7 Oktober
‘s Ochtends 06.30 uur begint de Hamasoverval op Israel, ‘s avonds om vijf over negen is “Lawrence of Arabia” op de televisie te zien. Toeval. In 1962 voor mij een openbaring.
De muziek van Maurice Jarre, de schoonheid van de woestijn en het Arabische verzet tegen de Turkse onderdrukking in de eerste wereldoorlog. Dat alle Arabieren Engels spraken viel me toen niet op, net zoals het ontbreken van enige rol voor vrouwen. Ook het koloniale standpunt, een blanke komt ons redden, was toen niet ongewoon. Aan David Lean’s regie kan je zien hoe een verhaal zich langzaam laat ontvouwen, door veel te herhalen. Of door psychologische ‘verborgen’ details, die je blik kunnen beïnvloeden. Ik heb ‘m zo’n zeventig keer gezien.
In de film hekelt Lawrence het ontbreken van de samenwerking tussen de verschillende Arabische stammen, veroveren ze Damascus en legt Claude Rains als ‘Mr. Dryden’ van ‘the Arabic Bureau’ de gevolgen van het Sikes-Picot verdrag uit, waarmee het Midden Oosten tussen de Fransen en de Engelsen verdeeld werd. Rains had altijd iets deftigs over zich; ik kan nog steeds de keurige, verbeten terughoudendheid in zijn uitleg horen.
Als je kijkt naar de kaarsrechte grenslijnen langs Syrië, Jordanië en Irak zie je nu nog hoe ze dat deden. Linealen over woestijnen, strepen door de bedoeïnencultuur. Syrië kwam onder Frans protectoraat, Palestina was voor de Engelsen. Ordnung muss sein.
Allemaal niet wat Lawrence had gehoopt. In zijn visie had het een nationaal Arabisch thuisland moeten worden.
Potdicht
Zaterdag naar ‘Bloemsierkunst Vita Flora’ aan het Zuideinde in Landsmeer. Toen we uitgekeken waren op al dat groen begon het net te regenen. Dan maar even gedwongen schuilen onder de luifel voor de winkel. Veel ruimte om te bewegen was er niet. Alles stond vol met planten. En om je heen overal regen, het opgesloten gevoel werd perfect verbeeld door het linkeruitzicht op de buren.
Alles leek hier op elkaar gepropt, alsof je er door een telelens naar kijkt. Niet alleen de opeenstapeling in de huizenbouw, ook de dichtgebouwde groene muur van plantenpotten er voor, ontnam je een wijdse blik. Een hekwerk maakte het allemaal nog onbereikbaarder. Je blik kon geen kant op. Nergens lucht. Het donkere oog aan de muur hield je goed in de gaten en het traliewerk boven je maakte alles claustrofobisch. Geen ontsnappen mogelijk.
Dan begint de fotografische geest zich te verzetten. Hoe kan ik deze dwang doorbreken? Foto maken! Vorm geven aan benauwenis. Als het goed in elkaar zit ontbreekt in dit soort opeenstapelingen de diepte, het lijkt een plat schilderij waarin met vlakken ordening in het beeld is aangebracht. Een soort kubisme. Alles wordt tot vormen teruggebracht. Details doen er niet meer toe. Toen ik later de plastic plantenzak op regendruppels controleerde door er m’n hoofd erin te steken, kreeg ik weer even dat verstikkende gevoel.
In sommige tuincentra bereidt men zich voor op Halloween; griezelen zonder dat het eng wordt.