Hoek
Hoe zet je een gevoel over in een beeld? Eerst dat gevoel ontleden. M’n eigen ervaringen meten aan een algemene, die anderen kunnen herkennen. Heb ik ooit in de hoek gestaan? Hoe voelde ik me daarbij? Ik heb daar toen nooit moeite mee gehad. Is mijn eerste gevoel, ‘isolatie’, niet veel te dramatisch?
Een lege, koele, grijze ruimte, bijna zonder geur. Metaal, beton, steen en hout. Kale muren zijn kenmerkend voor interieurs van bedrijfsruimtes. Nergens afleiding, hier wordt gewerkt. Alles doet hier z’n best neutraal te zijn, behalve die rode plastic contrastekker. Zelfs de frisheid van het jonge beton, ondanks die vlekken op de vloer. Om al die regelmaat te doorbreken zet ik het verdwijnpunt van de compositie net naast de centrale as. Ik ga al die keurige perfectie niet bevestigen.
De leegte wordt versterkt door die kratten. Met hun tralies om lucht vast te houden. Scheten in een netje, zo weer weg. De leegheid van het voorbijgaande.
De flinke groothoek ontwricht een normale blik, al die weidsheid maakt het nog leger. En wat is de functie van dat grote witte vlak op rechts? Een deur? Nergens een houvast, geen slot of hendel.
Het ontbreken van een raam of deur geeft je het gevoel dat je nergens weg kunt. De metalen grijze banen zijn zoals een garagedeur of een rolluik dicht en gesloten. Het flitslicht suggereert dat dit hoekje anders in het duister gebleven was. Je kunt geen kant op. Claustrofobie is uiteindelijk het gevoel.