franfotoblog

3 | 9 | 2025
526

Rattraper le temps perdu

Lastig om hier woorden voor te vinden. De spiegeling had me verleid. En die pijlachtige rails om de laaddeur open te schuiven, of dat ik nog net een randje achterlicht mee kon nemen. En de kleur, natuurlijk. Maar eigenlijk ging het over de vervormende weerspiegeling van die auto er tegenover. Alles had daardoor vaart.

Ik moest even wachten op een toefje zonneschijn dat in het achterlicht van die auto zou reflecteren. Toen dat ook nog een stukje van een velg oplichtte zat alles goed. Maar wat was nou de onderliggende aantrekkingskracht?

Die vervorming deed aan die fenomenale foto van Lartigue denken. De vaart die hij in een foto uit 1912 van een raceauto had gecreëerd, is me altijd bijgebleven. Hét toeval in optima forma, wat heel goed paste bij het daredevil gehalte van de berijders en hun machine in die tijd. Alles stond nog in de kinderschoenen, maar was niet meer te stuiten.

Om de auto scherp in beeld te houden bewoog Lartigue z’n toestel mee met de snelheid waarmee de wagen zou passeren, het zgn. ‘meetrekken’. Daardoor zijn de toeschouwers scheve silhouetten geworden. Maar het meest swingende is dat rechterachterwiel. Dat had net iets meer vaart dan het horizontaal oplopende sluitergordijn van zijn camera.

Bijna zoals een streep licht in een scanner met een bewegend onderwerp. Hier ontstond de streep doordat een eerste sluitergordijn naar boven optrekt, gevolgd door een tweede. Die snelheid waarin ze elkaar opvolgen, stel je in met je sluitertijd. Maar in die streep beweegt de cirkel van een autoband. Het bovenste deel zal dan verder vooruit lijken als het onderste deel tijdens het belichten, en er scheef uitzien. De mensen langs de kant van de weg en vooral die paal die zich dwars door de ‘cockpit’ lijkt te boren duwen het vehikel bijna helemaal het beeld uit.

Grand-Prix-ACF-Dieppe-photograph-Jacques-Henri-Lartigue-1912-Yale-University-Art-Gallery.webp
31 | 8 | 2025
525

Sail 2025

NDSM terrein, “Betreden op eigen risico”.

27 | 8 | 2025
524

Overbruggen

Deze foto van de familie van het Reve bij de Magere brug (1947), werd gemaakt door Annelies Romein en komt uit het archief van het Maria Austria Instituut. Gerard zit apart, zijn vader Gerard sr., Karel, zijn vrouw met kind en mevrouw van het Reve.

Iedereen op z’n paasbest. Zijn ze komen lopen vanaf de Israëlskade? En waarom hier afgesproken? Er is nauwelijks gebruik gemaakt van deze historische locatie. Bij het kijken naar oude foto’s wil je het heden erbij betrekken. Hoe is het nu? Dan ontstaat het gevoel dat je je op een historische plek bevindt; hier stonden zij ooit.

Je herkent deze locatie, je wilt er meteen heen om net zo’n foto te maken. Mag die afwijken van het origineel? Of moet het neutraal blijven? Als ik afstap, staat er net een Italiaanse familie te overleggen welke Amsterdamse hotspot als volgende zal worden bezocht. Beter kan niet.

Als je twee foto’s naast elkaar zet, ga je automatisch vergelijken: Amsterdammers en hun stad naast een toeristische trekpleister, zwart/wit tegenover kleur, vierkant of langwerpig, een open en gesloten groepje, formeel gekleed of sportief, geposeerd naast naturel, kaalslag en nu een weelderige boom.

Dan komt de eerste dooddoener; is dit wat er bijna tachtig jaar later van terecht is gekomen? Kinderen met veiligheidshelmen, schaarse kleding en een apparaatje dat je de weg wijst?

Dezelfde vraag waar de Van ’t Reve’s zich in die tijd ook al mee bezighielden. Wat had het communistisch verzet in de oorlog nou eigenlijk opgeleverd? Elk antwoord was mogelijk, je schoot er niets mee op.

De enige constante is een brug als locatie. Van toen naar nu.

24 | 8 | 2025
523

Klik

Ik voel me altijd aangetrokken tot andere fotografen als ze hun werk doen. Zou ik het ook zo hebben gedaan? Wat kan ik nog van ze leren? Kan ik blunders voorkomen?

Maar ik houd me in en ben maar een paar keer gevraagd of ik een foto wilde maken van wildvreemden. De verleiding om dan iets onverwachts of bijzonders te doen met zo’n foto weet ik ook te onderdrukken.

Achttien mensen hebben net de kathedraal van Chartres bezocht en willen er allemaal een herinnering aan. Gewoonlijk worden dan alle fototoestellen op één opnameplek gelegd en één lid van de groep maakt dan met ieders toestel dezelfde opname. Bij deze groep werd er maar één foto gemaakt die vast later naar iedereen gemaild zou worden.

De fotograaf draagt als enige een flinke rugzak. Het zou de gids kunnen zijn met documentatie bij zich. Hij hoeft zelf niet op de foto. Of hij zou een zelfontspanner kunnen gebruiken en in tien seconden die elf treden moeten oprennen. Alleen de groepsleider mag niet ontbreken. De langste man met een stuk papier in z’n hand. Altijd een teken van autoriteit. Loopt alles op schema? Iedereen houdt een beetje afstand van hem.

Waarom ik er een foto van gemaakt heb, was niet alleen die gekleurde groep mensen tussen monotone tinten, of de duidelijkheid van de handeling, maar ook uit sympathie voor de rugzakman. Hij moest voorover gebogen op z’n knieën, net naast de rijweg werken met een minuscuul apparaat op een flinterdun statiefje.

Dit soort toestellen hebben maar één gat om zo’n statiefje in te draaien, onderop. Het zou een liggende foto worden. Ik zou ‘m staand hebben gemaakt, omdat daardoor de verticale lijnen van het gebouw beter uit zouden komen. Ook al zijn kathedralen gebouwd om te imponeren, het groepsgevoel was belangrijker.