franfotoblog

1 | 6 | 2022
195

Hans Croiset

Hans Croiset speelt zijn laatste rol in ‘Eindspel’ van Samuel Beckett. Door de corona heeft hij daar twee en een half jaar op moeten wachten. Wat hij heerlijk vond; hij wilde alles tot in de puntjes voorbereiden. 

Als ik aan hem denk komt deze foto vaak bovendrijven. Gemaakt tijdens een doorloop van ‘Mary Stuart’ in 1991, in het repetitielokaal van het Nationale Toneel. Hij deed de regie. Bram van der Vlugt en Wil van Kralingen hadden de hoofdrollen. Zij speelde Mary als verfrissende onschuld. Overgevoelig naast de kille Elizabeth van Annewil Blankers. Ik hoor haar nog altijd “Zuster!” roepen met dat beetje bekakte Haagse accent; “Zaster!”. Maar dit is Saskia Mees die een hofdame speelde. Half verkleed om alvast het gevoel te krijgen dat je in kostuum staat. 

Op dat moment deed het me denken aan de geboorte van Venus van Botticelli. Een opperwezen dat leven blaast in een jonge vrouw. Haar blik is ergens anders. Heeft ze het koud of staat ze strak van de adrenaline? Hans Croiset regisseerde zacht en dwingend, ik zie het in z’n schouders. Hij gebruikte zijn stemgeluid, zacht en vloeiend, om dingen voor elkaar te krijgen. Wat hij zei klonk nooit ingewikkeld, had een aangename helderheid. Een warme man. 

Wat hem altijd jong heeft gehouden is zijn eeuwige twijfel of hij wel alles uit een stuk haalde wat er volgens hem inzat. Zo werd het iedere keer weer een opgave om aan een voorstelling te beginnen, als acteur en regisseur. Dat tot in de perfectie iets raken is hem wel eens overkomen, maar dat was dan steeds achteraf, nooit in het moment zelf. Altijd in overweging doe ik het wel goed. Het voorbeeld van een eeuwige, succesvolle, twijfelaar.

Met dank aan het radioprogramma Kunststof.
29 | 5 | 2022
194

Uit een kartonnen kinderkoffertje 2

Een dagje naar het strand. Er is een schip aangespoeld, dus camera mee. Zomaar zitten op het zand achter prikkeldraad en een bordje: “Verboden Toegang volgens het zeeregelement art.3 “. De jongen op rechts maakt een foto met zijn Kodak Instamatic. Niemand lijkt zich bewust van het gevaar aan de horizon. ‘Jaws’ avant la lettre. 

Ik zie ook verschillende lagen. De puurheid van een witte zandvlakte. Vier ramptoeristen zonder bagage, keurig ingedeeld tussen paaltjes. De samenhang en tegelijk ontkenning tussen dichtbij en veraf, en groot en klein. De nabijheid van zo’n schip dat je alleen maar uit de verte kent. De overeenkomst met foto’s van jachttrofeeën. 

Vreemd dat dit gezelschap zich liever naar de camera richt dan waar zij voor gekomen zijn. En opvallend dat de fotograaf meer zand dan hemel op de foto wilde. Groot gelijk; het zand heeft het schip eigenlijk doen stranden, zo wordt het een science-fiction landschap waar alles mogelijk is. Een vale kiel kan hier zelfs stuifzand suggereren. 

Ik zag voor het eerst hoe groot zulke schepen waren toen ik zes jaar was. Bij Bergen aan Zee was de ‘Katingo’ gestrand. De anders hoge toppen van het duinlandschap aan het eind van de Zeeweg waren ineens zandhoopjes, als je ze vergeleek met wat er in de verte bovenuit stak. Hetzelfde gevoel als ik cruiseschepen langs de Amsterdamse skyline zie glijden. 

Dit is de ‘Wang Chu’ die in 1973 strandde bij Castricum aan Zee. Na een poging het schip recht te trekken kwam het nog vaster te liggen. Nadat er brand was uitgebroken werd het in stukken gezaagd en verdween het als schroot in De Hoogovens.

25 | 5 | 2022
193

Uit een kartonnen kinderkoffertje 1

Als ik ze in deze volgorde zet, ontstaat er iets dat niet de bedoeling is. Alsof de tweede foto uit de eerste voortkomt. Dan lijkt het alsof die vrouw zich klaarmaakt voor een volgende ontmoeting, na de vorige leeg en uitgewoond achter zich te hebben gelaten. Te veel Italiaans. Jezelf opmaken is ook teruggetrokken met iets anders bezig zijn. Die weet echt niks over een lege auto. En dan nog. 

Misschien dat de bestuurder even het veld in is, om iets te controleren. Die auto staat hier toevallig, voor een trotse eigenaar was een foto van de grille interessanter geweest. Typisch model, ik vraag het even aan Hans Aarsman, die weet alles. Het blijkt een Peugeot type 304, “maar dan de tweede serie met een rechte achterkant”. De neus en achterbak verschillen eigenlijk niet veel van elkaar. Je zou net zo goed vooruit, als achteruit kunnen rijden met dit model. De voorruit verschilt niet veel van de achterruit. 

Die foto van die dame is intrigerender. Hoe komt ze daar terecht? Nergens een bushokje. Een zitje langs de rand van een veld vind je niet zo snel. Dat stoeltje moet meegekomen zijn met het vervoer. Er zit intimiteit in dit beeld, deze vrouw kende de fotograaf. Het zou een model kunnen zijn dat zich nog even opmaakt voordat ze de rol van een in het veld werkende boerin gaat spelen. Of de tijd gebruikt tijdens het wisselen van een voorwiel. Wat moet je anders? 

Privé in het openbaar is spannend omdat je het gevoel krijgt iets te zien dat niet voor jouw ogen bedoeld is. En het wordt er nog beter op als je snapt dat dit alleen maar een toneelstukje is dat voor jou wordt opgevoerd. Teveel toeval. Ik val voor die knieën.

14 | 5 | 2022
192

La mort des saisons

Ik dacht meteen aan die titel toen ik deze foto’s nam. Maar waar kwam dat vandaan? In de verte hoorde ik een liedje van Charles Aznavour. Ging dat niet over dat het triest was in Venetië? Maar wat had dat, “J’ai deux bouteilles de vrai Muscadet” daar mee te maken? Daarna daalde de melodie: 'ta da - ta da - dadam'. 

Meer wist ik niet, maar dat zinnetje over die flessen bleef maar doorzeuren. Omdat er enig trots uit sprak en dan die Muscadet. Wijn voor beginners. Er zat verloren hoop in,  Charles had het over z’n eerste verliefdheid. Dat ging diep, je hoorde het aan die extra tragiek in z’n stem. Ik stelde me een strandtenthouder voor over een verloren seizoen, of een souvenirverkoper die de schepnetten voor volgend jaar weer opbergt. 

Dan herhaalt die melodie zich: ‘ta da - ta da - dadam’, om weer verder te gaan met de eenzaamheid, na het afbreken van al dat geluk. Ik kijk er, 'Charles Aznavour Chante en - Multiphonie Steréo - Album no 2' op na. Die titel “Trousse - Chemise” trekt m’n aandacht, omdat ze niets blootgeeft over de inhoud, wat bij Aznavour niet zo vaak voorkomt. Vandaar misschien? Dat is ‘m. 

Om een verbrokkeld, lekker smartelijk beeld te schetsen laat ik de computer een Nederlandse vertaling geven die er niet om liegt: 

“Il pleut sur la plage des mortes saisons
Het regent op het strand van de dode seizoenen 

On coupe le bois, le bois de la cage
We hakken het hout, het hout van de kooi 

Où mon cœur trop sage était en prison”
Waar mijn te wijze hart in de gevangenis zat 

Doek.