Versailles
De volgorde was hier belangrijk. Moest zij ons aankijken of als een mysterie weer verdwijnen? Ik wilde haar volgen, geen confrontatie. Ze had me even aangekeken en ging verder. Meer niet.
Dat spierwitte haar was natuurlijk een aandachtstrekkertje. Dat wist zij zelf ook wel. Maar moest ik daar dan nog aandacht aan besteden? Had ik er ook naar gekeken als het rood was geweest? Waarschijnlijk had ik het dan meer gezien als een tegenstelling. Want dat was de eerste gedachte die ik kreeg toen ik deze zaalwachtster voorbij zag komen; het gedistingeerde van dat wit in deze omgeving. Nog net geen éminence grise, maar wel passend in de sfeer van de pruikentijd.
Ik dacht altijd dat kardinaal Richelieu zo’n machthebber op de achtergrond was. Maar Wikipedia beweerd wat anders: ”Verwijzend naar zijn rode cappa magna luidde Richelieu’s bijnaam l’éminence rouge”. Het was zijn biechtvader François Leclerc du Tremblay die op de achtergrond aan de touwtjes trok. Hij droeg een grijze monnikspij.
Deze deur speelt eigenlijk de hoofdrol. Als dit een Bruynzeel deur was geweest had ik er een ander gevoel bij gehad. De stijl en de kleur van deze ornamenten kunnen alleen maar voorkomen in paleizen. Omgevingen waar geschiedenis geschreven is. Maar welke dan? Follow me.