franfotoblog

23 | 5 | 2021
95

Tegel lichten

Er lag een stoeptegel tegen een boom, gebroken. Om er een foto van te maken moest ik een gedeelte van de boom afsnijden. Twee symbolen die je bij de verbeelding van de Dood vaak tegenkomt. Voor de levendigheid even een fietser toegevoegd. 

Een half afgebroken zuil naast een graf, de gebroken stenen tafelen. Het bracht me terug bij de meest raadselachtige reclame uit mijn jeugd: ‘Holland-Dordt van 1859’. Het was een groot emaille bord en het hing in ‘het Overdekte’, naast “Koelemeij, daar slaagt U bij” van de rijschool, en “SHV, een baken in zee” met die prachtige vuurtoren. Daar dacht je over na als je van de duikplank de diepte in dook. 

Wat was dat voor een schijf die daar door het heelal vloog? Een munt? De aarde? De discus van het leven? Het licht deed denken aan maanlicht. Het was de tijd dat de mens zich de ruimte in liet schieten. Die roodhete streepjes maakten duidelijk dat er iets in de fik stond, de witte stonden voor het nieuwe en onbeschrevene. Die gebroken stukken zouden misschien dadelijk de aarde bereiken, maar wie dan leeft die dan zorgt; daarvoor was je natuurlijk bij hen verzekerd. 

Het was ook de tijd van de brutale kreet: “Met Velpon zie je er geen barst meer van”. Bij Holland-Dordt van 1859 hadden ze daar geen behoefte aan. Met het pasklare aanvliegende nieuwe stuk heelde de schijf vanzelf. 

Of moest je dit symbolisch zien? Was het mooi weer spelen, zoals alle reclame? Verzekeringsmaatschappijen vergoeden toch nooit de volledige schade? Het raadsel blijft onopgelost en die tegel riep dat weer eens op.

16 | 5 | 2021
94

Uomini Italiani

Ik heb deze twee foto’s even naast elkaar gezet. In m’n geheugen zitten ze vlak achter elkaar, alsof ze uit elkaar voortkomen. Uit m’n archief blijkt dat ze een minuut na elkaar gemaakt zijn

Ik was toen aan het werk op het Piazza Grande in Arezzo. Deze twee plekken liggen 10 meter van elkaar. Op links een straatje dat omhoog loopt en rechts, de trap er naar toe. 

De verleiding om in Italië op straat te fotograferen is onweerstaanbaar. Het is alsof je in die historische centra in een operadecor rondloopt. Je ziet Italiaanse mannen altijd perfect opgesteld in groepjes op pleinen staan. Ze spreken zangerig en gepassioneerd, zijn stijlvol gekleed en zetten hun meningen met hun handen kracht bij. Met duim en wijsvinger een rondje maken als ze “pico bello” zeggen. En er omheen de meest klassieke decors uit de architectuur. 

Gebarentaal en een theatrale omgeving. Je kunt er alles van maken. Wat doet die lege omlijsting daar aan de muur? Was dat vroeger een raam of was het een soort schrijn voor een wenende maagd met plastic rozen? Hangen hier anders de overlijdensaffiches? En waarom heeft die man de steun van 'n muur nodig? Is het de broer van Robert de Niro? Of een gids die even uitblaast en wacht tot de rest van de groep zich weer bij hem heeft gevoegd?
Alweer zo’n strategische positie; bijna gulden snede, het hoofd precies voor die kabelgoot en de rechterhand precies op de drempellijn van die kolossale ingang.
Ze zijn ermee geboren, mamma mia.

12 | 5 | 2021
93

Tony & Towers

Twee zangers, twee marketingstrategieën. Doelgroep? Kijk naar de styling. Bennet richt zich tot jongere jazzliefhebbers, Towers op de grote massa. Eigenlijk ontkennen ze hun status in deze kleding. Beroemd doet zich voor als gewoon, en omgekeerd. 

Een gemakstrui of een smoking. Bennet poseert als gewone jongen, Towers wil hogerop. Tony in z’n vrije tijd, Lee aan het netwerken. Katoen versus polyesther. Amerikaanse flair of hollandse nuchterheid, maar altijd Mr. Succes. 

Of kijk naar het licht, ‘cool’ lichtblauw of een bloedrode zonsondergang. Maar de jazzsinger wordt, buiten beeld, met ‘natuurlijk’ licht aangelicht. Bij Towers is iedere kunstmatigheid meteen duidelijk. De pseudorealiteit of een droom, maar altijd vanuit de gedachte: 

          “New York, New York, if I can make it there, I’ll make it everywhere”. 

De Twin Towers als achtergrond. Toen nog ‘onschuldig’. Door ergens voor, naast of in te poseren, eigen je je eigenlijk iets toe. Ik was hier. Selfie, selfie. Alsof je het zelf niet kunt geloven en nu maar vastlegt om later thuis nog eens rustig te bekijken. Is dit typisch voor de fotografie? Er schieten me nauwelijks voorbeelden uit de schilderkunst te binnen. 

Bewijsfotografie. In het Rijksmuseumarchief is te zien dat de reisfotograaf Bonfils al in 1870 in Egypte de Sfinx zo gebruikt. Doet ook denken aan jacht- of visvangstfoto’s. Beide zangers worden graag vereenzelvigd met het imago van de Twin Towers. Niet alleen omdat het voor ‘New York’ stond, maar ook om het brutale gelijk dat ze uitstraalden. Het waren de Eiffeltorens aan de Hudson, alleen wat minder elegant. Dichte dozen, anoniem en naakt.

9 | 5 | 2021
92

04 05 07

Ik herinner me de oude truc om haar te laten omdraaien.

Anton Corbijn gebruikte hem ook bij zijn Joy Divisionfoto in die Londonse metrotunnel. Even met je tong klakken, net zacht genoeg, de meest alerten kijken dan om. Psst, helpt ook. 

Ik werd dat meisje. Het lijkt of ze jou en mij een vraag wil stellen. Zegt ze: ”Volg me”? Of verwondert ze zich waarom je hier een foto van wilt maken. Gelukkig keek alleen zij; als haar vriendin dat ook had gedaan was het te rellerig geworden. Zo was het even een ontmoeting tussen twee individuen, waar niemand zich van bewust was. Ik wilde die 4 mei-stemming op het Weteringplantsoen zoveel mogelijk intact laten. 

Ik was me ook voortdurend bewust dat Cas Oorthuys hier in maart 1945 een van de spannendste foto’s van bezet Amsterdam heeft gemaakt; de illegale vlaglegging op de executieplaats van 30 gevangenen. Je ziet de haast en anonimiteit tegen een kaal decor van uitgehongerd Amsterdam. Mijn foto moest laten zien hoe het verder is gegaan.