Tegel lichten
Er lag een stoeptegel tegen een boom, gebroken. Om er een foto van te maken moest ik een gedeelte van de boom afsnijden. Twee symbolen die je bij de verbeelding van de Dood vaak tegenkomt. Voor de levendigheid even een fietser toegevoegd.
Een half afgebroken zuil naast een graf, de gebroken stenen tafelen. Het bracht me terug bij de meest raadselachtige reclame uit mijn jeugd: ‘Holland-Dordt van 1859’. Het was een groot emaille bord en het hing in ‘het Overdekte’, naast “Koelemeij, daar slaagt U bij” van de rijschool, en “SHV, een baken in zee” met die prachtige vuurtoren. Daar dacht je over na als je van de duikplank de diepte in dook.
Wat was dat voor een schijf die daar door het heelal vloog? Een munt? De aarde? De discus van het leven? Het licht deed denken aan maanlicht. Het was de tijd dat de mens zich de ruimte in liet schieten. Die roodhete streepjes maakten duidelijk dat er iets in de fik stond, de witte stonden voor het nieuwe en onbeschrevene. Die gebroken stukken zouden misschien dadelijk de aarde bereiken, maar wie dan leeft die dan zorgt; daarvoor was je natuurlijk bij hen verzekerd.
Het was ook de tijd van de brutale kreet: “Met Velpon zie je er geen barst meer van”. Bij Holland-Dordt van 1859 hadden ze daar geen behoefte aan. Met het pasklare aanvliegende nieuwe stuk heelde de schijf vanzelf.
Of moest je dit symbolisch zien? Was het mooi weer spelen, zoals alle reclame? Verzekeringsmaatschappijen vergoeden toch nooit de volledige schade? Het raadsel blijft onopgelost en die tegel riep dat weer eens op.