Reünie
Foto’s in een foto. Deze portretten van m’n grootouders hingen in het kantoor aan huis van m’n grootvader. Zijn foto zat iets hoger in het passe-partout. Je moest eerst naar hem kijken. Foto: Wolff Bilthoven, stond erbij. Vond dat toen wel passen bij het ‘bontje’ dat m’n oma op de foto om haar hals had.
Het was voor het eerst dat ik studioportretten zag van mensen die ik kende. Alles prachtig van drie kanten zacht aangelicht, Wolff was een vakman. M’n opa, flamboyant als hij was, had nergens een afbeelding van zichzelf aan de muur. Behalve deze. Hier had hij precies de uitstraling die hij ook graag liet zien. Vriendelijk, hartelijk, slim en zorgzaam. En devoot, al vond ik dat nooit zo overtuigend. Het kleine twinkellichtje in z’n linkeroog gaf hem een guitige uitstraling, hij hield wel van een geintje. Maar was ook een gewiekste, succesvolle zakenman die genoot van z’n oude dag. M’n oma keek wat afwezig op haar foto. Ook dat klopte met hun dagelijks leven. Ze stierf op haar 79e, hij werd 86. Hij miste haar. Zijn laatste woorden: ”Ik wil naar moeder”.
Soms houden de kleinkinderen een reünie, halen we herinneringen op en nemen foto’s mee. Ik zag dit lijstje op tafel liggen en vond de mengeling tussen beeld en bijna verdwenen beeld wel passen bij het vertellen van wat we nog weten van die tijd. Flarden. En, raar genoeg, als schaduwen op het glas toch nog beelden kunnen oproepen hoe het ooit was.