franfotoblog

7 | 8 | 2024
415

Lissabon 1994

Er lopen mensen op straat. Als je er een foto van wilt maken zou je ze het liefst op een vaste plek willen hebben. Wel zo overzichtelijk.

Dat moet er bij Duane Michals zijn gebeurd. Maar het lijkt of hij etalagepoppen in New York op straat heeft gezet. De ruimtes tussen de acteurs zijn te kunstmatig. Iedereen heeft een houvast: een regenpijp, de hoeken van een gewelf of de omlijsting van een garagedeur.  Michals werd beïnvloed door een schilderij van Balthus, ‘La Rue’ uit 1933. Misschien had Balthus “Meudon”, een foto van Kertesz uit 1928, gezien. Maar die is realistischer, vooral door een trein die over het viaduct het beeld in stoomt, terwijl …

Ik wilde ook zoiets; een ‘tableau vivant’ op straat, maar dan meer beweging, ook meer toeval en onvolmaaktheid in de opstelling van mijn ‘acteurs’. Belangrijk was het decor, een plat achtervlak zonder horizon zou het toneelmatige versterken. In Lissabon kwam alles samen.

Om de hoek bij mijn hotel was een pleintje waar ‘s ochtends tussen tien en elf uur een baan zonlicht over de straat scheen. Achter in een gevel van een symetrisch gebouw met historische plekken voor Lissabon: een heel oude bar en een traditionele hoedenwinkel. Ik zou hier niet opvallen met m’n camera.

Welke acteurs zouden zich hier verzamelen? Die dag had er zich een man voor de hoedenwinkel de grond ingegraven. Dat kreeg ik cadeau. Twee oudere mannen stapten de bar binnen. Op dat moment naderde een man die een krant liep te lezen, ik dacht meteen aan Michals. Maar mijn krantenman moest een wat minder opvallende rol spelen, met de schijn van even toevallig in het zonlicht en dan weer weg. Er schoof een vijfde acteur in beeld: een jongen die als enige van links naar rechts bewoog. Ik kon niet iedereen in de gaten houden. Als hij de man in het zand zou bedekken, jammer dan. Die wandelende krant moest nog net in beeld blijven. Toen zijn linkerschoen de rand van mijn negatief zou gaan raken, drukte ik de sluiter in.

24 | 7 | 2024
412

Chaos in beeld 1

Ik merk dat ik meer dan vroeger geïnteresseerd raak in de verbeelding van onduidelijkheid, beelden die niet meteen meer te verklaren zijn, chaos. Hoe je, getraind in het kijken, toch nog voor verassingen komt te staan, terwijl er niets speciaals gebeurt. Maar genoeg om te blijven kijken. De verwondering over het alledaagse, ook als het zich niet meteen herkenbaar aan ons voordoet.

Voorlopig is de makkelijkste ingang: een veelheid. Chaos kan alleen ontstaan als er van verschil sprake is. Een foto van een puinhoop van allemaal dezelfde gebroken ontbijtbordjes heeft ook de aantrekkingskracht van herhaling van dezelfde vorm of functie, en daardoor een zekere orde in zo’n berg afval.

Deze foto heeft nog iets te veel herkenningspunten door de kleuren, het raster van een beeldscherm, de getallen, menselijke vormen en patronen. Maar van alles net even te weinig om helemaal zeker te zijn dat dit een beeld is van de tv uitzending van de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Engeland. De scheidsrechter (lichtblauw) probeert in de zeventiende minuut te bemiddelen tussen Harry Kane (wit) en een paar Nederlandse verdedigers.

Soms vraag ik me af hoe dat in de schilderkunst heeft plaatsgevonden. Waarom zijn die schilders ooit abstract gaan werken? In wat voor tijden deden ze dat? Op m’n lievelingsplaat deze ochtend staan klavecimbelconcerten van Bach. Je hoort drie of vier klavecinisten flink door elkaar rinkelen, begeleid door een flink orkest. Ook dat lijkt op chaos, ik kan het ene instrument niet van het ander onderscheiden, maar Bach weet er altijd structuur aan te geven.

Echte chaos, daar ben ik nog niet aan toe. Laat het er maar een beetje op lijken.