franfotoblog

27 | 7 | 2022
211

Italia Bella Italia

Sommige LP’s kun je nu nog blind kopen. Kennis krijgen van het verleden. De titel is helder, het repertoire roept verbeelding op en de foto maakt het af. Nog steeds fris. Dit is gemaakt voor mensen met plezierige herinneringen aan, of verwachtingen van een Italiaanse vakantie. “We’re all goin’ on a Summer Holiday”. 

Haar kleding en de voorkant van de auto horen bij het begin van de zestiger jaren. Niet alleen dat je er was, ook hoe je er kwam was toen belangrijk. Een dubbel bewijs van verwondering en schijnbaar geld zat. “We’ve seen it in the movies, now let’s see if it’s true”. Op deze plaat oudere opnames van opera- en operettezangers en moderne combo’s (“Two sides of Italy”). Waaronder alles van het EP’tje “In einer Cafetaria” uit 1957 van Luciano und die Casamattas! 

Waarom deze layout? Een prentbriefkaart? Maar dan zou de afbeelding gaan kantelen en het model achterover vallen. Dynamisch, zeker, én een snapshotgevoel. Het gaat om dat pittoreske haventje als decor; die vrouw is stoffering. We waren er, dit is het bewijs. Op een van de bootjes staat: ‘Fre… Del Carda’ geschilderd, misschien aan het Gardameer? 

Je bent de enige hier. Je draagt een hoedje waar je je thuis nooit mee zou vertonen en een broek zoals de stierenvechters. De fotograaf heeft je even zijn Rolleiflex geleend en een picknick/badtas achter je neergezet. Er moet een associatie zijn met ‘naar buiten gaan’, net zoals de handdoek waarop je zit. Je echt nat maken is er niet bij, het gaat meer om de suggestie. 

Misschien was de repertoirekeuze toch wat te belegen. Of de vakanties waren voorbij. Op de achterkant staat met potlood 16,50 doorgestreept. Er is later 11,50 voor betaald. 

Voor de juiste stemming:  Summer Holiday by Cliff Ri#125B

20 | 7 | 2022
209

Majestic Pictures

De fotogeschiedenis wordt ook gevormd door technische ontwikkelingen. Apparatuur en chemie veranderden voortdurend. En daarmee onze blik. Dat gaat gepaard met vallen en opstaan. Ik kreeg een ongemakkelijke gevoel toen ik voor het eerst foto’s van Hitler in kleur zag, die niet waren ingekleurd. Of amateurfoto’s uit de zeventiger jaren toen iedereen in verbruinde interieurs verbleef. 

Deze foto’s komen uit een tijd dat goedgevulde kapsels, spijkerbroeken van Lois (“for girls and boys”), of samen met Mick Jagger op de bank zitten heel gewoon was. Ik had  de omlijsting van m’n ramen in bruin en de sponningen in geel geschilderd. Natuurlijke kleuren waren toen een trend. 

En ronde hoekjes waren kenmerkend voor ‘snapshots’. Kwam vriendelijker over. Net zoals de creditcard nu. Een streepje lijm achterop maakte dat je ze zo in een album kon plakken. Je hoefde alleen maar de papierstrip met de opdruk: “Magestic Picture from Technicolor® film” los te trekken. De herinnering aan de niet goed gefixeerde afdrukken uit de begintijd van de fotografie komt naar boven, of de tijd dat foto’s in kleurbaden  portee kregen. 

Maar dit lijkt toch iets anders. Dit kom ik te vaak tegen op rommelmarkten. Doet denken aan een productieproces dat nog niet helemaal op dreef was, maar toch al draaide. Deze verkleuring is niet ontstaan door de tijd, maar is altijd zo geweest. Moest er snel een oplossing worden gevonden om de enorme stroom amateurfoto’s in die tijd machinaal te kunnen verwerken? Of probeerde de firma ‘Magestic’ het zo goedkoop mogelijk te doen? Waarom klanten dit accepteerden zou misschien te maken kunnen hebben met de emotionele waarde. Of was het toch de tijdgeest?
Geel en bruin blijven ze.

16 | 7 | 2022
208

Op goed geluk

Soms is het beter om maar niet door je camera te kijken als je fotografeert. De aangeleerde maniertjes om iets in beeld te brengen vervallen dan; een neutrale machine doet het werk. Niet altijd tot volle tevredenheid, maar dat wist je van te voren. Als alles wel klopt, was het geluk met je die dag. Had het leven zin. 

Een latere bekijker zal het niet opvallen, jij bent de enige met dit verschrikkelijke geheim. Slordig werken met prima resultaten. Toen men in 1961 ‘een wasmand’ met negatieven van Breitner (1857-1923) had gevonden, daalde onmiddellijk zijn werk in aanzien. Een schilder die naar foto’s werkte was niet je ware. Wat er op die glasplaatjes te zien was, moet als mislukt zijn overgekomen. Bewegingonscherptes, fouten in sluitertijden en diafragma’s, of scheve horizonnen, het leek zo’n beetje wandelend gemaakt, alsof het schetsen waren. Geheugensteuntjes om gauw te vergeten, was toen de opinie. 

Natuurlijk zal Breitner zelf ook raar hebben opgekeken dat dit werk z’n tijd ver vooruit was. Dat ligt ook aan andere ontwikkelingen, zoals de opkomst van de televisie. Een duur en precies medium. Of de wat statische beelden die er al van Amsterdam waren. Na alle humanistisch getinte fotografie van net na de oorlog, was men weer aan iets puurs en rauwers toe, leek het. Met Gary Winogrand die fotografeerde om te zien hoe de wereld er op foto’s uitziet en John Szarkovsky’s: “This is the essence of modern photographic seeing: to see not objects but their projected images”, werd ook de manier waarop het gefotografeerd is belangrijk. Bij Breitner is dat rauw, hij werkte alleen voor zichzelf. Zijn tijdgenoten zouden ook moeite met dit werk hebben gehad. 

Doordat ik niet door de zoeker keek lijkt Domela Nieuwenhuis zo van zijn sokkel te vallen. Past wel bij de dynamiek van zijn denken en persoonlijkheid.