franfotoblog

6 | 8 | 2023
315

Volkswagens

Volgens de achterkantjes is de linkerfoto in augustus 1958 genomen en is rechts een “Kodacolor-Farbbild-Juli 1964”.

Zes jaar verschil. De werkelijkheid is niet langer zwart/wit. Agfa/Lupex papier is vervangen door Kodakpapier. Foto’s worden groter afgedrukt. Een Volkswagen is geen transportmiddel meer, maar een pronkstuk. De twee smalle ruitjes achterin zijn vervangen door een panoramische achterruit. Er ligt nu een strooien zomerhoedje op de hoedenplank. Het werkpaard is een gouden kever geworden met siervelgen. Maar het gaat nog steeds over trots. Als je aanneemt dat de foto op rechts door de eigenaar is gemaakt. De hele familie ernaast hoeft niet meer.

Interessanter zijn de achtergrondjes. Een huurkazerne of de gevel van ‘Hotel Restaurant Goldener Adler’. Eenvoud tegenover overvloed. Burgerman of kosmopoliet.
Rechts suggereert diepte door een stukje van een gewelf in beeld te betrekken. Alsof de hele omgeving uit middeleeuwse gebouwen bestaat. Die geaccentueerde grote stenen  in de gevel van ‘de Gouden Adelaar’ doen inderdaad levensecht aan, maar zijn gewoon op de kalklaag geschilderd. Net als de versieringen rond de ramen. Beieren?
Het gouden blazoen van ‘de Gouden Adelaar’ bladdert een beetje af. En samen met zo’n gouden auto doet het wat al te ideaal aan. Het past wel bij een onbereikbaar ver vakantiegevoel uit de reisreclame; de sfeer van verzadiging. Teveel van niks. Op links blijft nog wat te wensen over, op rechts lijkt dat bereikt.

Ik probeer me voor te stellen dat deze familie net uit die auto is gekropen en er nu als overwinnaars bijstaan omdat ze een enorme reis hebben volbracht. Of er aan gaan beginnen, iedereen heeft nog dat frisse. De auto is een vast onderdeel van hun gezin geworden.Vier volwassenen, twee jongens, een hond en vergeet de fotograaf niet. Vooral die vrouw in die streepjesjurk maakt een ferme indruk. Hoe komen dat soort types toch altijd in het midden op de foto?

2 | 8 | 2023
314

Thuis bij Celine van Balen  22 - 08 - 2001

30 | 7 | 2023
313

Versailles

De volgorde was hier belangrijk. Moest zij ons aankijken of als een mysterie weer verdwijnen? Ik wilde haar volgen, geen confrontatie. Ze had me even aangekeken en ging verder. Meer niet.

Dat spierwitte haar was natuurlijk een aandachtstrekkertje. Dat wist zij zelf ook wel. Maar moest ik daar dan nog aandacht aan besteden? Had ik er ook naar gekeken als het rood was geweest? Waarschijnlijk had ik het dan meer gezien als een tegenstelling. Want dat was de eerste gedachte die ik kreeg toen ik deze zaalwachtster voorbij zag komen; het gedistingeerde van dat wit in deze omgeving. Nog net geen éminence grise, maar wel passend in de sfeer van de pruikentijd.

Ik dacht altijd dat kardinaal Richelieu zo’n machthebber op de achtergrond was. Maar Wikipedia beweerd wat anders: ”Verwijzend naar zijn rode cappa magna luidde Richelieu’s bijnaam l’éminence rouge”. Het was zijn biechtvader François Leclerc du Tremblay die op de achtergrond aan de touwtjes trok. Hij droeg een grijze monnikspij.

Deze deur speelt eigenlijk de hoofdrol. Als dit een Bruynzeel deur was geweest had ik er een ander gevoel bij gehad. De stijl en de kleur van deze ornamenten kunnen alleen maar voorkomen in paleizen. Omgevingen waar geschiedenis geschreven is. Maar welke dan? Follow me.

26 | 7 | 2023
312

Opgekropt

Zit hier verband tussen? William Klein in New York 1954 en kermis in Münster in 2023. Na het zien van de wat teleurstellende ‘Sommer der Moderne’ tentoonstelling in het LWL - Museum in Münster, liep ik naar de museumshop om fotografieboeken te bekijken. In een overzichtswerk stond natuurlijk William Klein en ik werd weer getroffen door een foto uit zijn boek ‘New York 1954 - 55’.

Zijn bijschrift: “Macy’s Thanksgiving Day parade watchers. Pseudo-poster for the American Dream: Italian cop, integrated Hispanic, Yiddish mama, African-American lady + beret … the Melting Pot.” Niet voor niets de openingsfoto van dit magistrale boek. Dit is fotografie die me gevormd heeft. Klein heeft in dit boek veel fotografische technieken toegepast. Niet alleen de mogelijkheden die een camera je kan geven, maar ook de verwerking daarna in de donkere kamer. Je ziet er ook het denken van Ed van der Elsken en Wim van der Linden in terug.

Hoe kun je een kleinbeeldnegatief tot aan de randen vullen met informatie? Door in een massa mensen met een telelens te werken. Iedere diepte wordt dan platgedrukt. Maar je bent ook afhankelijk van expressies, houdingen en posities. Klein’s vlakverdeling is hier een vierdelig repeterende breuk die je blik voortdurend van die politieman naar die lachende vrouw laat gaan en naar alles wat daar tussen zit. Om daarna weer opnieuw te beginnen.

Toen ik even later op de plaatselijke kermis bij ‘de Rups’ stond moet dit door me heen geschoten zijn. Hier ook die ronddraaiende blik. En door de middelpuntvliedende kracht van de machine werden mensen dicht op elkaar gedrukt met primaire expressies.

Ik wilde me concentreren op één figuur. Ik had geluk, er stapte een middeleeuwse Madonna in die voor twee luidruchtige jongens ging zitten. Toen de draaimolen eenmaal op volle kracht in de rondte vloog, hoefde ik me alleen maar te concentreren op haar hoodie. Iedere keer als die in beeld schoot drukte ik af, geen benul van de inhoud of scherpte. Al ligt die nu bij die lachende jongens, zij blijft het mysterie.