Meisjes en soldaten
Genadeloze foto. Door timing van de fotograaf én angst voor het uiten van gevoel bij de man in uniform. Ik kom er niet uit. Paul McCartney’s “You say goodbye, and I say hello”, schiet even door je heen. Alles wat met genegenheid te maken heeft is hier taboe. Alleen die vrouw weet er mee om te gaan.
De omgeving is zakelijk, zoals in een bedrijfskantine of ontvangstruimte van een crematorium. Hard flitslicht legt alles bloot. Spartaanse stoelen en tafeltjes. Het onverbiddelijke patroon waarin er viltjes zijn gelegd. Men is op alles voorbereid.
Behalve op expressie. Dan ga je op lichaamstaal letten, verborgen tekens. Wat doen de handen, hoe staat een gezicht? Hij buigt zich lichtelijk voorover, op het eerste gezicht een welwillende indruk.
Zijn dit vader en dochter, man en vrouw, vrienden of verloofden? Waarom is hij zo afstandelijk? Blij dat hij van haar af is? Dringt zij zich teveel op? Stapt hij dadelijk in een vliegtuig naar de volgende vredesmissie? Waardoor moet zij toch alle zeilen bijzetten?
Zijn linkerhand omvat haar bovenarm, geen bemoedigend teken. Zo begroeten maffiabazen elkaar. De schijn van tolerantie. Jij bepaalt de afstand tussen jou en de ander. Hij geeft haar een hand, zoals je een zakelijke overeenkomst bekrachtigt. En zijn snor belemmert direct contact met haar wang. Zij sluit haar ogen en houdt haar hoofd weerloos achterover bij al die passie. Die tas mag niet tussen hen in komen. Haar pink vertelt eigenlijk alles.
Op de achterkant heeft iemand geschreven: “I wish I didn’t love you so!”
Fotograaf onbekendPardon?
Op het moment suprême is het alweer verdwenen. Ooghoekenwerk. De vluchtigheid van een fantasie. Verdwenen als je wakker wordt. Grenzend aan het verbodene en tegelijk een zekere nonchalance van het schouderophalende: “Je m’en fous”.
Over de Victoriaanse verleiding in 1880: “Behaviour such as exaggeratedly lifting the hem to show the lower leg or brushing a passing man with the skirt, demonstrative laughter or the glance over the shoulder, seem to have been codes by which the ‘insoumise’ might suggestively advertise her availability in public”. [ Richard Thomson : Splendours & Miseries, Images of Prostitution in France, 1850 - 1910 ]
Is dit vergelijkbaar? Ook verleiding in het openbaar, maar dan verhoudt zich dit als Eau de Toilette tot Eau de Parfum, een lichtere variatie.
Want het gaat hier niet over geld, meer het voyeuristisch plezier. Of was het toch een rijdende reclame voor ‘Victoria’s Secret’? Essentieel is het voorbijvliegen, er is vervoer bij nodig. De fiets is ideaal. Bijna binnen handbereik.
Het was er maar heel even; ik bleef in de buurt. Bij het volgende stoplicht (Martelaarsgracht) even gewacht tot iedereen weer optrok. De blauwe rugzak naast me moest het een beetje verstoppen. Zo kon ze er achter verdwijnen en werd het voor de kijker een plagerig obstakel. Langere sluitersnelheid voor vaart en vluchtigheid. Geen hoofd, anoniem.
Die vermenging tussen openbare ruimte en privé, het beschouwde en de beschouwer. Dit mag niet, dat mag nog net. Het verschil tussen onachtzaamheid en provocatie. Het zit allemaal in ons hoofd.
Rood
What you see is what you get. Een elektrische gitaar in een etalage. Maar dan. Ik wil dit in een foto. Zoveel eenvoud roept meteen vragen op. There is more than meets the eye.
Een rode gitaar, een grauwe omgeving. Hartstocht achter glas. Die Geloso versterkers ernaast en de Vox speakerzuilen erachter hebben er misschien nooit iets mee te maken gehad, maar passen er wel bij. Bij welke muzikant in deze buurt is de hartstocht gedoofd?
Je kijkt op én door de ruit, er komen voorwerpen en weerspiegelingen samen alsof ze bij elkaar horen. Wat hebben de wolken, een prent of een lampenkap met Rock ‘n Roll te maken? Vertrouwde verhoudingen vervallen. Er groeien takken uit het dak en er rijdt een auto achter die speakerkast vandaan. Ik kijk tegen iets aan dat achter me ligt.
Perfect licht op het linker huizenblok, het blok rechts in de schaduw. Daardoor krijgt de kast binnen een neutrale ondergrond. Zitten al genoeg knoppen die de aandacht willen.
Door de balkons waan ik me in Parijs. Is het toeval dat in de opening tussen die twee huizenblokken precies zo’n Vox zuil past? En heb ik die per ongeluk laten lijnen met de achterkant van dat busje dat achter me staat? Een camera, één oog; koning.