franfotoblog

16 | 7 | 2022

Op goed geluk

Soms is het beter om maar niet door je camera te kijken als je fotografeert. De aangeleerde maniertjes om iets in beeld te brengen vervallen dan; een neutrale machine doet het werk. Niet altijd tot volle tevredenheid, maar dat wist je van te voren. Als alles wel klopt, was het geluk met je die dag. Had het leven zin. 

Een latere bekijker zal het niet opvallen, jij bent de enige met dit verschrikkelijke geheim. Slordig werken met prima resultaten. Toen men in 1961 ‘een wasmand’ met negatieven van Breitner (1857-1923) had gevonden, daalde onmiddellijk zijn werk in aanzien. Een schilder die naar foto’s werkte was niet je ware. Wat er op die glasplaatjes te zien was, moet als mislukt zijn overgekomen. Bewegingonscherptes, fouten in sluitertijden en diafragma’s, of scheve horizonnen, het leek zo’n beetje wandelend gemaakt, alsof het schetsen waren. Geheugensteuntjes om gauw te vergeten, was toen de opinie. 

Natuurlijk zal Breitner zelf ook raar hebben opgekeken dat dit werk z’n tijd ver vooruit was. Dat ligt ook aan andere ontwikkelingen, zoals de opkomst van de televisie. Een duur en precies medium. Of de wat statische beelden die er al van Amsterdam waren. Na alle humanistisch getinte fotografie van net na de oorlog, was men weer aan iets puurs en rauwers toe, leek het. Met Gary Winogrand die fotografeerde om te zien hoe de wereld er op foto’s uitziet en John Szarkovsky’s: “This is the essence of modern photographic seeing: to see not objects but their projected images”, werd ook de manier waarop het gefotografeerd is belangrijk. Bij Breitner is dat rauw, hij werkte alleen voor zichzelf. Zijn tijdgenoten zouden ook moeite met dit werk hebben gehad. 

Doordat ik niet door de zoeker keek lijkt Domela Nieuwenhuis zo van zijn sokkel te vallen. Past wel bij de dynamiek van zijn denken en persoonlijkheid.