franfotoblog

30 | 3 | 2025

Thebe

Eerst ben je verbaasd, dan onder de indruk. Dit wil je delen met anderen. Leg je dan alleen de betovering vast, of mag je daar iets aan toevoegen?

Op het schilderij van Caspar David Friedrich “Der Wanderer über dem Nebelmehr” uit 1818, staat een wandelaar boven op een berg en kijkt neer op een wolkenzee. Het is geen bergbeklimmer, hij heeft een wandelstok bij zich. Je ziet alleen zijn rug, hij blijft een onbekende. Het zou iedereen kunnen zijn. Een mens net als wij, we hadden daar zelf kunnen staan.

Fotografen werden in het midden van de negentiende eeuw de wereld ingestuurd om ‘exotisch’ materiaal te vergaren en ontdekkingsreizigers maakten foto’s van hun vondsten. Altijd zo objectief mogelijk. Er mocht niets tussen de kijker en het onderwerp komen.

Toen de fotograaf H. Bechart in deze tempel in Thebe stond, gebruikte hij anonieme menselijke figuren om de grootte van dat gebouw te laten zien. Bijna een eeuw later doet de architectuurfotograaf Kidder Smith hetzelfde. Alleen staat bij hem zo’n ‘menselijke maat’ niet in de verte, maar vooraan. En krijgt een andere functie. Opeens worden houding, uitstraling en kleding belangrijk, welke tijd was dit? Een vrouw met broek op gympies? En waarom is ze alleen?

Ze is vanuit de schaduw in het volle licht gaan staan. En zoekt steun bij de overweldigende omvang van deze ruïne. Haar linkerarm steunt op haar bekken; ze neemt de rust om even bij te komen. Haar kleding is eerder modieus dan praktisch in een woestijn, zij woont hier niet. Als zij daar zo kan staan, dan kan ik het ook. Het toerisme is geboren.

Bij Bechart is de mens een onderdeel van het wonder, bij Kidder Smith gaat een mens het zelf ontdekken.