Nature Morte
Deftige naam die hier niets mee te maken heeft. Er is niets ‘natuurlijks’ aan. En dood is er ook al niemand. Gewoon een vuilnishoop in Amsterdam Noord.
Toch kon ik het niet laten om Henne te vragen er een fotootje van te maken. Ik zag even Picasso voor me. Zo rond 1916. Waarin hij assemblages maakt van gevonden voorwerpen. Alles 3-D, je moest er omheen kunnen kijken, en toch een platte indruk makend. Zoals een schilderij van een beeldhouwwerk maken.
Dit zou zomaar ‘Compositie met wit leer, schuimrubber, plastic, glas, karton, hout, metaal aarde en straatsteen’, kunnen heten.Verstopt zit daar m’n verwondering in over de handigheid van de firma Bruynzeel om deuren niet meer massief te maken maar te vullen met karton in de vorm van honingraten. Goedkoop en licht in gebruik. Om dat zichtbaar te maken heeft hier iemand heel hard zo’n deur ingetrapt.
Ook kenmerkend voor Noord is de overdaad waarmee alles wordt aangeschaft en dus ook weer verwijderd moet worden. Net als de interieurs zijn de stortplaatsen klein, de puinhopen groot. Maar zonder de skippybal was deze foto u nooit onder ogen gekomen. Die moet toch zo’n vijftig jaar in bedrijf zijn geweest. Zo ziet de aarde er vanuit de ruimte uit. Ergens moet dan op een scherm iets te zien zijn als: “Ground Control to Major Tom”.
Eindelijk
Gisteren voor het eerst weer gezien dat het voorjaar er nou toch echt aan zit te komen. Ik zie de wilg als een danser in luchtig gewaad over het gras aan komen schrijden. Ik herinner me de voorjaarsschoonmaak van vorig jaar. Nieuwe kansen. Schone lei. De schaduwen blijven grijs, zelfs het licht is lichter.
In het assortiment van stockbureaus zal de lentefoto nooit ontbreken. Jonge eendjes, springende lammetjes of de Keukenhof, de mensheid is toe aan onschuldige vernieuwing en verlossing. De foto’s hoeven zelfs niet actueel te zijn, die van vorig jaar zien er toch hetzelfde uit. Even die sensatie dat alles zo fris en groen zal blijven. Weten we dit over een maand nog? Deze keer is het vast anders. Ik zie een duif een twijgje op pikken en naar een nis onder de brug toe vliegen. De buurman met een spuitfles Glassex voor z’n ramen staan. Je kunt weer zonder jas naar buiten.
Johnny Jordaan zei het al: “Amsterdammers dat zijn andere Nederlanders, als de zon maar schijnt, dan zijn ze blij."
Per ongeluk
Dit zal niet de bedoeling zijn geweest. De roze rafelrand aan de linkerkant is ontstaan toen de camera gesloten werd en het rolletje nog niet was doorgedraaid. Een zuinige fotograaf. Eigenlijk zo’n moment waar je, als je gaat fotograferen gauw doorheen wilt. Twee ‘blinde’ opnames, dan onbelichte film voor de lens. Ondertussen doe je maar wat.
Het moment dat je een keuze maakt in beeldhoek en onderwerp is er nog niet. Dit zijn de laatste voorbereidingen. Je denkt er nauwelijks over na. Eigenlijk pure onschuld. Er zit ook spanning in. Bestaan er afbeeldingen die echt over niets gaan? Of willen we overal betekenis in zien? Het lijkt op zoiets als tussen de regels door te lezen. Je zult het met restjes moeten doen als de hoofdboodschap nog ontbreekt.
De details zeggen genoeg. Een barometer en een thermometer duiden op controle, de regelmatige afwisseling in grootte van de geplaatste beeldjes op de ombouw boven het raam versterken dat. Een nostalgisch lampje met glazen kap, twee schilderijen en een hangplant vlak naast elkaar boven ooghoogte, duiden op een kleine ruimte. Ergens anders was geen plek. Ik wil niet nadenken over hoe je die plant iedere keer weer van water moet voorzien. Alleen die twee donkere rechthoekige vormen blijven een raadsel.
En wat doet de hoofdpersoon? De opgetrokken schouders duiden op vooroverbuigen, alsof er net iemand met gestrekte armen gaat zitten. Opstaan zou ook kunnen. Nogal dichtbij, deze persoon moet zich van de fotograaf bewust zijn. Als je de omvang van het hoofd en die schouders afzet tegen deze omgeving krijg ik weer het gevoel van een kleine behuizing. Die twee ramen zo dicht naast elkaar; misschien een woonwagen? Het schuine plafond maakt dat alles wel swingt.
En de foto heeft de belofte van een nieuw begin in zich. Het moment van: “Ga zitten, we moeten eens even overleggen”. Dat het nog alle kanten op kan gaan. Het begin van een interview? Geen toeval dat die sfeer samenhangt met deze inloopfoto.