Muziekmechaniek
Ik heb me altijd afgevraagd of Schuitema de indruk wilde wekken dat de arm van zo’n grammofoon altijd zo liep, of dat hij de mechaniek toch een handje had geholpen. Het lijkt op het laatste.
De afspeeltijd van 78 toerenplaten was gemiddeld vijf minuten. Dat heeft een lange belichtingstijd nodig. En al die prachtige overstraling zou daar vast door zijn ‘dichtbelicht’’, en minder contrastrijk door geworden. De filmgevoeligheid was laag in die tijd.
Ik ken geen andere foto waar ‘muziek door mechaniek’, zo goed is weergegeven. Het swingt en heeft met dit licht, de magie van een zoeklicht of vuurtorenstraal in het midden van de nacht. Alles lijkt te bewegen, er is hoop. Jongeren kunnen hun muziek nu overal zelf draaien. De schoonheid van een machine. Nieuwe dingen ontdekken. Ook dé verbeelding van het Charleston tijdperk. En een link met het futurisme, uit 1909. Dat verheerlijkte lawaai, beweging, snelheid, techniek, oorlog en dynamiek. Het idealiseerde alles wat modern, nieuw en snel was.
De eerste draagbare grammofoon kwam in 1914 op de markt. De ronde vorm rechtsonder, was tegelijk speaker en naaldhouder. Klonk wel wat blikkerig, zoals praten of zingen met een dichtgeknepen neus, maar het was geluid. En draagbaar, zonder een grote hoorn. Met een slinger op te winden. Op het label is nog net het woord ”HIS” te zien. Dat bewijst dat de plaat tijdens de opname niet heeft gedraaid, maar er doelbewust zo is opgelegd.
Het was een onderdeel van de tekst van het merk: ‘His Masters Voice’. Er stond een hondje op, Nipper, die naar zo’n grote hoorn van een ouder model grammofoon keek, omdat hij de stem van zijn baas meende te horen.