersenen die dat ontkennen. Ik wil dat deze mannen zich verbazen over dit uitzicht. Dat geen uitzicht is, maar net doet alsof.
Voor mij is die linkerduim essentieel. Die suggereert net voldoende, verbazing. Een plotselinge confrontatie met een andere wereld. Een verrassing om de hoek. Inzicht bij een uitzicht. De man naast hem kijkt er ook naar. Het meisje ziet een derde man die net naar binnen is gestapt.
Alles is zomers. Als er in de etalage een winterlandschap hing zou het over tegenstellingen gaan. Dit is meer in overeenstemming. Korte mouwen, een zonneschermpje over de huif van de kinderwagen, een roze broek en het zonlicht met schaduwen; zo doe je boodschappen in augustus.
Het begint te wringen als je naar die foto in die etalage kijkt. Het gevoel dat je zo een Mediterraans terras op kunt stappen met uitzicht op een blauwe zee, wordt teniet gedaan door een donker vlak dat er als een soort guillotinemes boven hangt.
De harde afscheiding laat een andere wereld zien. Duisternis en onverklaarbare voorwerpen maken dat je snel terug bent in de realiteit. Een elektrabuis waaruit draden in een sierlijke krul naar beneden hangen; hier wordt verbouwd. Dit is een overgangsfase. En is dat een kast of een weerspiegeling van een huis zoals de Chirico ze schilderde, met die grote ramen en lange schaduwen?
Je kijkt naar mensen die zich verbazen over iets dat betoverend is. Maar hoe meer details je ziet hoe gewoner het wordt. Misschien een illusie, maar ik verlang weer naar de zomer.