Trots
Wie deze foto’s gemaakt heeft is niet meer te achterhalen. Ik kocht ze op het Waterlooplein. Niet alleen om het formaat van 4 x 4 cm, de mooie verkleuring of de onderwerpen, maar ook de titels. Bij “Den Haag 1962” en “Pap, ik 1970” kun je van alles bedenken.
Dat zijn de titels die op smalle strookjes om de onderkant van deze dia’s geplakt zitten. De onderkant, om ze op de juiste manier in de projector in te voeren. Dia’s werden alleen gemaakt om in het donker te laten zien. Het vereiste kennis van de fotograaf, je moest ze heel precies belichten. Om er foto’s van af te laten drukken waren ze eigenlijk te contrastrijk.
Waarom noemt de fotografe van deze dia’s zichzelf “Ik”? Ze weet toch wie daar staat? Kan ze het zelf niet geloven, of wil ze het aan een ander uitleggen? “Met Pap”, had ook gekund. Het motief is eeuwenoud, je zou je er zelfs het begin der mensheid in terug kunnen zien. Een man, een vrouw en een boom. Om die band met die boom te versterken houdt ze een tak vast. Ieder ander zou naar de fotograaf hebben gekeken of gelachen, zij kijken naar de verte. Zijn zich bewust van een historische moment.
In een stad zouden ze er nooit zo hebben bij gestaan. Daar past beweging, verandering of interactie beter bij. Dat is het raadsel van die keukendia. Ik heb geen foto’s van mijn moeder tijdens huishoudelijk werk. Dat was geen onderwerp van historische waarde. Zo’n filmpje was al duur genoeg. Tenzij het beroemdheden waren die je in tijdschriften ‘gewoon’ zag doen, of vrouwen in reclames die de nieuwste Bruynzeel keukens hielpen verkopen. De zacht glimmende stof associeer je niet met werkkleding, eerder luxe. Of trots op alles wat bereikt is. Iets om in het donker aan anderen te laten zien.