franfotoblog

8 | 8 | 2021
113

Sssst!

Niemand herinnert zich dit meer. Ik weet zelfs niet waar dit gemaakt is. De reden was een intro voor een boek over theaterfotografie. Het moment is zo onbeduidend dat ik er een foto naast moet zetten. Zo creëer je een tweede laag, de suggestie van een verloop van tijd. Voor en na. Eigenlijk zit de overgang in het wit tussen deze twee plaatjes. 

Waarom zouden deze toeschouwers zich zoiets herinneren? Je zit met een groep mensen in een theaterzaal en wacht tot de voorstelling begint. Het is een fase waar je doorheen gaat, op weg naar iets anders. Van licht naar donker, van verwachting naar de realiteit. Van een groepsgevoel naar een individuele ervaring. 

Om het mezelf moeilijker te maken heb ik de neiging een gezichtsbedrog te laten ontstaan, door de bovenste helft van de linkerfoto weg te denken. Ik kijk dan vanuit een laag standpunt naar het publiek tegen een witte achtergrond. Langzaam trekken het achtergrondgordijn, het plafond en zijmuur omhoog. Of komen ze vanuit de nok omlaag? En begint de voorstelling pas als alles weer op z’n plaats hangt? 

Om het nog lastiger te maken twijfel ik dan ook nog aan de volgorde, waarom niet de linker en de rechter foto verwisselen? Maar dan grijpt de redelijkheid in. Details als plooien in een gordijn, hoeveel lampen er hangen en hoe het plafond er aan toe is, verstoren de concentratie tijdens een voorstelling. Alle aandacht moet naar de illusie en het geloof er in. Geen gefluister en geroezemoes meer. Licht uit: het gaat beginnen.

5 | 8 | 2021
112

Johan over Eddy

Bijgaande foto werd gemaakt in Mopti, Mali, in 1971. Twee jongetjes pakken elkaar vast en met dat gebaar houden ze een man die een kar met gedroogde vis trekt, een groep oude mannen die zitten te relaxen tegen een muur met wat bossage eroverheen, een man op een brommer, vrouwen met manden op hun hoofd, mannen in lange jurken (een zwarte en een witte), een voetganger in tegenovergestelde richting (ook met bepakking op het hoofd), enkele fietsen. een paal met electriciteitsdraden en straatverlichting en een moskee in een precair evenwicht. Een meesterlijke compositie, waarin de acteurs zich op verschillende plans in de ruimte bewegen en het gevoel van diepte versterkt wordt door de atmosferische wazigheid die verderop ontstaat. Terwijl het moment in de fotografie vaak slecht begrepen en overschat wordt, is dit een zeer wezenlijk moment, waarin de wereld op de toppen van zijn kunnen wordt verduurzaamd. 

Als filmer zou je het anders doen. Je zou blijven filmen tot de brommer in de verte verdwenen was, de kar met de vis de electriciteitspaal was gepasseerd, de dames met de manden links het beeld uitgelopen waren en de jongetjes de camera in de gaten gekregen hadden en komische gezichten waren gaan trekken. Alleen de oude mannen zouden het rustig blijven bekijken. Als filmer zou je dan zachtjes-aan wat dichter naar die oude mannen toelopen, je zou proberen rustig voor ze neer te hurken en via de camera contact te maken met hun fantastische gezichten. Je zou, om het wat algemener te stellen, steeds wachten totdat het moment bijna gestorven was, om naar het volgend moment toe te kunnen werken. Je zou het moment aangrijpen als mogelijkheid om in de tijd te komen en te blijven. In de foto gebeurt dat niet zo lichamelijk: hier ligt de tijd voor je klaar en wanneer jij het wenst zet alles zich weer in beweging. Wat is een foto? Een stuk papier dat de fantasie levend houdt.
 

Uit: Zien Kijken Filmen, van Gennep, Amsterdam 1980

31 | 7 | 2021
111

Eddy Posthuma de Boer

1931 - 2021 

Ik heb maar twee keer met Eddy gesproken. Over het fotograferen bij jazzconcerten. Bij het uitkomen van de heruitgave van “JAZZ” van Ed van der Elsken mocht ik een stuk schrijven voor Vrij Nederland. Jaren later over zijn foto’s van Gerry Mulligan op de omslag van een cd die in het Concertgebouw was opgenomen. 

Van der Elsken had hem in 1958 in Blokker gefotografeerd toen Benny Goodman voorbij kwam. Eddy zit gedraaid op de achterbank van zijn Fiat 500 Cabriolet. Rechterarm losjes over de dakrand, onder de ruitenwisser een nietsontziend bord: ‘Pers’ / ‘Press’. Opzij! Eddy glimlacht omdat The King of Swing er nu eindelijk is, hij al had wat hij wilde hebben. Of dat hij het trucje van Van der Elsken wel doorhad. 

Misschien wilde Van der Elsken ook laten zien dat Eddy niet eindeloos doorging als hij eenmaal wat had. Hij was een fotograaf die snel kon werken en zich voor de rest bescheiden opstelde. Daardoor vond ik het vroeger lastig om zijn werk te waarderen. Ik vond hem niet vernieuwend zoals Van der Elsken of Johan van der Keuken, als het over die generatie gaat. Maar hoe ouder ik werd, hoe minder behoefte aan het kijken naar het beeld van de foto. Ik vind het nu interessanter om te raden hoe een fotograaf dacht. Iedere fotograaf, niet alleen de hoogvliegers. 

Je kan dat ook lezen in zijn teksten; aan alles merk je het plezier om zich in woord en beeld te uiten. Bij het maken van een portret, zag je aan de ruimte om iemand heen wie Eddy zelf was. Net genoeg om niet te imponeren en genoeg informatie om zo van iemand geen trofee te maken. Iedereen glimlacht, ik ook.