franfotoblog

29 | 12 | 2024
458

Canta Noord

Rozijnenstraat, Tuindorp Oostzaan “Tuttifruttidorp”, Amsterdam-Noord

26 | 12 | 2024
457

Som der Delen

Ik vraag me nu af wat me als eerste opviel aan haar. Hebben m’n ogen bliksemsnel al die details opgemerkt? Of had ze daar zelf voor gezorgd? Kennelijk klikte het tussen haar uiterlijk, mijn nieuwsgierigheid en wil om daar vorm aan te geven.

Het grijze licht en de ruwe straatbedekking pasten wel bij deze schoenen. Stevige zolen en donkere broek, dat kan wel wat hebben. De tas naast haar en de weinig comfortabele bank horen bij openbaar vervoer. Misschien staat haar nog een lange reis te wachten. De ruime shawl zal haar warm houden.

Eigenlijk was de kleur van de nagellak het uitgangspunt. Als die bordeauxrood was geweest had ik haar laten zitten. Dat ze een tekst intypte en de telefoon niet aan haar oor had was ook van belang. Daardoor had ik haar hoofd niet nodig. Even wachten tot die duim boven de toetsjes zweefde. Mensen die hun schermpjes bewerken zijn een makkelijk doelwit voor  fotografen.

De kegelachtige sigaret duidt op het zelf rollen en daardoor een onafhankelijke geest. Het is natuurlijk beter voor de gezondheid, maar het verdwijnen van de sigaret is een verarming van de cultuur hoe men zich in het openbaar ook een houding kan geven. Bij Marlène Dietrich leek roken meer een luchtige suggestie, Marilyn Monroe rookte echt. Humphrey Bogart hield z’n sigaret soms tussen duim en middelvinger als hij iets uit te leggen had. En Clint Eastwood haalde z’n sigaartjes niet eens van z’n lippen.

Deze vrouw gebruikt haar neerhangende hand en de sigaret, om haar vingers te verlengen. Zoals bij het drinken uit een porceleinen theekop strek je dan ook je pink, elegant. De riem van haar tas brengt de blik weer terug naar haar rechterschoen met het vervaarlijke profiel. Sierlijk en stevig, twee uitersten: de cirkel is rond.

22 | 12 | 2024
456

Binnenstebuiten

‘t Hoort daar niet, maar je ziet het wel.

18 | 12 | 2024
455

Jeroen puur

De documentaire van Wilfried de Jong over Jeroen Krabbé opent met een basisles over cameragedrag. Hoe kijkt een professional ons aan als hij voor een camera staat? Wat voelt hij? Krijgen we iets te zien in een onbewaakt moment dat iets onhult?

Het openingsshot is een close up (1). Krabbé mag niks zeggen en alleen maar recht in de lens kijken. De Jong wil tot op het bot gaan. Krabbé glimlacht dus ontwapenend. Hij laat z’n bril iets zakken, trekt z’n linkerschouder op en lijkt op iemand die toevallig voorbij komt lopen. Het Mark Rutte moment (2). Eigenlijk is hij er klaar mee en wil een discussie beginnen. Maar De Jong is onverbiddelijk: ”Ssssh!” De cameraman zoomt wat uit (3). Dit gaat te lang duren (14 seconden), het gezicht is nu zonder expressie. Aftiteling. Inleidend commentaar De Jong: “Als ik naar Jeroen Krabbé kijk, zie ik afwisselend een aardige man, een bevlogen verteller en een internationale acteur. Maar daar is altijd die smalle scheidslijn tussen wat bij hem puur is en geparfumeerd. Wat is dan echt? Wat is dan spel?”

Terug in het bos. Langzaam komt de glimlach weer omhoog (4,5,6). Het is niet genoeg. Hij wil meer laten zien. Daarom gaat z’n hand richting nek en trekt hij z’n wenkbrauwen op, de uitdrukkingen voor een netelig moment (7). Echt of gespeeld? De camera zoomt meteen in. Krabbé weet dit en heeft daarna een berustende, starende blik (8). Z’n rechteroog staat open en het linker kijkt ons wantrouwend aan. Hij zit het uit. Is dit dan de puurheid waar De Jong naar op zoek is? Maar dan corrigeert hij de stand van z’n hoofd in de ideale paspoortfoto houding (9). Na twee minuten, einde openingsshot.

Wat we zagen is later door De Jong zo gemonteerd. In deze montage zie ik nergens waar hij naar op zoek was. Ook dat zou natuurlijk weer iets kunnen betekenen. Maar eigenlijk wil hij het onmogelijke. De ‘echtheid’ van de waarheid op een onwaarachtig medium. Van een beroepsacteur die daar geen behoefte aan heeft en doet wat wij graag willen zien.