franfotoblog

29 | 3 | 2023

Nergens een asbak

Soms weet je ‘s ochtends even niet waar je wakker wordt. Geluiden die je niet kent, een vreemde omgeving. Je bent op vakantie, alles is mogelijk. En dan langzaam de herkenning hoe je de wereld achter liet toen je ging slapen. Alles weer op een rijtje.

Hoe we de avond ervoor in deze kamer terechtkwamen, blij een onderdak te hebben gevonden. Een café waar je boven de gelagkamer een kamer kon huren. Ooit hadden handelsreizigers en commensalen hier hun toevlucht gezocht als ze hier ook waren blijven steken. Vergeten geschiedenissen uit de provincie. In Parijs sprak men dan tenminste nog van een ‘hotel’, ook al was het een mansarde “dans une coin du ciel”, zoals Yves Montand zong.

Als je ze op straat zag lopen viel er niks aan op te merken. Verzorgd uiterlijk, een ontwapenende vertegenwoordigerssmile en makkelijk in de omgang. Dat ontstond allemaal in kamers zoals deze. Alles wat ze nodig hadden was een reisnecessaire en de monsterkoffer. Desnoods een dompelaar om water op te warmen voor het scheren of een kopje Nescafé. Pickwick theezakjes kwamen pas op de markt in 1962.

Alles in deze kamer was voorwaardelijk, zoals elke wachtkamer. Eigenlijk hoorde ze leeg te staan, er was niets gedaan om een langer verblijf aangenaam te maken. Ik zag het terug in de stoel die in de hoek stond. De enige afleiding naast een wastafel en het bed. Geen comfort, daarom waren de zitting en rugleuning van skai. Makkelijk te reinigen en laat geen sporen na.

Nog meer tijdelijkheid; behang van zulke dunne kwaliteit dat het plooien trekt als het een hoek om moet, de dungeschilderde plinten en de afgezaagde gasbuis waarvan een restje in dezelfde kleur als het behang. Het stond te wachten op de uiteindelijke verwijdering die maar niet wilde komen. Maar je wist maar nooit. Zelfs niet als je wakker werd.