franfotoblog

22 | 2 | 2023

Parallellen 4

Je zit in een auto. Je gaat een tunnel in. Lichtflitsen links en rechts, aan/uit. Opeens heb je een camera in je linkerhand omdat er iets bijzonders in de verte nadert. Je ziet een man die een vrouw probeert op te tillen, midden op de rijbaan tussen voorbij schietende auto’s. Ongeval? Een flits en je bent voorbij. Was dit echt?

Toen ik deze foto van Yulissa Benitez Amaro ergens zag opduiken, werd ik herinnerd aan een vergelijkbare schok. Opeens zag ik m’n schoolagenda uit 1962 voor me. Daar heb ik ooit een krantenfoto van Héctor Rondón Lovera ingeplakt die de World Press Photo voor dat jaar had gewonnen. Ik wilde er vaker naar kijken. Waarom hadden ze die foto uitgekozen? Ging het hier om de foto op zichzelf, of was de figuurlijke betekenis hier belangrijker? Ging het om het moment zelf of een extra laag?

De samenhang met bijbelse taferelen drong zich meteen op met zo’n reddende geestelijke. Maar ook zwakte versus weerbaarheid, geweld tegenover empathie, het inhumane en menselijke in één beeld. Of de twee grootmachten: het leger en de geestelijkheid, die zich door de eeuwen heen overal hebben gemanifesteerd. Zeker in Zuid-Amerika. Door het zwartwitte van de foto kregen de natte plassen er omheen een dubbele betekenis voor de gesloten slagerij in de achtergrond.

Zestig jaar later heeft dit beeld voor mij nog niets aan kracht verloren. Net iets meer dan Capa’s vallende loyalist of de brandende Vietnamese monnik, omdat dit over twee mensen gaat. Je kunt je niet verplaatsen in eenzame helden. Wij zijn natuurlijk die priester.

Er is vaak terecht geklaagd over het gruwelijke van de winnende foto’s in de World Press Photo competitie. Het ziet er ook uit als sensatiezucht, maar het op een afstand moeten blijven en niets kunnen doen is ook gruwelijk. Niemand vindt het aangenaam om daar aan herinnerd te worden. Daarom was die foto in die tunnel voor mij ook belangrijk, we zijn niets opgeschoten.