franfotoblog

2 | 8 | 2023
314

Thuis bij Celine van Balen  22 - 08 - 2001

30 | 7 | 2023
313

Versailles

De volgorde was hier belangrijk. Moest zij ons aankijken of als een mysterie weer verdwijnen? Ik wilde haar volgen, geen confrontatie. Ze had me even aangekeken en ging verder. Meer niet.

Dat spierwitte haar was natuurlijk een aandachtstrekkertje. Dat wist zij zelf ook wel. Maar moest ik daar dan nog aandacht aan besteden? Had ik er ook naar gekeken als het rood was geweest? Waarschijnlijk had ik het dan meer gezien als een tegenstelling. Want dat was de eerste gedachte die ik kreeg toen ik deze zaalwachtster voorbij zag komen; het gedistingeerde van dat wit in deze omgeving. Nog net geen éminence grise, maar wel passend in de sfeer van de pruikentijd.

Ik dacht altijd dat kardinaal Richelieu zo’n machthebber op de achtergrond was. Maar Wikipedia beweerd wat anders: ”Verwijzend naar zijn rode cappa magna luidde Richelieu’s bijnaam l’éminence rouge”. Het was zijn biechtvader François Leclerc du Tremblay die op de achtergrond aan de touwtjes trok. Hij droeg een grijze monnikspij.

Deze deur speelt eigenlijk de hoofdrol. Als dit een Bruynzeel deur was geweest had ik er een ander gevoel bij gehad. De stijl en de kleur van deze ornamenten kunnen alleen maar voorkomen in paleizen. Omgevingen waar geschiedenis geschreven is. Maar welke dan? Follow me.

26 | 7 | 2023
312

Opgekropt

Zit hier verband tussen? William Klein in New York 1954 en kermis in Münster in 2023. Na het zien van de wat teleurstellende ‘Sommer der Moderne’ tentoonstelling in het LWL - Museum in Münster, liep ik naar de museumshop om fotografieboeken te bekijken. In een overzichtswerk stond natuurlijk William Klein en ik werd weer getroffen door een foto uit zijn boek ‘New York 1954 - 55’.

Zijn bijschrift: “Macy’s Thanksgiving Day parade watchers. Pseudo-poster for the American Dream: Italian cop, integrated Hispanic, Yiddish mama, African-American lady + beret … the Melting Pot.” Niet voor niets de openingsfoto van dit magistrale boek. Dit is fotografie die me gevormd heeft. Klein heeft in dit boek veel fotografische technieken toegepast. Niet alleen de mogelijkheden die een camera je kan geven, maar ook de verwerking daarna in de donkere kamer. Je ziet er ook het denken van Ed van der Elsken en Wim van der Linden in terug.

Hoe kun je een kleinbeeldnegatief tot aan de randen vullen met informatie? Door in een massa mensen met een telelens te werken. Iedere diepte wordt dan platgedrukt. Maar je bent ook afhankelijk van expressies, houdingen en posities. Klein’s vlakverdeling is hier een vierdelig repeterende breuk die je blik voortdurend van die politieman naar die lachende vrouw laat gaan en naar alles wat daar tussen zit. Om daarna weer opnieuw te beginnen.

Toen ik even later op de plaatselijke kermis bij ‘de Rups’ stond moet dit door me heen geschoten zijn. Hier ook die ronddraaiende blik. En door de middelpuntvliedende kracht van de machine werden mensen dicht op elkaar gedrukt met primaire expressies.

Ik wilde me concentreren op één figuur. Ik had geluk, er stapte een middeleeuwse Madonna in die voor twee luidruchtige jongens ging zitten. Toen de draaimolen eenmaal op volle kracht in de rondte vloog, hoefde ik me alleen maar te concentreren op haar hoodie. Iedere keer als die in beeld schoot drukte ik af, geen benul van de inhoud of scherpte. Al ligt die nu bij die lachende jongens, zij blijft het mysterie.

23 | 7 | 2023
311

Groots

Wie was de eerste, vraag ik me altijd af als ik twee foto’s van verschillende fotografen tegenkom die op elkaar lijken. Links Louis Armstrong door Philippe Halsman (1965), rechts Jacques Dutronc van Jean-Marie Périer uit 1966. Armstrong zweeft als een cherubijntje, Dutronc lijkt een acrobaat die uit een circuskanon over ons heen is afgeschoten. Armstrong maakt muziek, Dutronc lijkt ons ernstig te waarschuwen.

Een ongebruikelijke gebaar voor die tijd, we lieten ons toen niets voorschrijven. Dat pak week ook af van wat er toen gaande was. Dit is de ‘minet’ stijl: lang jasje, nauwe taille, krappe schouders en hoge armsgaten. Het was een voorbije modetrend voor Franse jongens, geïnspireerd door de stijl van de Engelse Mods. Op foto’s uit 1966 zie je The Beatles ook nog steeds in jasjes, maar eronder zitten al luidruchtige overhemden en dragen ze broeken met strepen. De flowerpower was in aantocht.

Dutronc week in alles af. Deze LP was een totale breuk met de Franse manier van liedjes schrijven. Alle teksten zijn van Jacques Lanzmann en hebben het rauwe van Bob Dylan en zijn mystiek en poëtische taalgebruik. Dutronc’s nasale stem verhoogt het cynisme. De sologitaar geeft hoekige licks, de basgitaar is stuwend voor Franse begrippen en de drums hebben een dominante rol. Dutronc was een hele goede studiomuzikant voordat hij doorbrak.

De nadruk lag op het individualisme. Hij bekritiseert trends (“Les Playboys” en “Mini, Mini, Mini”), maar spaart zichzelf ook niet (“Et moi, et moi, et moi”). In tegenstelling tot Dylan kon hij ook wegkomen met absurde teksten over cactussen (“Il est impossiple de s’assoir”) of een parafrase op de Esso reclame: “Esso puts a tiger in your tank” (“J’ai mis un tigre dans ma gitare”). Muddy Waters had er in 1960 ook al een lokaal hitje mee.

Zit er nog verschil tussen de manier waarop beiden overkomen? Armstrong appeleert aan zijn sterrenstatus, Dutronc blijft een outsider. De gouden trompet, het prachtige horloge en dat rode strikje geven je een feestelijk gevoel, Dutronc komt over als een stijve dominee. Alle twee doen ze zich groter voor dan ze zijn, bij Armstrong terecht, bij Dutronc meer tongue in cheek.