franfotoblog

1 | 11 | 2023
339

Tijd

Ik leg twee foto’s bij elkaar. Geen directe connectie, ook al zijn beiden een stukje gestolde tijd. Maar ik wil meer betekenissen zoeken en niet zo ver gaan om te denken dat de ene foto uit de andere voortkomt. Ben ook benieuwd naar de overeenkomsten.

Ik heb er een tijdje over gedaan om het begrip ‘tijd’ niet voor de hand liggend vast te leggen. Dus geen klokken of ‘karakteristieke’ gehavende gezichten van oude mensen. Twee foto’s naast elkaar met kleine verschillen was te makkelijk. Lange sluitertijden telden ook niet. Foto’s van 100 jaar geleden had ik zelf niet gemaakt. En ingegooide ramen, oude(re) auto’s, boomringen of verlepte boeketten had ik ook al eens eerder gezien.

Die ronde putdeksel vond ik wel een goed voorbeeld. Er was een doorlopende witte lijn onderbroken en onnauwkeurig hersteld. Iemand had slordig gewerkt of kon die deksel met geen mogelijkheid weer precies zo terug leggen. Er was tijd mee gemoeid. De ronde vorm had ook wel iets horlogeachtigs, of haalde ik er teveel betekenissen bij? Dat je een cirkel ook als een eeuwig durende beweging kan zien, bedacht ik pas later.

Bij de camera is het ook een ronde vorm waar het om gaat, de lens. Nog een overeenkomst is dat je beiden eerst moet ‘openen’ om ze te kunnen gebruiken. Naast het diafragma is de sluitertijd het belangrijkste onderdeel van een fototoestel. En dat we een rechthoek als definitieve vorm voor een foto zien, komt alleen door het kader waarmee in een fototoestel een ronde projectie van de werkelijkheid wordt begrensd.

De putdeksel verbeeldt de tijd, de camera legt haar vast.

29 | 10 | 2023
338

Gevonden

Nalatenschap van Mevrouw Ilona de Beer:  Bandoeng 1942  en  Amsterdam 1958

Fotografen: Studio Jami Bandoeng, en onbekend
25 | 10 | 2023
337

Haast

Op het eerste gezicht een zootje. Iedereen is met zichzelf bezig. De fotograaf heeft ook niet op een wat georganiseerder moment gewacht. Het moest stiekem, het was nu of nooit, ook al leek het weinig op te leveren. Haast, haast, haast.

Auto langs de kant van de weg, twee mensen in hun hempje maken wassende gebaren. Een vroege ochtend, de zon is net op; het is nog fris. De wegduikende houding van de man suggereert ontwijken. Ik denk dat hij dat hempje droog wil houden. Waar is trouwens de handdoek? De vrouw (behabandjes) naast hem lijkt zich nergens van bewust.

Het water komt uit een gele plastic jerrycan tussen hen in. Hij wast zich met een washandje. Het is eerder opfrissen dan wassen. Alleen het gezicht, nek en misschien oksels. Broeken blijven natuurlijk aan, zogenaamde haast maar eigenlijk schaamte.

De vrouw onder in beeld verwarmt water op een campinggaz-stelletje. Een krukje dient als windscherm, aan haar voeten ligt een deken. Nergens een tent of ander onderkomen te ontdekken. Aan de horizon zie ik een hoog gebouw in bleek zonlicht. Stadsrand? Zijn ze de nacht ervoor niet verder gekomen? Hebben ze in die auto geslapen? En nu als hazen er vandoor?

Ik probeer me voor te stellen hoe de fotograaf dacht. Iedereen net wakker, half gekleed en je hebt een fototoestel in je handen. Niemand zou willen poseren in dit slordige tussendoor moment, te intiem. Fotografie heeft nog steeds de schijn van waarheidsgetrouw te zijn. Door de snel werkende apparatuur en de filmgevoeligheid kun je direct vastleggen wat er gebeurt. Niet nadenken.

Dat ziet er meestal slordig uit. Geen glamour, dit is het echte leven.

22 | 20 | 2023
336

Le Bleu

Niet zo prettig om hier naar te kijken, lijkt me. Krassen, druipers en gedeeltelijke overbelichting zorgen ervoor dat je eerst een hoop ruis moet omzeilen om aan de essentie toe te komen. Dan kijk ik liever weg, ik wil graag vriendelijk worden bediend.

Dan liever een geretoucheerd beeld? Ik geef veel betekenis aan die krassen rechtsonder, die je aan palmbomen in amateurlandschapjes of tekenfilms doen denken. Zo zet je even een sfeertje neer, vast de bovenwindse eilanden. Lastig om langs dat vervelende gereflecteerde licht heen te kijken, zoals een verkeerd gericht spotje je dwingt om een afbeelding aan de muur maar vanuit één hoek te kunnen bekijken. De zachte weerkaatsing op dit plastic doet aan een lichtbak denken.

En dat was precies wat ik aantrof toen ik door de NDSM loods in Amsterdam Noord zwierf. Grote lichtbakken met abstracte kleurentableaux die verloren in een gangpad stonden. Waarschijnlijk te groot om in je atelier te houden. Deze maakte me meteen nieuwsgierig, ondanks de beschadigingen en dat valse licht. Ik moest er gewoon doorheen kijken. Werd ik aangetrokken door deze kleur blauw? Yves Klein, Rothko? Wat voor licht zat hier achter? Zou je het ook een voorstelling kunnen noemen?

Het doet me herinneren aan het veilige gevoel van een binnenzee-tje. Te klein om al echt in zee te mogen staan, was dat een mooie voorbereiding op later, als je groot was. Het voelde altijd wat warmer aan. En je werd ook nooit natter dan je knieën, tenzij je ging zitten. Iedereen liep er maar doorheen op weg naar die gevaarlijke, grauwe golven. Dit was tenminste helder water, overzichtelijk en rustig.