Musée des Arts Decoratives, Parijs
Het aantrekkelijke van deze foto vind ik de gelaagdheid en de tegenstellingen. De stralende witheid van het niks achterin, terwijl iedereen druk bezig is. Dat niemand herkenbaar is: van voren, opzij of van achteren. Of de bewegingsonscherpte en daarin toch de scherpte rondom haar camera.
Handig dat ze net genoeg voorover buigt om die suggestie van een opwaaiend gordijn toe te laten. Wat legt ze vast? Misschien die zes roodgele strepen? Alsof er een dier met sterke klauwen is weggesleurd en zich stevig verzet heeft. Maar op de klep van een vleugel? Als dat haar interesse heeft houdt ze haar toestel wel wat laag. Het moet om de rand van het tafelblad zijn gegaan.
Mij ging het om haar houding en haar rugzak. Alsof ze in een salon op safari is en een vreemde diersoort of geheimzinnige plant wil vastleggen. De houding van haar linkerhand voor het focussen geeft haar geconcentreerdheid aan, maar het is onduidelijk waarom.
Door het tegenlicht heb ik m’n flits gebruikt. Met een langzame sluitertijd. Net genoeg om een vage passant tussen de begrenzing van een sponning vast te pinnen. Door het licht bewegen met m’n toestel kreeg alles een bewegingsonscherpte, maar de flits bevroor ook stukken in het centrum. Alles lijkt toeval, is onvoorspelbaar en onvoorstelbaar. Het gaat eigenlijk over niks, nergens duiding of betekenis. Het gevoel van lekker los van alles