Zij
Daar is ze weer met haar lichtverwijtende blik. Ik geef haar geen ongelijk. Waarom ben ik haar niet al veel eerder komen opzoeken? “Waar was je nou”, of “Ik heb het altijd wel geweten”, enz. enz. Dit knaagt.
Ik zag haar terug op een CD hoesje van een Belgische dj. “Dansmuziek met een latinotintje waaronder lounge, house, jazz, brazilian grooves, afrobeat en drum-‘n-bass” (Catawiki). Ook dat knaagt. Ik associeer haar altijd met luchtig, blankhouten Zweeds meubilair, anno 1960. Die Buscemi (dj Dirk Swartenbroekx) heeft er niets van begrepen.
Maar waarom zou dit niet een beeld van alle tijden kunnen zijn? Er moeten nog steeds zulke vrouwen bestaan die zo kunnen kijken. Er zit zowel een zacht verwijt in als nieuwsgierigheid. Om dat te onderzoeken bedek ik eerst haar linkeroog en kijk naar het rechter. Omdat het de laatste indruk is die we meekrijgen. Het linkeroog zet de toon, rechts maakt het af. Dat oog kijkt me lichtverbaasd en onderzoekend aan.
Maar we lezen van links naar rechts. De oogleden rond haar linkeroog zijn perfect amandelvormig. Het maximale wit er omheen geeft je de indruk dat ze niet verder open te sperren zijn. Blijkbaar kan zij haar ogen niet geloven. Dat veegje boven haar wenkbrauw maakt het nog indringender.
Eerst dat verbaasde oog, dan dat onderzoekende oog. Emotie en analyse zijn elkaars uitersten. En dat in een neutraal gezicht maakt haar puur en eerlijk. Ze lijkt niets te verbergen. Blijkbaar ben ik dat nooit vergeten sinds ik haar voor het eerst zag. Dat moet toch zestig jaar geleden zijn. Maar waar?
Ik voel hoe haar lichtspottende blik me achtervolgt tot de volgende ontmoeting.
De foto is van Otto Steinert uit 1960 en heet “Bildnis Gitta/Mädchenporträt Gitta”.
Het haast
Tekst in een beeld, altijd een gevaarlijke combinatie. De interpretaties van foto’s mogen verschillen, maar met teksten en taal moet je oppassen. Het woord was altijd belangrijker dan het beeld. Godsdienstoorlogen en schriftgeleerden.
Ik had de keuze: dat woord/logo buiten beeld te houden of het ergens een onderdeel van laten worden. De verandering van een ‘K’ in een ‘Q’ is natuurlijk markant en doet vernieuwend en tegelijk vertrouwd aan, maar vond ik voor de rest niet zo van belang.
Maar ik zag wel een band met het gehaaste jonge publiek in de Haarlemmerstraat. De vluchtige fietsers en die lege tas waren er de symbolen van; iedereen leek op weg of kwam net terug van het boodschappen doen. Haastig en ook anoniem, die zonnebril was er een voorbeeld van. Daarom moest die in het midden.
Iedereen ging voorbij aan die prachtige kopie van het huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laan uit 1622 (400 jaar!) van Frans Hals dat daar ook hing. Hoe is dat daar ooit terecht gekomen? Moet een cadeautje aan de buurt zijn? Ik ontkom niet aan die licht meewarige blik van Isaac bij al die 21e eeuwse drukte, al ging het Hals om iets anders. Gelukkig staat er uiterst links iemand die me bij de les houdt. En nu U ook.