Kommaneuker
Gewend als we zijn om officiële mededelingen op te volgen, ons netjes te gedragen en daardoor een zorgeloos bestaan te leiden, is iedere verstoring van dit patroon een verademing. Zeker als het met de nodige intelligentie is gedaan.
Dit bord staat aan het begin van de Pomonastraat in Amsterdam-Noord. Hier wordt altijd hard doorgereden. Iedereen wil opeens snel de stad in of uit. De weg is recht en breed en er is niet veel verkeer. Nergens scholen, de huizen liggen niet direct aan de straat, auto’s staan keurig in parkeerhavens en fietsers worden met dunne streepjes aan de kant gehouden. Niets bedreigt de vaart der volkeren.
Vandaar dit bord, maar blijkbaar was het niet dwingend genoeg. Iemand heeft er een komma aan toegevoegd. Er is een nieuwe betekenis ontstaan.
Hier is eerst over nagedacht. Welk materiaal? Een viltstift zou verbleken. Gaffertape is beter. Hoe groot? Van tevoren opmeten. De kromming van het staartje geeft aan dat er thuis, uit het hoofd, wat vrij met het letterbeeld is omgegaan. Dat staartje had iets minder swingend gemogen. Daarna het plakken, anoniem natuurlijk. Ik zie een laddertje om middernacht. De komma moet dichterbij dat ‘matigen’, dan volgt er een adempauze, waardoor het afkeurenswaardige ‘uw snelheid‘ meer nadruk zal krijgen.
Ik stel me altijd voor dat chauffeurs op hun verdere tocht naar de Appelweg zitten opgescheept met dit raadsel.
Natuurlijk nooit weg, maar de kromgebogen hoeken van het bord doen toch denken aan windhozen, of grote vrachtwagens die er maar net door konden terwijl ze vaart maakten. Niks te maren of te matigen.
Machtige armen, het raderwerk en de stilstand waren ooit de drie steekwoorden tijdens de Grote Spoorwegstaking uit 1903. We zijn nog niet veel opgeschoten.
Rue des Grands Augustins
Als ik in Parijs ben moet ik altijd naar de Rue des Grands Augustins, wat er ook gebeurt. Dat is begonnen in 1968 toen ik het boek ‘Leven met Picasso’ van Françoise Gilot bij me had en in Parijs was. Hier had Picasso een atelier waar hij in 1937 ‘Guernica’ schilderde.
Het was mei, maar de studentenopstand ging aan mij voorbij. Ik zat op de stoep van de Rue du Pont de Lodi tegenover het toegangshek van zijn atelier en las dit boek. Er leek me geen betere methode om zo de geschiedenis van vlakbij mee te beleven. Je las, keek en vergeleek. Ik kon me er van alles bij voorstellen.
Picasso ontmoette Gilot in 1942, hij was 62 en zij 21. Vanaf 1946 had zij hier ook gewoond. Ze kregen twee kinderen, maar in 1953 verbrak zij de verhouding. Dat was uniek, het was altijd Picasso die z’n verhoudingen beëindigde. In 1964 schreef ze er dit opzienbarende boek over.
Het was een handleiding hoe je met genialere kunstenaars om kan gaan. Zelf schilderde ze ook. Hoe je het werk dat iemand maakt eigenlijk los moet zien van de maker. Hoe machismo werkt. En hoe lekker het lezen is over de ontmaskering van een tiran en een genie. Dat het door een vrouw geschreven was die het had ervaren, maakte het alleen maar meer authentiek.
Je ziet er nooit veel mensen. Aan de muur hangt een steen die het maken van de Guernica vermeldt. Je kan door het hek kijken naar de vierde etage, naar die grote zolderramen waar hij werkte. Er zijn hier foto’s gemaakt in 1944 waar hij Lee Miller (in uniform) weer ontvangt als Parijs bevrijd is.
Eén keer stond het hek open en ben ik naar binnen gelopen. Verder als de eerste trede van de trap durfde/wilde ik niet gaan. Gauw nog even een foto van het sierkopje op de ballustrade langs de trap gemaakt.
Zoals ik nooit de Eiffeltoren zal beklimmmen, wil ik ook hier het raadsel intact houden.
Dokamuziek
TDK Cassette TDK AD-X60: “Luizenpletters”
A
Flying Burrito Brothers – Man in the Fog
Jo Auvergnat & son Accordeon Musette – Porte des Lilas
Los Lobos – Corrida #1
Martin – King’s Song
Clifton Chenier – Things what they ain’t etc.
Scott Walker – Amsterdam
Muallà Mukkader – Tamara
Flaco Jiminez – Viajanda en Polka
Yves Montand – Rue Lepic
Eduardo Lucchina – La Monterina
Mink de Ville – Closing Time
B
Jo Basile – Fiore d’Italia
Johnny Jordaan – Aan de voet van die oude Wester
Doug Sahm – Chicano
Nicolae Graciunescu – Geamparalele
Elvis – Please Let Me
Johnson Mkhalali – Joyce no. 2
The Klezmorim – Di grine kuzine
The Kinks – Oklahoma U.S.A.
Uit ‘Padre Padrone’ – “Duetto”
Muharem Serbezouski – Gile e Halisake
Yves Montand – A Paris
Champs-Elysées Clemenceau
In het begin schiep God hemel en aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren. Toen zei God: 'Laat er licht zijn!' En er was licht. Daarom vallen we als de elektra uitvalt, altijd weer terug op de oertijd. Opeens zit je in een ander tijdperk. In de diepzee leven vissen die nog nooit licht hebben gezien en het ook niet nodig hebben. Ze maken het zelf.
In het metrostation was ergens een reparatie gaande. Als noodverlichting was er aan het eind van de tunnel een diepzeevis opgehangen waar licht uit kwam. Een bundel darmen zorgde voor de stroomvoorziening. Iedereen liep er maar gewoon onder door. Ik hield ‘m in de gaten. Je weet maar nooit.