Kringloop
Ik vroeg of ze ook een tasje hadden voor m’n aankopen bij kringloopwinkel De Locatie in Noord. Kreeg deze en was er meteen gelukkig mee. Maar waarom eigenlijk?
Voornamelijk de onbedoelde anarchie. Uitdragerij vs Grootgrutter. Het verbeteren van een gevestigd logo. En het lot dat deze zak tegemoet moest gaan, bijna een bevel. Vergelijkbaar met de opschriften op verhuisdozen. Alsof er ook tassen naast hebben gestaan met ‘De Slegte’ of ‘Afval’ erop.
Ik kijk naar de fermheid van de eerste zes letters. “Kringl” was het belangrijkst, "oop" zou vanzelf volgen. Wel keurig binnen dat huisjesachtige kader gebleven. Valt me nu pas op hoe scheef het eigenlijk staat t.o.v. 'AH'. Is het eigenlijk wel als huisje bedoeld, past een prijskaartje hier niet beter?
Een viltstift die het kruidenierslogo verbetert. Weg met die gestileerde letters, die me altijd aan een rookworst, een afgekloven appelsteeltje en slappe spagetti doen denken. Allemaal driftig veranderd met dubbelgekraste kapitalen. Oorspronkelijk begonnen in groen, dat droogliep, dus afgemaakt in stemmig blauw.
Ik probeer me voor te stellen hoe je op zulk glad materiaal houvast kan vinden. De achterkant gaat altijd schuiven. Nog een reden waarom die eerste zes letters er zo prominent op staan. Jezelf overtuigen dat je gelijk hebt; die boodschap moet er op en zo’n zak heeft niks in te brengen. Die heeft z’n functie al vervuld.
Mag blij zijn dat ie opnieuw van nut is. Vorm en functie komen hier samen. Deze tekst geeft niet alleen een winkel, of een milieuvriendelijke gedachte aan, maar ook het dubbele gebruik van deze tas. Nu nog statiegeld gaan vragen voor iedere blauwe AH tas, met dit opschrift. Dat is echte kringloop. Het ontwerp ligt al klaar.
Styling the Stars
Hier klopt iets niet. Filmsterren kunnen raar doen op foto’s, maar dan kan je dat zien aan de omgeving, hun expressie of andere mensen op de foto. Is hier niet het geval.
Marlon Brando lijkt net weggelopen van een ernstig auto-ongeluk, maar maakt geen verslagen indruk. Dean Martin speelt op heterdaad betrapt als hij met een dame (Cyd Charisse) een kamer wil binnengaan. Het briefje in beeld doet denken aan politiefoto’s voor identificaties of reconstructies. Er is een tekst nodig om iets onzichtbaars te verduidelijken. Er bestaat meer dan wat we zien.
Dit zijn bewijsfoto’s voor de ‘continuity departments’, die de kostuums maken, de make‑up doen en de haardracht verzorgen bij filmproducties. Als houvast worden er na iedere scene foto’s gemaakt van haar en make‑up. Ze zijn familie van de auditiefoto’s en de clapperboardfoto’s die vlak voor een opname gemaakt worden. Allemaal voor intern gebruik.
Brando houdt een kam vast; deze foto is voor de haarafdeling. Borstels of bezems waren ook bruikbaar. Wat deze foto’s bijzonder maakt is dat de eerste blik de verkeerde is, ze gaan niet over die beroemde mensen. Filmsterren staan naast bordjes, schoolborden (afwasbare krijtletters!) of houden kaartjes omhoog waarop hun gegevens staan. Bewijsfotografie, zoals de foto’s van je antiek voor de verzekering.
De acteurs staan er vaak ontspannen op, het gaat niet om hen. Soms lijken ze geïrriteerd, bang om hun concentratie te verliezen. Het imago vervalt even. We kunnen ze op een ander niveau bekijken. Raar, dat ik ze dan toch weer in een rol zie, de filmster speelt een filmster op een set. Nog een masker achter dat imago.
Boekenhuisje Amsterdam Noord
Geschiedenis! Gevonden in boekenhuisje: “Cartoons by Steinberg” (1947) en “Cartoons the French Way” (1955). Beiden zo breekbaar dat je ze bijna niet durft door te bladeren. Vergeelde, uitgedroogde, koffiebruine pagina’s met briljante tekeningen van Steinberg. En belegen grappen uitgezocht door de latere Asterix scenarist René Goscinny.
De subtitel voor “Cartoons The French Way” is “Roguish - Raucous - Ribald” ( Snaaks - Rauw - Schaamteloos). De covertekening zet de toon voor dit ondeugende uitgangspunt: vrouw in doorkijkjurk passeert bouwplaats. De tanden van een grijper met uitpuilende ogen hangen boven haar billen, lelijke mannetjes met schepjes hebben weer een flutreden om niks te doen. De belettering is los en luchtig, en krijgt dezelfde wind mee als haar rok.
Op de eerste pagina staat: “Fifty Million Frenchmen Can’t Be Wrong”. Vier jaar later brengt RCA een verzamelalbum uit van Elvis Presley: “Fifty Million Elvis Fans Can’t Be Wrong”. Op de hoes 15x dezelfde foto van The King in zijn opzienbarende gold lamé pak. En die cijfers voluit, een hoes die zichzelf luid aanprijst. Andy Warhol avant la lettre.
“The French Way”, staat in Amerikaans slang voor “Cunnilingus or Fellatio”. Gauw binnenin kijken. En natuurlijk veel beloven, weinig waarmaken; die bedompte vijftiger jaren sfeer, als het over seks ging. De echte kappersblaadjessfeer.
Steinberg (Roemeen, 1914-1999) is tijdloos. Dit is zijn eerste bundeling nadat hij als reserveofficier bij de marine weer terug was in Amerika. Tekende al voor The New Yorker sinds 1941. Zijn stijl is kinderlijk, speels, sierlijk en filosofisch. Eigenlijk ontstijgt zijn werk de sfeer van cartoons. Bij hem blijft er altijd iets hangen. En net als Picasso, geen grenzen. Niet in stijlen of onderwerpen. Vrije geest.