franfotoblog

12 | 5 | 2021

Tony & Towers

Twee zangers, twee marketingstrategieën. Doelgroep? Kijk naar de styling. Bennet richt zich tot jongere jazzliefhebbers, Towers op de grote massa. Eigenlijk ontkennen ze hun status in deze kleding. Beroemd doet zich voor als gewoon, en omgekeerd. 

Een gemakstrui of een smoking. Bennet poseert als gewone jongen, Towers wil hogerop. Tony in z’n vrije tijd, Lee aan het netwerken. Katoen versus polyesther. Amerikaanse flair of hollandse nuchterheid, maar altijd Mr. Succes. 

Of kijk naar het licht, ‘cool’ lichtblauw of een bloedrode zonsondergang. Maar de jazzsinger wordt, buiten beeld, met ‘natuurlijk’ licht aangelicht. Bij Towers is iedere kunstmatigheid meteen duidelijk. De pseudorealiteit of een droom, maar altijd vanuit de gedachte: 

          “New York, New York, if I can make it there, I’ll make it everywhere”. 

De Twin Towers als achtergrond. Toen nog ‘onschuldig’. Door ergens voor, naast of in te poseren, eigen je je eigenlijk iets toe. Ik was hier. Selfie, selfie. Alsof je het zelf niet kunt geloven en nu maar vastlegt om later thuis nog eens rustig te bekijken. Is dit typisch voor de fotografie? Er schieten me nauwelijks voorbeelden uit de schilderkunst te binnen. 

Bewijsfotografie. In het Rijksmuseumarchief is te zien dat de reisfotograaf Bonfils al in 1870 in Egypte de Sfinx zo gebruikt. Doet ook denken aan jacht- of visvangstfoto’s. Beide zangers worden graag vereenzelvigd met het imago van de Twin Towers. Niet alleen omdat het voor ‘New York’ stond, maar ook om het brutale gelijk dat ze uitstraalden. Het waren de Eiffeltorens aan de Hudson, alleen wat minder elegant. Dichte dozen, anoniem en naakt.