Un kloen
Als titel leek me hier de Franse uitspraak voor ‘clown’ wel passend. Claude François spreekt het zo uit in zijn vertaling van “Everybody loves a Clown”, “Tout le Monde rit d’un Clown”. Het klinkt in mijn oren exotisch en komt in de buurt van ‘kluns’, of ‘klungelig’.
Er zijn acteurs die altijd dicht bij zichzelf blijven. Als je Robert de Niro eenmaal hebt gezien, weet je genoeg. Al Pacino kruipt vaak in de huid van het personage zelf, om het publiek een directer en realistischer beeld te geven. Ik geloof ze beiden.
Deze acteur draagt een fez. Een vreemdeling of iemand die zich zo voordoet? Moet je zo iemand serieus nemen? Tommy Cooper had er zijn handelsmerk van gemaakt. Het maakte hem exotisch. Iets dat verwees naar onbekende magische krachten uit het Oosten. De combinatie van een Engels aardappelhoofd en een Egyptisch hoofddeksel met rondvliegend kwastje, maakte dat je even niet oplette. Het publiek afleiden is een grote kracht bij het goochelen. Vingervlugheid en het onverklaarbare komen daarna.
Vincent van den Berg probeert hier op een wankel tafeltje te gaan staan dat al wiebelend op een ander staat. Gaat dat lukken? Het uitdagen van het noodlot door een komische, jeugdige waaghals. Theater is de vormgeving van de lach tot de traan. Hier vertaald in het moedwillig uitproberen hoe ver je kan komen, voordat je valt. De magie van de koppigheid en de schoonheid van het vallen en falen. IL Teatro Molto Bello.