franfotoblog

5 | 2 | 2025
469

Camouflage

Twee plaatjes naast elkaar van bijna dezelfde voorstelling willen meestal een verandering laten zien. ‘Voor’ en ‘Na’; er is iets verbeterd of verslechterd. Maar bij deze twee foto’s ging het meer over voortschrijdend inzicht.

Om een transformatorhuisje wat vriendelijker over te laten komen had men er bedrukt zeildoek omheen gehangen. Een bosgezicht zou niet direct een band met elektriciteit oproepen. Hoewel er schaduwen van gaaswerk door het zeil te zien waren, maakte het geheel een realistische indruk. Zorgvuldig gefotografeerd en gedrukt, goed op kleur.

De zwakke schakel was een geel waarschuwingsbord dat zo dicht op de reproductie stond, dat de natuurlijke schaduw ervan niet klopte met deze foto van een bos. Er zat geen afstand tussen die buis en de aanplant erachter. Het accentueerde de platheid op een subtiele manier.

Dat zou de kern van m’n foto kunnen worden maar moest dat geel, hoe minimaal ook, erbij betrokken worden? Moest ik de kijker een beetje helpen? Voor de zekerheid er toch maar een gemaakt. Maar ik vond die zonder beter. De zinken buis verliest z’n functie en krijgt meer samenhang met de boomstammen. Samen met die paal waar nog een uiteinde van het zeildoek met tiewraps aan hing, zou je er een toegangspoort in kunnen zien.

Door er een stukje stoep bij te betrekken, leek het meer alsof je echt dit bos in kon lopen. Maar niet zomaar, je zou eerst over dat bouwhekblok heen moeten stappen en dan nog het gevoel hebben dat je nergens terecht zou komen. Bedrieglijk echt, zoals elke camouflage.

2 | 2 | 2025
468

Afstand houden

Door het kijken van detail naar detail ontstaat uiteindelijk een allesomvattend idee. Dit hoekje in het Mittelmosel museum in Traben-Trarbach ging over geschiedenis.

Ik tel acht van die details. Er is het witte koord dat dwingt tot eerbiedig afstand houden. Dan de sierlijk gebogen rugleuning met een bekleding van Napoleontische motieven en een geschilderd achtergronddoek van een natuurtafereel met papieren pleisters, een deftige deurlijst waar het witte koord aan vastzit en die toegang geeft tot een volgend vertrek, waar een dressoir onder een geschilderd portret van Goethe staat.

Dit alles zou er op kunnen wijzen dat er hier ooit een moordaanslag op de beroemde Duitse schrijver, dichter, filosoof, wetenschapper en staatsman is gepleegd. Na tweehonderd jaar zijn de bloederige resten dan wel verwijderd, maar de kogelgaten zitten er nog. Natuurlijk zijn de echte kogels verwijderd voor het labaratorium onderzoek. Men is er nog steeds niet achter of de moordenaar met links of rechts geschoten heeft. In Wikipedia is daar niets van terug te vinden, waarschijnlijk wacht men de resultaten van het onderzoek af.

Het doet denken aan de trap van het Prinsenhof in Delft, waar een kader is aangebracht rondom kogelgaten in de muur die de aanslag op Willem van Oranje doen herinneren. De tekst erboven: ”Hieronder staen de Teykenen der Koogelendaer meede Prins Willem van Orange is Doorschoten op 10 Iuly Anno 1584”. Het ziet er heel authentiek uit, maar deze tekst is later aangebracht. Zo werd het Nederlands niet geschreven in 1584. En de geliefde Vader des Vaderlands was hij nog lang niet. Dit is later aangebracht. Je kijkt naar een tekst die weer een andere tekst in zich heeft, een literair Droste effect.

29 | 1 | 2025
467

OP = OP

Altijd die twijfel bij leeggespoten parfumflessen om ze weg te gooien of nog een restje te bewaren. Leuk voor later. Maar dat bleek toch vaak duffer dan ik dacht, omdat de ideeën over een geur intussen veranderd waren. Of de chemie tussen de verschillende geuren uitgewerkt waren en alleen de basisnoten het hadden overleefd.

Een omschrijving van de firma Parfumaria in deze: “Van Gils I is een houtig aromatische geur met een modern, sensueel en mannelijke karakter. In de top ontmoeten frisse en zachte noten van bergamot en pruimenbloesem de power van kardemom en rode peper. Het hart verbindt spicy pimento berry met sensuele bloemen als lavendel, iris en een vleugje patchouli. De verleidelijke basis van rijk sandelhout, aardse vetiver, romige vanille, poederige tonka boon en musk geven de geur long-lasting power, elegantie en diepgang.”

Geloof ik meteen allemaal.

Ooit kocht ik uit een inboedel een flesje ‘Moustache’ gemaakt door Marcel Rochas in 1948. Bijzonder omdat het dus even oud is als ik, maar ook omdat er in die tijd nog niet zoveel  geuren voor mannen bestonden. Bij de kapper zag je in de vijftiger jaren alleen maar ‘Old Spice’, ‘Tabac’ of ‘Ice Blue Aqua Velva’ staan. Vaak als een ‘after shave’, alsof een geur te ijdel was, als je hem alleen maar droeg om lekker te ruiken. Dat mijn vader ‘Eau de Vétiver pour monsieur’ (1957) van Carven’ gebruikte, vond ik dus bijzonder.

Ik moet het dus van hem hebben, die neiging om overal m’n neus maar boven te houden. Net als Proust op zoek naar herinneringen. Waar van Gils nou aan doet denken? Maar een nieuw flesje besteld om daar achter te komen.

26 | 1 | 2025
466

Anonieme eenvoud

Rare titel. Ik ga ook maar uit van m’n eerste gevoel. Anoniem, omdat je zijn gezicht niet ziet. O.K. maar ‘eenvoud’, hoe kom ik daar eigenlijk op?*

De handeling is eenvoudig, die is in één keer te overzien en te begrijpen. Nadat alles is ingeladen moet de laadklep gesloten worden voordat een vrachtwagen kan wegrijden. Meestal wordt zo’n klep electronisch bediend. Dat deze man daarbij toch een handje helpt, kan te maken hebben met het weigeren van de mechaniek of dat hij er zeker van wil zijn dat alles op slot zit en veilig vervoerd kan worden. Wil hij indruk maken op de chauffeur, of is hij blij dat de klus geklaard is? Of misschien om zichzelf wat te doen te geven.

Je kunt de handeling ook als een ritueel zien. Eigenlijk doet hij maar alsof, zeker als die klep halverwege het afsluiten is. Als hij echt het gewicht van zo’n stalen plaat zou moeten dragen zou dat aan de kromming van zijn knieën te zien zijn. Je ziet zulk gedrag ook bij het langzaam laten zakken van zwaar beeldhouwwerk op een sokkel, hulpzame handen van omstanders die niks toevoegen.

In m’n echte fantasie zie ik ‘m eigenlijk dat prachtige zonlicht in die laadruimte bewaren. Mag er in maart pas weer uit.


* Die gedachte ontstond in 1986 vlak voor de oplevering van de Stopera. Toen ik er was voor een portret van de architect, waren tegelzetters de laatste steen in de foyer aan het leggen. Ik zag eigenlijk geen verschil met de officiële opening een paar weken later, dit was levendiger, eenvoudiger en net zo echt. Geen eerste, maar een laatste steen. De gedenksteen hiervoor moet nog komen. Ik weet nog wel waar. Een monumentje voor anonieme, maar essentiële arbeid.

Zie ook mijn blog 411: “Sluitsteen”.