Catharina Valente
Catharina Valente 14/01/1931 – 09/09/2024
Catharina Valente 14/01/1931 – 09/09/2024
Waar bemoei ik me mee? Er ligt gewoon een wat dikkere stift op straat dan ik gewend ben. Laten liggen is het eerste signaal, dan kan de eigenaar ‘m weer terug vinden. Maar dan overwint de nieuwsgierigheid het en wil ik weten hoe dit in elkaar zit. Hup, mee naar huis.
Het is geen vapor maar een insulinepen. Met een drukknop kun je jezelf kleine doses insuline toedienen. Een schaalverdeling op de doorzichtige toevoer geeft aan hoe groot de dosis is. Foto!
Om het doorzichtige gedeelte goed uit te laten komen heb ik een lichtere achtergrond nodig. En zo neutraal mogelijk. Gelukkig schijnt de zon vandaag. Als ik de diagonaal in het achtergrondmateriaal precies op de scheiding van gevuld/niet gevuld laat lopen komt het uiterste puntje van de naald net in een wat donkerder gedeelte. Voor de duidelijkheid toch maar twee druppeltjes olie met een penseel aanbrengen. Een grijs reflectieschermpje zorgt er voor dat de tekst op de pen nog net leesbaar is.
De opname is sneller gemaakt dan de verantwoording achteraf. Het was nu of nooit toen ik aan die leestafel zat, hoog in het van Gogh Museum. Maar waarom eigenlijk? De angst om dit moment te verliezen? Wat was er zo speciaal aan?
Het draaide om deze jonge vrouwen. Als hier jongens hadden gezeten was de aandrang om onmiddellijk een foto te maken minder snel geweest. Ik heb altijd iets meer met godinnen dan met goden, hier kijken ze uit over ons stervelingen. En die sterveling moest alleen zijn, omdat ik het dan zelf was waar naar gekeken werd. Ze waken over me.
Maar het oog neemt meer waar dan wat je op dat moment ziet. Ik denk altijd dat het een soort sfeer is waarin alles pas verklaarbaar zal worden als ik er maar een foto van heb. Dat de details er nu even niet toe doen. Ik weet zeker dat ik die liggende hand van het meisje naast haar toen niet zag. Het is een gebaar van vertrouwdheid, een soort intimiteit zoals die onder vrouwen vaker voorkomt dan bij mannen. Cadeautje. Haar half wegdraaiende gezicht, waardoor er nog net iets van emoties te zien is. Het opengeslagen boek, of het verschil van licht op deze tafel en op dat witte vlak in het venster. Raadselachtig. Waar komt dat vandaan?
Ik concentreerde me op die dwingende vlakverdeling, dat uitgerekte parallellogram. Je zou het kunnen zien als een begrensd blikveld. Benauwd als een schietgat. Het gluren naar, in anonimiteit, of toezicht houden vanuit een hoge positie. Alsof je naar een etalage kijkt. Maar ze moesten naar iets kijken. De voorbijgangers beneden leek me wel wat, weerspiegeld in het raam van de winkel van Het Stedelijk. En toen kwam deze eenzame wandelaar in zicht.