Poetry & Motion
De sierlijkheid van dit schaalmodel wordt groter door de tekst op het prijskaartje. Beiden vullen elkaar aan in dit tijdperk. Er is een gat geslagen tussen toen en nu. We kijken anders naar het verleden dan we gewend waren.
Zonder dit commentaar had ik die zeven euro 95 nooit betaald. Bijschriften bij geëxposeerd werk lijken altijd het wezen, of het waarom van wát we zien te bepalen. Daar mag je niet van afwijken. We zijn gewend instructies te volgen. Als de kunstenaar het zo bedoeld heeft wie zijn wij dan, er iets anders over te denken? ‘Abstractie no. 4’, kan toch niets anders voorstellen? U leest toch ook dit stukje?
In dit tekstje ontbreekt iedere neutraliteit. Het is een persoonlijke mededeling, elk weerwoord is overbodig. Het “weet-je-wel” had er ook nog bij gekund; we zitten ook in het complot.
Net als John Lennon die op een expositie een ladder op moest klimmen om op het plafond het woordje “YES” te lezen. Zoals hij toen betoverd raakte door Yoko Ono, zo val ik voor de stelligheid van het modieuze taalgebruik op dit briefje. Ik hoor meteen twee hartsvriendinnen aan de rooibos achter het Concertgebouw. En tegelijk het besef dat in sommige kringen die jaren ’80 tot een ver verleden behoren. Terwijl ik net aan Donna Summer en The Village People gewend raak.