franfotoblog

23 | 12 | 2020
55

Het werkt niet

Dit is waar ik stiekem altijd op hoop: een visuele puinbak. Dolgedraaide aanwijzingen en verstomde bevelen. Wollen Sie den totalen Unverständnis? 

Hier willen teveel partijen tegelijk hun gelijk. Under, over, sideways, down. Wat gebeurt er als ik me toch over die gele streep beweeg? Point of no return. Anarchie. Zoek ’t maar uit. 

Wil ik de overheid eindelijk eens zien falen? Hebben verkeersdeskundigen hier een enorm conflict, en weet niemand wanneer het overleg weer hervat zal worden? Beslissingen en hun gevolgen zijn nooit zo goed zichtbaar tenzij ze, in het openbaar, opeens onhoudbaar zijn. Rechtdoor kan niet, linksaf ga je van het fietspad af, naar rechts is geblokkeerd en omkeren wil ik niet, nergens een ambtenaar of bord om te duiden. Die gebroken stoel met een hart als rugleuning spreidt hulpeloos de pootjes; de mogelijkheid erbij te gaan zitten om hier eens rustig over na te denken, is al lang geleden vervallen. 

“Riskieren wir, dass etwas funktionieren könnte”, vraagt een verkiezingsbord voor de ‘Freie Demokraten’ zich verderop zogenaamd onschuldig af. Door al die visuele herrie komt dat op het tweede gezicht pas naar boven. Ik zie het als een vorm van overdaad in een luxueuze maatschappij, dat mensen dit elkaar kunnen aandoen. Heb ik nou gewacht tot het verkeerslicht verderop ook nog op rood stond? Alles zit tegen vandaag.

20 | 12 | 2020
54

Pui

Gemaakt in Noord Frankrijk. Om de luchtige kleuren en de strenge symmetrie. De samenhang in het geel van de tegels buiten met de luxaflex binnen. Of de tegenstelling van een moderne metalen zonwering en ouderwetse vitrage. Maar vooral om een onzichtbaar drama. 

Het drama van de leegloop in kleine dorpen en woongemeenschappen. En de toename van het autogebruik. Supermarché’s i.p.v. buurtwinkels. De ‘vooruitgang’ en de kaalslag. 

Tijdperken zijn te herkennen in het gebruik van een metaalsoort. Deze gevel hoort bij de tweede helft van de vijftiger jaren. In 1957 werd het verdrag voor de Kolen- en Staalgemeenschap gesloten. Over en weer werd metaal goedkoper. Het mooist kwam dat tot uiting bij de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. De oorspronkelijke bollen van het Atomium waren van aluminium. Het atoomtijdperk. Nu van roestvrij staal. 

De vooruitgangsgedachte, de ruimtevaart en een onbekende toekomst waarin toen van alles mogelijk leek. Dat optimisme zie ik ook in de toepassing van deze aqua kleuren. De onschuld van het blauw, het ‘moderne’ van de citroengele tint. 

Het zit ook in die handgreep. Een toverstaf op een goudkleurige entree. Ik kan het geluid waarmee zo’n deur sloot nog horen. Een droog zuchtje, niet het kordate, heldere geluid van een houten deur met ijzerbeslag. De metalen omlijsting leek alle trillingen te absorberen. Kleine sensaties als je in Frankrijk naar de bakker of de slager ging. Je betrad het domein van een ambachtsman en er kwam je een lekkere geur tegemoet. 

Allemaal verdwenen. Maar wat doe je met zo’n kale winkelruimte? Toen ik de sticker op de deur bekeek, werd het me duidelijk. Hier woont en werkt Harley Davidson nu in stilte.

13 | 12 | 2020
53

Poetry & Motion

De sierlijkheid van dit schaalmodel wordt groter door de tekst op het prijskaartje. Beiden vullen elkaar aan in dit tijdperk. Er is een gat geslagen tussen toen en nu. We kijken anders naar het verleden dan we gewend waren. 

Zonder dit commentaar had ik die zeven euro 95 nooit betaald. Bijschriften bij geëxposeerd werk lijken altijd het wezen, of het waarom van wát we zien te bepalen. Daar mag je niet van afwijken. We zijn gewend instructies te volgen. Als de kunstenaar het zo bedoeld heeft wie zijn wij dan, er iets anders over te denken? ‘Abstractie no. 4’, kan toch niets anders voorstellen? U leest toch ook dit stukje? 

In dit tekstje ontbreekt iedere neutraliteit.  Het is een persoonlijke mededeling, elk  weerwoord is overbodig. Het “weet-je-wel” had er ook nog bij gekund; we zitten ook in het complot. 

Net als John Lennon die op een expositie een ladder op moest klimmen om op het plafond het woordje “YES” te lezen. Zoals hij toen betoverd raakte door Yoko Ono, zo val ik voor de stelligheid van het modieuze taalgebruik op dit briefje. Ik hoor meteen twee hartsvriendinnen aan de rooibos achter het Concertgebouw. En tegelijk het besef dat in sommige kringen die jaren ’80 tot een ver verleden behoren. Terwijl ik net aan Donna Summer en The Village People gewend raak. 

10 | 12 | 2020
52

Boekcovers

Gisteren gevonden: twee boeken van Dr. Paul Julien met originele omslagen. Uit 1940 en 1949. Ontworpen door zijn broer Charles. Ik had ze nog nooit gezien; Julien’s boeken worden altijd aangeboden zonder die omslagen. Tijdloze oorschelppiercings! 

Zijn archief wordt beheerd door het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. 
Andrea Stultiens bestudeert zijn werk en heeft er tentoonstellingen mee gemaakt. 

Uit de introductietekst voor haar expositie in het Limburgs Museum: ”Als gepromoveerd scheikundige maakte dr. Paul Julien tussen 1926 en 1962 op eigen initiatief zeker 29 expedities naar verschillende delen van Afrika. Hij deed serologisch bloedonderzoek onder geïsoleerde bevolkingsgoepen, dat moest leiden tot kennis over de verspreiding van de mensheid over het Afrikaanse continent. Dit onderzoek had niet het gewenste resultaat, maar de documentatie van zijn reizen resulteerde in veel media-aandacht in Nederland, lezingen en vier boeken, waaronder drie bestsellers.